Foto bij Chapter 037

Jaylyn Cameron

“Lyn, één ding.” Jared zet me op de grond en staan we op de kliffen. “Hij is alles wat jij nodig heb. Een vriend, een broer en vooral een beschermer. Zolang jij maar gelukkig ben,” glimlacht hij.
“Waarom heb je haar niet eerder voorgesteld?” Door de stem draai ik me om en blijkt Seth achter me te staan.
“Omdat ze nooit helemaal veranderd is. En ze kreeg de kans om eerder te gaan studeren.” Jared haalt zijn schouders op.
“Ik heb vier jaar gestudeerd. Management en fotografie,” antwoord ik.
“Durf je wel,” komt het van Jake en maakt Jared meteen een afkeurend geluid naar zijn vriend.
“Heel slecht om die woorden tegen haar te zeggen,” schud mijn broer zelfs met zijn hoofd. Zelf kijk ik hoe hoog het is. Hoog genoeg voor een kurkentrekker en een salto, zie ik. Al wil ik dan niet dat mijn haren in de weg zitten. Omdat het lang genoeg is, vlecht ik het wat in. Dat ik geen elastiek heb, geeft niet. Het gaat om het idee.
“Wat ga jij nou doen?” Paul herken ik gelijk.
“Kijk en leer,” grijnst Jared en heeft hij gelijk door wat ik wil gaan doen. Oké, dan kan iedereen het zien. Ik fluit hard op mijn vinger en duim. Waardoor Sam en Emily kijken. Ik ga iets naar achteren voor een aanloopje.
“Je kunt beter bij de rand gaan staan want dan kun je zien wat ik doe.” Ik knipoog naar Jared.
“Springen, jij,” spoort hij me aan en ren ik naar de rand. Ik zet me af en zodra ik in de lucht ben, doe ik eerst een kurkentrekker en daarna een salto. Waarop ik in het water duik. Als ik weer aan de oppervlakte ben, zwem ik een stuk richting het strand.
“Oké, jouw beurt,” komt het van bovenaf.
“O shit, nu ben ik de klos.” Vervolgens kunnen mijn ogen zien dat Embry er vanaf geduwd wordt.
“Eigenlijk ben ik de klos.” Nu komt Jared omlaag.
“Van onderen.” Dat blijkt Seth te zijn.
“Waar heb je dat geleerd?” Embry komt naast me zwemmen.
“Ik heb als kind op dansen gezeten en gymnastiek. Daar moest ik mee stoppen toen ik de kans kreeg om naar de universiteit te gaan,” leg ik uit. “Ik was de jongste student ooit.”
“Hoe oud was je dan,” wil Embry weten.
“Zestien, ik heb haar vier jaar moeten missen,” antwoord Jared voor mij.
“Ik ben elke vakantie naar huis gekomen,” zucht ik. “Sommige hebben altijd wel wat te klagen,” knipoog ik naar Embry. Volgens mij is hij nog rustiger dan mij. Misschien zelfs wat verlegen.
“Hier is inderdaad een klacht. Als je het mij vraagt, zal hij vaker naar ons huis komen. Mee eten en dat soort dingen.” Jared blijkt op het strand te zijn. “Als je mee wil eten, ga je mee betalen.”
“Rotzak,” reageer ik terug. “Sta je het toe dat hij zo tegen je praat.”
“Nee, maar jullie reageren zo snel op elkaar dat iemand anders er nauwelijks een woord tussen krijg,” zegt Embry dan.
“Dan moet je sneller zijn. Zo zijn we altijd,” grinnik ik en voel ik weer de grond onder mijn voeten.
“Handig om te weten.” Embry loopt naast me. “Dus je weet alles al?”
“Ja,” knik ik naar hem en ga ik op het kleed liggen. Deze keer lig ik tussen Jared en Embry in. Waar ik geen problemen mee heb.
“En je vind het niet erg dat ik een wolf ben soms,” gaat Embry verder.
“Nee, ik heb Jared al een keer zo gezien. En ik heb Paul ook een keer gezien.” Ik ben nog niet uitgepraat of Paul krijgt een klap tegen zijn hoofd.
“Wanneer heb je Paul gezien dan?” Seth ligt tegenover me en is hij zeker geïnteresseerd.
“Dat was gisterochtend,” weet ik nog. “En dat heeft Jared geweten.” Iedereen schijnt opgelucht te zijn dat ik het weet. Niemand hoeft zich nu in te houden.
“Klopt, ik mocht de rest van de ronde in mijn eentje doen,” moppert Jared naast me met een zucht.
“Wordt wat vriendelijker of je krijgt geen plak cake,” merk ik zelf op.
“Au, hou op met mij te slaan.” We herkennen Paul allemaal.

Reageer (1)

  • Altaria

    Hahaha awh te leuk

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen