It’s all up in the air and we stand still
To see what comes back down
I don’t know where it is
I don’t know when
But I want you around
©Slade/King

Luister hierbij; Justin Bieber met Where Are You Now!
*NorahPov
Ik loop onrustig heen en weer. Ik loop al de hele tijd alleen maar heen en weer. Ik kan niets anders dan onrustig heen en weer lopen.
Op de tv dringen de beelden opnieuw en opnieuw. De presentator probeert het zo rustig mogelijk te vertellen, maar zijn stem dreunt vol bezorgdheid de hotelkamer binnen. Ik krijg er niets van mee.
Ik weet nog steeds niet wat er gebeurd is. En het is net alsof ik het in mijn gedachten niet meer op een rijtje kan zetten. Het is alsof er een stukje informatie mist en daardoor het beeld niet gevormd kan worden.
Het is Nick die mist.
En ik ben zo bang.
Ik ben zo ongerust en bang. Ik kan niets meer. Als ik adem doet het pijn. Mijn borst lijkt vol te zitten met messen. Als eraan denk wat er met Nick zou kunnen gebeurt zijn worden ze er allemaal tegelijk nog verder ingeduwd en worden mijn longen gezeefd.
Ik weet niet wat er met Nick gebeurd zou kunnen zijn. Misschien is hij onder de voet gelopen. Of de weg kwijt. Of opgepakt door de politie. Of opgepakt door de terroristen en meegenomen als gijzelaar. Of hij was nog op het station. Of.. Of..
Mijn gedachten hebben van alles opgenoemd. Maar alles is zo gruwelijk dat ik er niet langer dan een seconde aan kan denken.
Misschien is er niets gebeurd. Misschien is hem niets overkomen. Misschien is hij gespaard gebleven en is hij ergens anders, maar veilig.
Het doet me pijn om te bedenken dat hij nog ergens alleen rondloopt. Het liefst wil ik nu terug en hem zoeken. Alle straten door om hem te vinden. En hem gewoon in zijn armen rennen. Als alles maar goed met hem is.
Als hij veilig is, waarom belt hij dan niet? Hij weet dat ik ongerust ben. Verschrikkelijk ongerust. Hij kent me. Hij kent me beter dan iemand ooit heeft gedaan.
‘Waarom belt hij niet?’
‘Ik weet het niet, Norah. Misschien is zijn mobiel leeg of heeft hij geen bereik. Hij belt wel als hij iemand heeft gevonden of een telefooncel,’zegt Paul.
Ik schudt mijn hoofd. Ik weet dat hij allang zou hebben gebeld. Ik weet dat dit een slecht teken is.
Ik mis hem en ben zo bang dat er iets is. Het is onbeschrijfelijk wat voor gevoel zich in mijn hart heeft opgevouwen. Mijn gedachten zijn angstaanjagend en verlammend. Ik word er zo moe van.

Ik zit met mijn armen voor mijn gezicht gevouwen voor de kachel. Mijn rug is heerlijk warm, maar ik ril. Ik schok van het snikken. Maar het geluid dringt niet door mijn handen.
Ik huil al de hele tijd onafgebroken. Want alles doet me pijn.
Nick is vermist opgegeven. Ze hebben hem nu al duizend keer geprobeerd te bellen, maar hij neemt maar niet op. Ik heb mijn mobiel al honderden malen gecontroleerd, maar hij belt niet.
Ik ben bang dat ik hem voor altijd ben verloren. Dat hij nooit meer terug komt. Dat hij een van de vele slachtoffers aan de terroristen is geworden. Dat ze straks op tv zijn naam opnoemen.
Ik blijf rillen. Ik mis hem zo verschrikkelijk. Normaal was hij hier geweest. Dan had ik zijn hand vast gehouden. Of mijn hand op zijn been gelegd. Dan had zijn arm om mij heen gelegen en mijn hoofd tegen zijn schouder. Dan had hij nu gewoon met een van ons gekletst. Dan had hij iets liefs in mijn oor gefluisterd, zoals hij altijd doet.
Straks kan hij het nooit weer doen. Straks kan ik hem nooit meer knuffelen. Nooit meer een zoen geven. Nooit meer zeggen dat ik zo verschrikkelijk veel van hem houdt!
Er trekken pijnscheuten door mijn lichaam als ik daaraan denk. Ik voel me zo gebroken. Moe, leeg en gesloopt. Verlamd, verscheurd en koud.
Dat is het eind. Dit is het eind.
Als het Nicks eind is, dan is het ook mijn eind. Dan wil ik niet meer verder leven. Dan overleef ik geen dag zonder hem. Ik kan al zo moeilijk zonder een telefoontje of smsje ten teken dat alles goed met hem is. Laat staan dat ik mijn hele leven zonder hem moet zijn. Hij is mijn leven. Als hij niet meer leeft, dan leef ik ook niet meer. Dan wil ik niets meer. Behalve doodgaan.
Ik hoor Denise op de achtergrond met Paul praten. Zij blijven rustig. Ze denken dat Nick gewoon ergens is, zonder telefoon. Ze geloven dat er geen reden tot paniek is. Behalve dat ze de politie hebben gebeld.
De politie. Straks komen ze vertellen dat hij is gevonden. En dan nemen ze hun blauwe petten af en houden die voor hun buik. Dan kijken ze schuldbewust en zwijgen.
Ik begin weer onophoudelijk te snikken en de tranen vloeien. Ik kan niet zonder Nick.
Nick is het enige waarvoor ik ’s ochtends mijn bed uit kom. Hij is alles voor mij. Hij is degene die me vrolijk en gelukkig maakt. Die mij ondersteunt en in me gelooft. Hij is de reden waarvoor de zon gaat schijnen. Bij hem voel ik me goed, rustig en compleet. Ik kan dit leven niet aan zonder hem.
Waar is hij?

Reageer (8)

  • xNPE

    AAAAAAAAAAAAAAAAAH NU WEET IK NOG NIET OF IE NOG LEEFT :| morgen op school ga ik je weer stalken ;p

    hahaha even serieus: vet mooi ! snel nieuwe op zetten !!


    (L)

    1 decennium geleden
  • Rainlight

    Ik ben het met m'n voorposter eens..

    Snel verder!

    1 decennium geleden
  • WorkOfArt

    aaaw arm meisje... hoop dat hij heelhuids gevonden word!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen