001.2 The first meeting
Rustig liep ze naar buiten terwijl ze in de appel beet. Ze keek weer naar de toren, de poppetjes waren weg. Ze keek naar de lichtstraal die naar de hemel reek. Ze had hem wel eerder gezien, maar ze had er geen aandacht aan besteed. Ook zag ze langs de felle lichtstraal nog iets naar boven gaan. Ze fronste haar wenkbrauwen. Daarna haalde ze haar schouders op en liep verder, rustig van haar appel etend. Ze zag mensen staan en naar boven kijken. Midden op de weg, dat kon toch niet?
'Hij remt niet af.'
Ze stond stil bij het horen van de stem. Ze wist wie het was. Ze liep er rustig heen en werd bijna beladen met de last van een man in een ijzeren pak. Iemand had haar teruggetrokken aan haar rugzak en hield haar nu zo omhoog dat haar tenen de grond net niet raakten. Dat was best wel logisch, want ze was best wel klein en de man die haar had teruggetrokken was redelijk groot. Ze vond het eigenlijk niet leuk, want ze had haar appel laten vallen en ze wou weten of ze hem überhaupt nog op kon eten.
'Wat bezielde je, je kon gewond raken!' Haar gezicht werd gedraaid naar de persoon die haar vasthield. Het was een redelijk jong iemand, hij had blauwe ogen en zijn haar was verborgen onder een masker. Toch wist ze wie het was.
'Jij bent Captain America, de man die zowat zeventig jaar in ijs heeft geslapen,' zei ze. 'En de man die mij nu in de lucht getild houd, wat ik zeer vervelend vind. En ik ben niet gewond of geschrokken, ik liep gewoon naar de andere kant van de straat.'
Ze werd losgelaten en belandde met haar voeten op het asfalt van de weg. Ze raapte haar appel op en zag dat hij niet meer te eten was.
'Ja, ik weet wie ik ben. En het is zeer dom om in deze tijd, wanneer er allemaal vreemde wezens door de stad vliegen, rustig een wandeling te maken.' Captain America keek haar boos, maar ook vreemd aan.
'Daar ben ik nu ook achter, aangezien ik bijna een pak ijzer op mijn hoofd kreeg en mijn appel nu niet meer te eten is,' beet ze terug. Daarna rende ze weg.
Nog voor ze een paar meter verder was klemde er een grote groene hand om haar middel. Ze spartelde met haar voeten en liet ze toen hangen.
'Wie ben je?' vroeg Captain America. 'Wat doe je hier? Waarom ben je niet de stad uitgevlucht?'
'Ho, wacht even,' zei ze voor hij nog meer vragen kon stellen. 'Ten eerste, er is een grote groene hand om mijn middel geklemd, wat niet prettig aanvoelt. Ten tweede, één vraag per keer. Ten derde, ik ben gewoon een burger dus waarom al die vragen?'
'Okee, Banner laat haar los. Waarom al die vragen? Je bent inderdaad een burger, maar iedere normale burger zou de stad uitvluchten. Dus daarom al die vragen.'
'Dan ben ik dus geen normale burger,' zei ze. Ze werd nog steeds in de lucht gehouden. 'En ik zweef nog steeds in de lucht.'
Met een grom liet de groene reus haar los. Ze wist heel goed wie het was, Bruce Banner alias The Hulk. Niet geboren met zijn ziekte, kan er moeilijk mee omgaan.
'Dus, vraag 1, wie ben je?' Captain America keek haar, met zijn armen overelkaar geslagen, aan.
'Ik ben... Anna,' zei ze.
'Vraag 2, wat doe je hier?'
'Vragen beantwoorden.'
'Vraag 3, waarom ben je niet de stad uitgevlucht.'
'Omdat ik geen angsthaas ben en bang word van geweren of pistolen.'
Toen ze dat had gezegd klonk er geklik van een pistool, werd er een arm om haar nek gelegd en voelde ze de loop van een pistool tegen haar slaap drukken.
'Moet dit mij bang maken?'
'Kom jongens, we hebben wel iets beters te doen.' De man in het ijzeren pak stond op en keek naar de grote toren in de stad. De STARK-tower.
'Loki,' fluisterde ze onhoorbaar.
Reageer (1)
Super cool, is Anna haar echte naam of heeft ze die net verzonnen??
8 jaar geleden