Foto bij 2.8 Oh, man

Lucy POV

Mijn benen lijken te trillen en snel zoek ik een bankje op. Vredig adem ik de noordelijke luchten op terwijl ik mijn ogen laat rusten. Het is een prachtige dag, geen wolkje aan de lucht, maar toch voelt de stevige wind hier een stuk kouder aan dan thuis. Verschrikt open ik mijn ogen na het voelen van een klap tegen mijn wang. Op mijn schoot vind ik een pamflet dat blijkbaar met de wind mee gekomen en voor een seconde onafscheidelijk met mijn wang geweest. Ik wrijf over mijn – waarschijnlijk rood aangelopen – huid en check of niemand dit gênante voorval heeft gezien. Een eind verderop staan een meisje van mijn leeftijd in een maf costume groenige flyers uit te delen. ‘Waarschijnlijk ben jij daar een van,’ mompel ik tegen het groenige pamflet in mijn hand. Grote sierlijke letters informeren mij dat er een open kastelen dag is – vandaag! Het innerlijke kind is meteen wakker geschud en een enthousiaste grijns siert mijn gezicht. Wat een geluk dat er zelfs een route beschrijving achterop staat, dat kan niet mis gaan. Het lijkt alsof alle stress van de vliegtuigreis en het maffe afscheid van Jack totaal verdween toen die pamflet de klap gaf. Het is tijd om wat leuks te doen en het angstzweet van me af te schudden. Tijd voor een tripje terug in de tijd.

Het is aardig druk hier, maar dat vind ik niet erg. Ik houd van mensen om me heen, gewoon lekker gezellig druk. Mijn gedachte vliegen van mijn vriendinnen naar mijn familie en een vlaag van heimwee komt me tegemoet. Al snel weet ik het voor elkaar te krijgen tegen iemand op te botsen. Echt zo’n geweldige Lucy actie. De man kijkt me nors aan terwijl ik een “sorry” eruit stamel. Minder denken Luus, meer in t leven wezen. Een klein meisje met een grote bos rode krullen pakt plots mijn hand, haar had ik niet gezien achter die flinke norse man. ‘Let maar niet op pappa hoor, hij is boos vandaag want hij moest wel 5 dollar betalen voor het parkeren!’ Zegt het meisje verontwaardigd om de 5 dollar parkeergeld. Ik doe alsof ik het ook shockend vindt en begin dan te lachen. ‘Maar het is het wel waard toch? Kijk naar dat mooie kasteel! Nog eventjes in de rij en dan mogen wij ook naar binnen!’ Ze begint enthousiast te knikken, laat mijn hand los en begint dan weer tegen haar vader over dat het ’t helemaal waard is.

Reageer (1)

  • Fennec

    Haha, omg, zo cute :)

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen