'T Was The Night Before Christmas 2.4 (Iris)
Een ontzettend hinderlijk geluid haalt me uit mijn slaap. Ik wrijf in mijn ogen en rek me uit. Laat het stoppen. Maar het stopt niet. Dan realiseer ik me dat het de deurbel is. Voor ik uit mijn bed kan stappen hoor ik hoe mijn moeder de deur opendoet en hoe ze schrikt van iets. Ik ben nu al een paar dagen in Nederland en ik vind het tot nu toe erg leuk. Al vind ik het niet zo leuk dat ik op dit tijdstip gewekt wordt. Ik kijk op mijn wekker. Half 4 ’s ochtends. Wie belt er in vredesnaam om half 4 in de morgen aan bij een doodnormaal rijtjeshuis in Amsterdam? Ik hoor voetstappen weer de trap opkomen. Dan gaat mijn deur open. ‘Iris? Ben je wakker?’ Vraagt mijn moeder zacht. ‘Hoe kan ik niet wakker zijn?’ Mijn stem is nog schor van de slaap. Het verbaasd met dat de rest niet zijn bed uitkomt. Ik gaap luidruchtig. ‘Welke gek was er aan de deur?’ Vraag ik slaperig. Dan gaat de deur verder open. ‘Deze gek. Goedemorgen!’ Ik knijp mijn ogen dicht tegen het licht. Dan herken ik de persoon pas die hier in mijn slaapkamer staat. Robert Ten Brinke. Met camera. Ik trek de deken snel over mijn hoofd. Niet iedereen hoeft mijn slaaphoofd te zien. ‘Goedemorgen.’ Mompel ik vanonder de dekens. ‘Kun je misschien even onder de dekens vandaan komen? Ik wil je wat vragen.’ Zegt hij. Met tegenzin ga ik rechtop zitten. Ik ben toch ook wel een beetje benieuwd wat hij wil weten. ‘Zo. Goeiemorgen. Ik wilde vragen of jij met mij en nog een paar anderen naar Zwitserland wil om kerst te vieren.’ Zegt hij. Kerst. In Zwitserland. Waarom dat nou? Geen flauw idee, maar het klinkt wel leuk. ‘Uhm, ja. Leuk! Denk ik..’ Stem ik in. ‘Oké! Gezellig! Ga gauw je koffer inpakken. Vergeet vooral de warme kleding niet.’ Ik knik, nog een beetje beduusd vanwege het feit dat er om half 4 in de morgen een cameraploeg met Robert Ten Brinke in mijn kamer staat om me mee te nemen naar Zwitserland voor kerst. Nadat ik me heb omgekleed en mijn koffer heb ingepakt, neem ik afscheid van mijn ouders, zus en broertje. ‘Veel plezier!’ Zegt mijn moeder nadat ze me een kus op mijn wang heeft gegeven. Ik knuffel mijn zus en broertje en kom dan bij mijn vader. ‘Veel plezier meid.’ Zegt hij. Ik geef hem ook nog een knuffel en stap dan in de auto. Op naar Zwitserland.
Er zijn nog geen reacties.