Hoofdstuk 1
Ik zoek mijn jurkje dat ergens tussen alle andere kleren op de grond ligt. Alexanders kamer ligt overhoop. Gisteren hebben we het erg naar ons zin gehad. Aangezien zijn ouders voor 3 dagen met zijn broertje op schoolreis zijn, heeft hij zijn vrienden uitgenodigd en al snel was er een wild feestje. Alexander is zich klaar aan het maken in de badkamer zodat we naar school kunnen vertrekken. Ik steek al mijn make-up in mijn tas en doe er een cursus blok in. Ik loop de trappen af. Melanie ligt in de zetel. Volgens mij is ze heel diep in slaap. Gisteren heeft ze volgens mij wel 1 of 2 flessen whisky gedronken.
"Melanie, Melanie, sta nou op! We moeten naar school!" Ik schud haar wakker. Wild slaat ze me weg. Ze draait zich om met haar rug naar me toe. Ik doe wat water in een glas en gooi het ik haar gezicht. Ze draait zich kwaad om maar zakt meteen weer ineen en grijpt naar haar hoofd. Ze staat opeens op en loopt langs mij door. Ik volg haar naar het toilet en houd haar haren uit haar gezicht terwijl ze haar maag leeg maakt. Ik help haar haren uit haar gezicht te houden. Als ze niets meer heeft om uit kotsen, gaat ze wat nonchalant voor de spiegel staan. Ze spoelt haar mond en neemt een pilletje dat ze meteen door slikt. Ik loop de toilet uit en Melanie volgt zwijgend mijn voorbeeld. Eerlijk gezegd vraag ik me af waarom Alexander haar heeft uitgenodigd. Ze zijn van dezelfde soort, zeker? Ik mag haar echt niet!
Melanie gaat op de sofa zitten en kreunt even van de pijn. Ze neemt haar sjaal en bindt die vast rond haar hoofd. Ze gaat terug lang uit liggen en slaat haar arm over haar hoofd. Ik kijk haar aan en moet opeens hard beginnen te lachen door het zicht. Omdat ze enkel haar ondergoed aan heeft, lijkt ze wel iemand die zijn kleren in de sloot is vergeten. Ze draait zich om met haar rug naar mijn richting en steekt haar middelvinger naar mij op. Alexander is ondertussen ook al beneden.
"Rust maar uit. Ik zal op school wel melden dat je je niet goed voelt." Ze mompelt even iets maar ik negeer het totaal. Alexander is het huis al uit. Ik volg hem naar zijn auto en we stappen tegelijk in. Hij doet zijn gordel om en in nog geen minuut is de auto gestart. Terwijl Alexander rijdt, zegt geen van ons ook maar 1 woord. Ik pruts even aan de onderkant van mijn jurkje dat nog net onder mijn billen komt. Niet dat ik zulke korte kleren graag draag maar ik ben het 'verplicht'. Telkens als een 'vriendin' wil gaan shoppen, kiest ze dingen die volgens haar bij mij passen. Als we bijna aan school zijn, stopt Alexander en blijft voor zich uit kijken terwijl ik hem een verbaasde blik toe schenk. Wat moeten we hier nu weer?
"Stap uit." zegt hij kil en hij gunt me geen blik. Ik blijf hem aanstaren zonder naar zijn woorden te luisteren. Alweer voel ik hoe dom ik ben geweest. Een enorm spijt gevoel verspreidt zich door mijn lichaam. Ik heb dezelfde fout weer begaan, zonder na te denken. Alexander lach kort. Ik zucht haast onhoorbaar. Waarom is hij zo? Waarom moet hij telkens het spelletje spelen en mij keer op keer laten verliezen, zonder genade? Het gebeurt al maanden en voor deze jongen was ik totaal niet gevallen. Hij is verandert naar een beest.
"Dus gisteren betekende alweer niets voor je?" Hij kijk de andere kant op en tikt geïrriteerd met zijn vingers tegen het stuur. Ik neem mijn handtas langzaam beet en bijt op de binnenkant van mijn wang. Op dit moment kan ik liever niet beginnen te zeuren maar direct uit de auto gaan en verdwijnen. "Ik dacht dat alles weer goed was tussen ons." Ik ben zo een hopeloos wicht. Na alles wat er tussen ons gebeurt is, hoop ik dat het allemaal terug goed komt tussen hem en mij. Ja, je ziet me al aankomen: ik hoop. Soms hoop ik gewoon te veel, ook al weet ik dat hopen geen nut meer heeft. In mijn leven, althans.
"Dat is het ook." zegt hij tot mijn verbazing als ik net naar buiten wil gaan. Ik schenk hem een niet-begrijpende blik. Hij weigert mij nog steeds aan te kijken. Ik glimlach naar mijn knieën en kijk dan weer op naar hem.
"Dank je, Alex." zeg ik en buig naar hem toe om hem een kus te geven. Meteen word ik teruggeduwd en volgt er een kwade blik naar me. Ik ga terug zitten en frons mijn wenkbrauwen. Wat is er nu weer? Hij vindt het ook nooit erg om mij in het openbaar te vernederen.
"Het is goed tussen ons, ja. Maar zorg dat niemand erachter komt! Anders is het niet alleen terug uit maar dan mag je meteen al je koffers inpakken om je graf in te gaan." Ik zucht onhoorbaar want ik weet goed genoeg dat ik anders een klap mag verwachten of in ieder geval iets wat me pijn gaat doen, al zijn het maar woorden. Ik knik begrijpelijk naar Alexander en doe het portier open. Voor dat ik naar buiten stap kijk ik hem nog even aan over mijn schouder.
"Ik zie je straks weer." Ik stap uit en loop verder naar school. Beter een geheime relatie dan dat hij me weer laat vallen. Inderdaad, hij heeft me al zeker 5 keer laten vallen daarom dat ik 'weer' zeg. Wat maakt het uit, nu is het goed en dat is het voornaamste.
Als ik de school in loop, komen meteen 3 meiden naar me toe gelopen. Chiara, Rose en Charlotte. Nog zo'n schijnheilige trutten. Ze komen enkel naar me toe om te kunnen roddelen achteraf. Ze roddelen over iedereen. Zelfs mij, waar ze 'beste vriendin' tegen zeggen. Ik ben er ondertussen toch al aan gewend en het kan me niets schelen. Als zij 'fake' willen doen tegen mij, prima, ik doe hetzelfde en erger!
"Victoria! Lieverd, wat heb ik je gemist! Gisteren was Denis' feestje echt leeg zonder jou!" tiert Rose terwijl zij en de andere meiden me een knuffel en een kus geven. Ik kijk haar medelevend aan en laat mijn hand langs haar wang gaan. Ze trekt een pruillip waardoor haar felroze lippen er opeens een heel stuk dikker uitzien. Chiara neemt een pluk van mijn haren speelt er even mee. Wacht maar, dit is nog maar het begin.
"Schat, ik heb de hele nacht wakker gelegen, ik was zo in gedachten... Ben je nu over Alexander of huil je nog steeds om hem?" Heb ik het niet gezegd? Ze komt eerst een beetje lief doen om de roddels te kennen. Ik haal mijn schouders op en denk meteen weer aan wat Alexander heeft gezegd. Ik besluit gewoon te liegen want dat is het enige wat er tussen ons gebeurt. Leugens. Dus ééntje meer of ééntje minder maakt toch niet uit.
"Ach, ik ben hem al vergeten, hoor. We hebben het gisteren uitgepraat dus nu voel ik me wel al een heel stuk beter dan in het begin. Alleen hebben we besloten dat het nooit meer goed tussen ons gaat zijn als een koppel maar eerder als vrienden." Chiara zucht en kijkt me bedroefd aan. Ik haal onverschillig mijn schouders op. Ik zie in haar ogen hoe gelukkig ze is dat het uit is. Het zou me dan ook nooit verbazen als ze met een ex van mij gaat lopen. Ik begin de ongemakkelijke stilte tussen ons door te hebben en besluit die te verbreken. "Ik ga dan maar. Ik moet nog even in het secretariaat melden dat Melanie ziek is. Ze had een kater van gisteren." De meiden knikken naar me waarna ik ze verlaat en naar het secretariaat ga. Ik zucht opgelucht. Ik vind het nooit leuk om met mijn 'vrienden' te zijn. Ik zie de valsheid en wantrouw altijd in hun ogen. Ooit hebben ze een kuil voor mij gegraven en ik was er dan ook bijna in gevallen. En natuurlijk komen ze dan af met een excuus als: ik heb er echt niets mee te maken, het was zij of het was hij. En als ze dan samen afspreken wie ze de schuld geven, gooien ze degene uit de vriendenkring en wordt die persoon gewoon het hele jaar door gepest en uitgescholden. Niet het beste idee maar veel kan ik er toch niet tegen doen.
Ik kom aan bij het leerlingensecretariaat en klop even op de deur. Ik kan gewoon voelen dat de vrouw kwaad gaat zijn. Ik loop naar binnen en sluit de deur glimlachend achter me, hopend dat ik niet te veel ge zaag moet aanhoren. De vrouw komt naar me toe met een glimlach en gunt me een vragende blik.
"Euhm... Melanie is redelijk ziek, deze ochtend. Ze begon uit het niets over te geven en ze heeft een barstende hoofdpijn. Waarschijnlijk komt ze morgen pas terug." De vrouw rolt irritant met haar ogen en noteert het. Melanie is redelijk vaak afwezig dus begrijp ik volledig dat de vrouw zo kwaad is. Ik glimlach ongemakkelijk naar haar en vertrek weer. De bel gaat en een diepe zucht verlaat mijn mond. Daar gaan we weer, een hele schooldag is weer begonnen. Hopelijk overleef ik het vandaag ook weer?
Er zijn nog geen reacties.