#26 Verleden.
POV Mark:
Ik voel dat ik langzaam wegzak ik een slaap ofzo. Vredig. Zo voelt het tenminste.
Ik voel handen op mijn borst, met een poging om me te reanimeren. Vrouwenhanden, een vrouwenstem, en een mannenstem.
'Nauwelijks hartslag' hoor ik de vrouw zeggen. Gaat dat over mij?
Ik voel dat ik dood ga? Wat voel ik? Coma? Dood? Bewusteloos?
Dan ga ik, ik glij door een tunnel naar iemand toe, het is mijn moeder? Wat moet ze hier?
"Mark kom maar! We gaan een ijsje halen!" roept ze naar me. Ik wil uit de glijbaan stappen, hij is rood.... hij was wit? "Mam?" zeg ik aarzelend. "ja schat?" is haar antwoord. "Is papa daar ook?" de mond van mijn moeder wordt een streep, "Nee en kom mee!" ze tilt me op en we lopen samen naar de ijssalon.
"Mama? Mag ik aardbeitjes?" vraag ik met een lach op me gezicht. "Tuurlijk lieffie, wat je maar wilt!" ze geeft me een knuffel.
"Carolien?" zegt een mannenstem, "Mark? Jongen!" wie is die man? "Jethro ga weg!" mijn moeder klinkt boos. "Mama? Wie is dat?" vraag ik bang aan haar.
"We gaan Mark, kom maar." Ze tilt me op en we lopen de ijssalon uit. "Carolien! Je kan me niet bij mijn zoon weghouden! Dat recht heb je niet!" "Ohnee Jethro? Dat kan ik prima!"
Weer die man, op school. "Mark, jongen kom we gaan wat eten!" zegt hij. Wie is die guy? "Wie de hell ben je?" Vraag ik bars aan hem. Het doet pijn bij hem. Al laat hij dat niet zien, je ziet het in zijn ogen. "Ik ben je vader...." What? "Ik heb geen vader, die is dood." Ik loop met mijn vrienden mee, wie wordt er nog door zijn vader opgehaald van school in je examenjaar?
Ik merk dat hij me blijft volgen met zijn ogen. Wat moet hij van me? "Rot op man! Ik ken je niet en je bent al helemaal niet me vader!" Ik weet wel dat het dezelfde man was van in de ijssalon 13 jaar geleden, maar ik ken hem niet. "Mark Youssef Sam Smiths." ik sta stil, hoe weet die gozer mijn volledige naam? Ik draai me om en ga 10 cm van hem af staan, "Hoe de fuck weet jij mijn naam?" zeg ik dreigend tegen hem. "En wat moet je van me?"
"Kom mee, ik vertel alles bij een kop koffie."
POV Gibbs:
Ik voel hem wegzakken, waar blijft die ambulance?
Dan hoor ik de sirenes, de ambulance draait met hoge snelheid de straat in. Eindelijk.
Alles gaat opeens te snel om te beseffen, Mark wordt op een brancard gelegd, hij wordt de ambulance ingereden en die rijd met hoge vaart weer weg. 5 minutenwerk. Ik loop, of ren naar buiten, naar mijn auto. "Gibbs?! Wat ga je doen?" Roept Ziva me achterna. "Naar het ziekenhuis natuurlijk!"
Er zijn nog geen reacties.