De paniek sloeg toe, er was geen uitweg. Inmiddels zat ook mijn kin al in het water. Nog even, en er was geen lucht meer. 'Ik geeft het op,' zei ik tegen mezelf, 'het gaat niet lukken. Ik ga dood.' Dood. Ik was nog niet klaar om te sterven. Een traan rolde over mijn wang. Ik zat met mijn neus tegen het plafond. Ik had nog een minuut zuurstof over. Daarna begon de hel. Daarna zou ik verdrinken.

Ik nam een grote hap zuurstof. En ik ging onder water. Even later zag ik dat de zuurstofbel was verdwenen. Rustig blijven, ging er door me heen. Wie weet, gebeurt er nog wel een wonder, en ging de deur open. Ik liet mezelf naar de bodem zakken. Had ik maar mijn stok, dan was hier allang weg, ging er door me heen. Ik drukte mijn hand tegen mijn mond, om te voorkomen dat ik zou ademen. Blijf rustig, Sarah, het komt goed. Probeerde ik mezelf rustig te houden, tevergeefs. Ik ademde diep in, en ik voelde het water achter in mijn keel. En net toen ik dacht dat ik er geweest was, voelde ik een stroming waarmee ik mezelf liet meesleuren. Al snel bevond ik mezelf op de gang, waar het water niveau snel daalde. Ik hoestte, en er kwam water uit mijn mond. Uit mijn luchtpijp. Snel kwam in overeind. Ik moest hier zo snel mogelijk weg zien te komen.

Strompelend liep ik door de gangen, en natte slierten hingen voor mijn gezicht. Tot ik stemmen hoorde. 'Pardon, je hebt wát gedaan?' klonk in een vrouwenstem in paniek. De stemmen kwamen uit een kamer, waar ik heen liep. 'Luister, het is YouKnowWho's dochter! Hij heeft ons kind ook vermoord.' 'Snap je het niet, Hij zal achter ons aankomen.' Ik wierp een blik om de hoek naar binnen. Ze stonden met hun rug naar de deur toe. Idioten. Ik grijnsde. En toen zag ik mijn toverstok liggen. Op de grond, vlak voor de deur. Is dat nou even geluk. 'Ik zal je beschermen.' Mijn hand greep naar mijn stok, en op dat moment draaide de man zich om. Ik zag de paniek in zijn ogen. 'Expelli-' 'Stupefy!' Ik was sneller. Mijn lamstraal raakte de man in zijn borst, en hij viel op de grond. Bewegingsloos. 'Nee!' gilde de vrouw. Ze liet haar stok vallen, en ze kroop angstig naar achter. 'Je hoeft niet bang te zijn. Je bent gewoon op de verkeerde plek, op het verkeerde moment,' zei ik kil. De vrouw trilde. 'Alsjeblieft!' Ik grijnsde, het was heerlijk haar zo te zien smeken. 'Geen zorgen, het is allemaal voorbij. Ik zal het snel doen.' De vrouw begon zacht te huilen, en ze sloot haar ogen. 'Avada Kedavra.'

Ik wierp een blik op de twee bewegingsloze lichamen. De een was dood, de ander slechts verlamd. Met moeite liep ik de kamer uit. Ik liep door de stille, donkere gangen. 'Lumos,' zei ik en een straal licht kwam uit mijn stok. Uiteindelijk kwam ik bij een zware, ijzeren deur. Met moeite duwde ik deze open. Door het daglicht was ik even verblind. Na een paar seconden zag ik waar ik was. Midden in het bos. Ik begon te lopen. 'Hallo?', schreeuwde ik. Geen reactie. Met mijn stok duwde ik op mijn Dark Mark. Ik voelde tranen opwellen. Van de pijn maar ook uit angst dat het niet meer goed zou werken. Er waren vreselijke dingen mee gebeurd. En het vel op mijn arm hing los. Mijn zicht werd wazig en ik knipperde verwoed. 'My Lord?', riep ik. Wederom hoorde ik niks. 'Vader, alstublieft!', riep ik en de wanhoop was te horen in mijn stem. 'Voldemort.' Na die woorden zakte ik door mijn benen en ik raakte de mossige grond. Ik liet mezelf tegen een boom aan leunen. Wederom drukte ik met mijn stok tegen mijn Dark Mark aan. En wederom voelde ik verschrikkelijke pijn. 'Vader?', riep ik nogmaals. Mijn zicht werd weer wazig. Zwarte vlekken dansden voor mijn ogen. Het laatste wat ik zag was een grote, zwarte gedaante. Lord Voldemort. 'Vader,' fluisterde ik nog zwak.

Reageer (2)

  • scarletwitch

    Ik vind het echt gemeen dat ze dat hebben gedaan!
    FIGHT IT SARAH!

    7 jaar geleden
  • Kaffaljidhmah

    God zij Dank, ik dacht eerst echt dat ze ging verdrinken! :(

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen