O61 - Pain
De rest van de nacht bewerkte de man mijn lichaam, en vuurde afwisselend een curse op mij af. Ik was zo machteloos. 'Je gaat hiervoor sterven,' siste ik. De man sloeg met zijn vuist tegen mijn kaak aan. 'Is dat zo?' 'Daar ga ik persoonlijk voor zorgen,' zei ik terwijl ik bloed uitspuugde. De man begon weer angstaanjagend te lachen, en ik hoorde hoe hij weg liep. Naar de ijzeren tafel, waar zijn martelwerktuigen lagen. Hij kwam terug met een grote bijl. 'Laten we je arm van The Dark Mark ontdoen. Het verpest je egale huid.' De man maakte mijn linkerhand los, die direct naar beneden viel. Hij pakte zijn bijl, en liet die tegen mijn arm rustten. Daarna deed hij alsof hij mijn arm eraf ging hakken. Een korte schreeuw van de schrik kwam over mijn lippen, en de man begon weer te lachen. Daarna begon hij met zijn bijl laagje voor laagje over mijn arm te schrapen. Al snel droop het bloed naar beneden. 'Het gaat maar niet weg, misschien moet ik dan toch maar je arm amputeren.' Ik antwoordde niet, en ik staarde naar de muur. De pijn was ondragelijk.
Na een lange tijd liet de man de bijl op de grond vallen. Hij ging met zijn hand over mijn arm, en drukte zijn vingers in mijn vlees. Ik kneep mijn ogen dicht van de pijn. En ik hapte naar adem. 'Dat voelt goed, toch Riddle?' 'Je gaat wensen dat je nooit geboren bent,' zei ik en ik kreeg de woorden met moeite over mijn lippen. Mijn zicht begon wazig te worden. Ik zag nog dat de man de kelder uit liep, voordat alles weer zwart werd.
Toen ik weer wakker werd, moest ik mezelf oriënteren. Wat was er gebeurd. Ik opende langzaam mijn ogen, en ik keek om mij heen. Al snel kwam de pijn terug, die ik door mijn hele lichaam voelde. Een rode plas was om mij in ontstaan in het water. 'Wacht,' mompelde ik, 'water?' Toen merkte ik dat het waterniveau langzaam maar zeker steeg. Hij ging mij laten verdrinken. De paniek sloeg toe, toen ik dat besefte. En ik sperde mijn ogen angstig open. Ik wierp een blik omhoog, en ik zag dat ik nog steeds vastzat met één hand. 'Nee,' zuchtte ik. Ik probeerde mezelf los te rukken, maar er zat geen beweging in. En toen begon ik zo hard te trekken, dat ik gekraak van mijn hand hoorde. Een pijn scheut trok door mijn hand, maar ik hield niet op. Dit was de enige manier om los te komen. Er volgde meer kraakgeluiden, en meer pijn. Maar uiteindelijk viel ik met een plons in het water. Toen ik boven kmam, was het water inmiddels al tot mijn middel. Ik wierp een korte blik naar mijn hand. Mijn vingers staken in richtingen die niet natuurlijk waren, en ik kon mijn hand niet bewegen.
Met alle macht die ik had, duwde ik tegen de ijzeren deur. 'Help me!' gilde ik, 'alsjeblieft!' Er kwam, zoals verwacht, geen reactie. En het water bleef stijgen. Hoe ging ik hier ooit levend uit komen?
Na een lange tijd liet de man de bijl op de grond vallen. Hij ging met zijn hand over mijn arm, en drukte zijn vingers in mijn vlees. Ik kneep mijn ogen dicht van de pijn. En ik hapte naar adem. 'Dat voelt goed, toch Riddle?' 'Je gaat wensen dat je nooit geboren bent,' zei ik en ik kreeg de woorden met moeite over mijn lippen. Mijn zicht begon wazig te worden. Ik zag nog dat de man de kelder uit liep, voordat alles weer zwart werd.
Toen ik weer wakker werd, moest ik mezelf oriënteren. Wat was er gebeurd. Ik opende langzaam mijn ogen, en ik keek om mij heen. Al snel kwam de pijn terug, die ik door mijn hele lichaam voelde. Een rode plas was om mij in ontstaan in het water. 'Wacht,' mompelde ik, 'water?' Toen merkte ik dat het waterniveau langzaam maar zeker steeg. Hij ging mij laten verdrinken. De paniek sloeg toe, toen ik dat besefte. En ik sperde mijn ogen angstig open. Ik wierp een blik omhoog, en ik zag dat ik nog steeds vastzat met één hand. 'Nee,' zuchtte ik. Ik probeerde mezelf los te rukken, maar er zat geen beweging in. En toen begon ik zo hard te trekken, dat ik gekraak van mijn hand hoorde. Een pijn scheut trok door mijn hand, maar ik hield niet op. Dit was de enige manier om los te komen. Er volgde meer kraakgeluiden, en meer pijn. Maar uiteindelijk viel ik met een plons in het water. Toen ik boven kmam, was het water inmiddels al tot mijn middel. Ik wierp een korte blik naar mijn hand. Mijn vingers staken in richtingen die niet natuurlijk waren, en ik kon mijn hand niet bewegen.
Met alle macht die ik had, duwde ik tegen de ijzeren deur. 'Help me!' gilde ik, 'alsjeblieft!' Er kwam, zoals verwacht, geen reactie. En het water bleef stijgen. Hoe ging ik hier ooit levend uit komen?
Reageer (1)
Owwww! Sarah!
7 jaar geleden