20.1: On(Stabiel)
"Harry!" Ik kan hem in godsnaam toch niet zo laten vertrekken, niet in deze toestand. Hij is zichzelf niet. Misschien is hij zichzelf wel helemaal en daardoor- doe iets Tomlinson! Mijn benen lopen achter zijn lange trage gestalte aan. Hij draait zich om. Nog steeds staat er weinig tot geen uitdrukking of emotie op zijn mooie gezicht. Hij ziet er zo onmenselijk en hard uit nu... Ondanks de zachte welvingen van de krullen.
"Laat me even alleen Louis."
"De beslissing was gemaakt Harry. Ze was gemaakt!" Hevig en onder stoom door de toenemende adrenaline sta ik met een rood hoofd tegenover hem, wijzend naar de grond om op onze afspraak - verhouding, te wijzen.
"Ik zei laat me alleen!" Zijn stem klinkt te machtig en luid waardoor ik schriel ineenkrimp.
"De persoon die zijn stem verheft verliest. Dat betekent dat je geweld gebruikt omdat je woorden nergens op trekken. Ik blijf bij je, zeker nu. Net zoals jij niet weg ging gaan, weet je nog?" Ik kijk hem nadrukkelijk aan. Het duurt even voordat hij traag knikt en ik een stap naar hem toe kan zetten. "Ze is akkoord - je beseft dat. Ze wil dat dit, wij gaan gebeuren. Het hoorde zo." Opnieuw knikt hij traag, zelf verbaasd doordat hij toestemde. Voorzichtig open ik de kamer waar hij voorstaat, het schilderatelier. Natuurlijk, de plaats waar zijn gedachten omgezet worden in beelden. Harry volgt me, nog lichtjes overdonderd met grote pupillen, maar hij is er. Tussen de lege vellen staat er eentje recht, eentje met een doek rond en een krukje voor. Vanuit hier kun je perfect het portret van de familie Styles zien. Mijn vingers gaan langzaam over de doek, opgeslorbt door mijn eigen gedachten, totdat een grote zware hand ze doet stoppen.
"Wil je het zien?" Verbaasd knipper ik een paar keer met mijn ogen, hij herhaalt geduldig zijn vraag. Dit is wel erg persoonlijk...
"Enkel en alleen met jouw toestemming." Voor heel even lijkt een mondhoek omhoog te gaan, maar het kan ook schijn zijn want zijn emerald ogen staan nog steeds bedroefd. "Ga zitten Louis." Het bevalt me niet dat hij me zo strak en net aanspreekt, maar veel kan ik er niet tegen doen. Het lijkt niet zo, maar zijn emotionele toestand is alles behalve stabiel - iets wat je vaak bij vrouwen tijdens de fameuze periode ziet. Je ziet er niks aan, maar een verkeerd woord... Mijm achterste voelt het hout als ik terug naar Har kijk. Zijn lange vingers halen behendig het doek eraf.
"Oh H-" Ik hap naar adem. Dat is gewoonweg prachtig. Op het doek staan ik en hij. Maar niet zomaar ik en hij. Geen verf, enkel houtskool. Zijn lippen leunen aanhankelijk tegen mijn neusbeen. Hij is langs achteren tegen me aangedrukt, ik die in totale extase mijn hoofd naar achter laat leunen, verlangend naar meer.
“Is dit het allemaal waard?! Mh?!” Gefrustreerd wandelt hij rond met die vreselijk lange slanke benen van hem, zijn handen die wanhopig door zijn haren gaan in een poging ze uit zijn gezicht te houden.
“Dit is niet zomaar iets Beer. Wij zijn niet zomaar twee wezens.” Ik haal langzaam adem en kijk terug omhoog naar de prachtige vampier. “Alleen zijn we niets waard, maar samen… Samen zijn we mooier en beter dan iemand zich ooit kan inbeelden.” Nog steeds onder de indruk van Harry’s tekentalent laat ik mijn ogen over het doek dwalen. Ik wil het meenemen en nooit meer alleen laten. Net als hem. Hem meenemen naar de mooiste avonturen en dan nooit meer loslaten.
“Jij kan toch zo mooi praten Louis, ik wou dat ik het kon geloven. Echt waar.” Zijn groene ogen staan treurig en zijn roze lippen pruilen teleurgesteld naar beneden. Ik sta langzaam op, om meer indruk op hem te kunnen maken met mijn gestalte. Mijn beweging wordt opgemerkt door hem.
“Vertrouw je me?” Zijn wenkbrauwen gaan snel naar beneden zodat er een frons komt te staan, iets wat hij veel te vaak doet. Hij is wantrouwig, nu, zoekend. Hij knikt, maar dat is niet goed genoeg. “Beer, vertrouw je me?!” Mijn vraag is dringender, maar ik wil het horen, moet het horen.
“Ja Boo. Ja, dat doe ik.” Ik knik tevreden en ga zelfzeker voor hem staan. Mijn ruwe handen nemen zijn zachte gezicht vast zodat hij me aankijkt.
“Vertrouw me dan dat het goed komt. Voor iedereen.” Even lijkt het alsof hij niet wilt reageren, niet durft. “Har?” Hij knippert een keer en kijkt me dan terug geconcentreerd aan.
“Ik vertrouw je.” Mijn armen vouwen zich automatisch rond zijn slanke maar stevige middel.
“Mooi zo. Ik vertrouw jou ook Beer.” Ik glimlach als hij me een kus op mijn kruin geeft en daarna nog eentje op mijn voorhoofd. Verliefd zoen ik hem zachtjes en teder, het voelt aan alsof hij dat zo nodig heeft. Hij reageert met een zacht geluidje als onze lippen even beiden naar adem happen. Ik glimlach en geef hem terug een kus op zijn voorhoofd waarna hij me terug iets losser laat, maar me nog steeds in zijn buurt houdt door middel van een arm rond mijn middel. Mijn maag gromt ongemakkelijk als ik Harry een onschuldige blik geef en begin te grijnzen.
“Zullen we dan maar?” Hij trekt een bruine fijne wenkbrauw van hem op als hij naar mijn buik kijkt en me een duwtje vooruit geeft.
“Je kijkt wel opvallend graag naar beneden bij mij, niet?” Om het wat kracht bij te zetten haal ik mijn tong even over mijn lippen om ze te bevochtigen, al was dat niet echt nodig. Vanuit mijn ooghoeken krijg ik nog net zicht op de keizer die zijn tanden op elkaar zet, proberend het te negeren. De vlammen, het vuur, alles en niets dat er tussen ons is.
“Niet nu Boo.” Ik glimlach enkel en leg een arm van mij ook rond zijn middel. Het ziet er niet uit, maar op die manier kan ik mijn hand wel laten afzakken naar zijn achterste om- “Louis! Stop ermee.” Zijn stem is zo hoog als dat van een klein meisje als zijn groene flikkerende ogen me aankijken, berispend, maar de twinkel verraadt hem.
“Wat? Is iemand bang van een beetje fysiek contact?” Ik grijns plagend naar hem als we terug beneden zijn bij de hal.
“Houd jij je maar in voordat ik je laat voelen wat fysiek contact echt inhoudt.” Zijn hese stem zorgt voor kippenvel, maar veel meer dan een zelfingenomen grijns zie je niet op mijn gezicht; ik had het zien aankomen.
“Klinkt erg aantrekkelijk Beer.” Ik knipoog een keer speels naar hem voordat ik nog iets toevoeg. “Het is te hopen dat je je attitude en lengte dan een keer bewijst.” Hij gromt zachtjes voordat we de eetkamer ingaan. Ik glimlach enkel nog. Hij heeft me inmiddels losgelaten, om zichzelf rustig te houden vermoed ik. Zo onschuldig als wat begin ik aan de heerlijke aardappelen terwijl ik Harry’s blik vasthoud als ik eet. Hij ziet er erg chagrijnig uit, niemand zegt er iets van. Ik ben dan ook de enige die weet dat het meer is dan dat. Ik doe er lekker langzaam over, iets wat de frons in Harry’s aangezicht alleen maar dieper maakt en de vingers die hij rond te tafel klemt alleen maar strakker en pijnlijker. Als mijn bord op is staat hij meteen op.
“Louis, we hebben dingen te bespreken, kom.” De andere kijken me even raar aan, maar ik haal enkel mijn schouders op en doe een rustig wegwerpgebaar. Harry is echter ongeduldig en als ik de kamer dan eindelijk uit ben vallen zijn grote handen mijn lichaam meteen aan. Hij duwt me tegen de muur. Mijn lippen wijken uit elkaar terwijl ik zijn blik vasthoud. “Niks. Zeggen.” Ik knik zachtjes en wil naar hem toe buigen, maar hij is sneller en buigt van me weg. Mijn hersenen zijn traag in beseffen dat de keizer zijn weg al naar boven aan het maken is. Nieuwsgierig volg ik hem op een hoog vermoeiend tempo. Eenmaal boven ben ik hem kwijt, maar hij zal wel op zijn kamer zitten zeker, hoop ik. De houten deur kraakt pijnlijk als ik merk dat de kamer leeg is - of toch niet. De vampier met de heerlijke bos krullen staat in een hoek van de kamer, verscholen. Ik glimlach gelukzalig, trots.
“Gevonden.” De vampier komt zwijgend naar me toe, zijn mondhoeken die naar de hemel wijzen. Zijn grote handen komen van achter zijn rug vandaan als ik het pas opmerk – menselijk te laat. Een donkerblauw doosje. Kleiner dan zijn handpalm, de perfecte grootte voor-. Oh God.
“Louis William Tomlinson.”
“Harry.” Hij glimlacht en kijkt me van onder zijn wimpers aan. Zijn gestalte torent boven me uit, maar de lieve blik en bos krullen doen hem er vriendelijk uit zien.
“Wil je door deze ring aan te nemen, mijn vriend zijn? Ik weet dat dit eigenlijk niet bestaat,” zijn roze tong bevochtigd nerveus zijn lippen, “maar voor een verloving heb ik toestemming van de kerk en je moeder nodig.” Ik kan niets meer doen dan stom glimlachen.
“Dit is meer dan genoeg voor mij Beer.”
“Ik ben blij om dat te horen Boo.” Ik schrik op van koud metaal tegen mijn dunne vinger.
“Oh-“ Het is de kleur van Harry’s ogen. Wel, ongeveer. Zijn oogkleur verandert nogal vaak, maar als Harry op zijn puurst is, hebben ze de emerald-blauwe kleur. “Hij is echt zo mooi.”
“Niet zo mooi als jij.” Zonder daar op te antwoorden buig ik voorover en kus ik eindelijk, eindelijk, die volle roze lippen van hem. Mijn handen vinden zijn lange zachte krullen. De vlam wordt aangewakkerd als hij zachtjes kreunt doordat ik aan zin haar trek. Dat hese, diepe, rauwe geluid. Ik merk dat zijn tanden scherp prikken tegen mijn onderlip als hij er hongerig aan trekt, het maakt me alleen maar wilder. Zonder na te denken loop ik met hem mee tot aan het bed. Onze handen zijn overal op de ander zijn lichaam, trekkend aan de kleding. Klauwend naar meer. Het bed veert als we er beiden tegelijkertijd op landen. Harry is me echter voor en draait zich zo totdat hij op me ligt. Ik glimlach als hij wat meer overeind komt en zijn blauwe ogen met een rood randje zwoel naar me lonken. Ik kreun verlangend als zijn lippen teder langs mijn nek gaan, tot aan mijn borstkas. Zijn grote handen verwijderen me van de stof. Ik open mijn ogen pas terug als zijn warme adem mijn vingers strelen.
“Harry…” Ik zucht zachtjes als hij mijn vingertoppen een voor een kust. Teder en zacht.
“Shht.” Hij buigt terug voor over. Zijn frisse adem op mijn gevoelige huid is doorslaggevend om hem zacht te kussen en mijn hete vingers over zijn koudere buikspieren te laten glijden. Iets lager brandt het al bij ons beiden.
“Harry- ik, ik houd het zo niet. Geen idee wat dat is of hoe je het moet oplossen maar-“ Hij glimlacht vertederd nadat hij me een kusje gaf.
“Ik help je. Heel rustig aan. Hoe je het oplost zonder, zonder echt contact.” Ik reageer niet, het enige wat ik voel is dat het zo verschrikkelijk warm is en dat mijn hersenen niet verwerkt krijgen wat hij zei. “Louis?”
“Voorzichtig. Voorzichtig Har.” Ik merk dat ik wat angstig ben voor het idee, maar dat ik het ook erg graag wil.
“Ik ben altijd voorzichtig met je Boo.”
Reageer (1)
snel verder
8 jaar geleden