Fault 3.
3 augustus 2015 || Liv Campbell
Het was een gewoonte geworden, en wel een echte gewoonte. Want gewoontes worden saai en soms zelfs vervelend. Zo belde ik Louis elke dag. Een aantal keren in de avond, in de ochtend soms zelfs 's nachts. Om zo uiteindelijk dezelfde monotone pieptoon te horen waardoor ik wist dat hij me had weggedrukt. Misschien zou het leuker worden, moest ik deze monotone toon kunnen veranderen in een aangenamer deuntje waar ik vrolijk van werd maar helaas dat kon niet.
En als het wel kon dan wist ik toch al zeker niet hoe.
Waarom ik hem dan toch bleef bellen? Dat was een goede vraag. Ik wist het eigenlijk zelf niet. Wat ik er mee hoopte te bereiken? Ook daar had ik eigenlijk geen flauw idee van. Misschien hoopte ik dat hij me niet zou vergeten door mijn naam elke dag op zijn scherm te zien verschijnen. Alhoewel ik er bijna van overtuigd was dat hij me juist probeerde te vergeten en ik het hem dus alleen maar moeilijker maakte. Misschien hoopte ik dat hij op een dag toch zijn vinger naar het groene hoorntje zou laten glijden. Maar moest dit mirakel zich ooit voordoen, wat dan nog meer? Wat zou ik zeggen? Want wat zeg je tegen iemand die je hebt achtergelaten?
Zo simpel was het nu ook weer niet, maar ik kon toch niet gewoon: 'sorry' zeggen. Ik zou dagen nodig hebben om het hem uit te kunnen leggen en hij misschien zelfs wel weken of maanden om het te begrijpen.
Ik schudde mijn hoofd. Deze keer had ik het goed verpest, of nou ja eerder slecht verpest want er was eigenlijk helemaal niets goed aan. Ergens was ik wel blij dat ik Louis kende voor hij beroemd was geworden, voor iedereen op deze hele aardbol hem beminde en herkende. Bovendien moest hij al beroemd geweest zijn terwijl we samen waren, dan was ik nu waarschijnlijk al duizenden malen vermoord geweest door zijn fans. En ik wilde liefst nog even blijven leven.
Maar dat was dan ook het enige goede aan al deze ellende. Dus nee mensen konden me niet verwijten dat ik hier niet positief mee omging, want zelfs in deze grote duisternis zag ik nog een lichtpuntje al was het niet groot.
Ik zuchtte nogmaals.
Louis berichten sturen was hopeloos. Het was even hopeloos als zoeken naar water in een mijlenlange woestijn. Het probleem was dat ik dat maar al te goed wist maar het toch niet onder ogen wilde komen. Toch waren er een aantal kleine dingetjes die me terug hoop gaven. Zo was ik een tijdje terug beginnen denken waarom hij niet gewoon een nieuwe simkaart had gekocht als hij me niet meer wilde horen of zien. Want zo veel moeite koste dat nu ook weer niet, toch?
Mij maakte het niet uit. Ik was al lang blij dat hij zijn nummer nog niet veranderd had. Het gaf me op een bepaalde manier toch een gevoel van verbondenheid. Ik stond nog tussen zijn contacten en hij stond natuurlijk nog tussen die van mij. En dat maakte me op een manier toch gelukkig. Ook al waren dit enkel een paar getallen die samen een cijfer vormden. Het was al iets. En iets is altijd beter dan niets, dat zei mijn oma altijd.
Ik wreef even met mijn handen door mijn haren en staarde weer een keer naar mijn gsm. Ergens vond ik het ook wel spannend om telkens naar Louis te bellen en berichten te sturen. Wie weet hoeveel van mijn berichten had hij al gelezen. Of misschien hadden zijn vrienden wel een deel van mijn berichten gelezen of was het hen opgevallen dat ik Louis vaak belde. Ik hoopte het.
Geef me nog een kans Louis, stuurde ik naar hem en ik wist hoe wanhopig mijn bericht klonk. Maar dat kon me niet schelen. De kans dat hij me terugstuurde of dat bericht zelfs nog maar opende was miniem.
Reageer (4)
Ik ben zo benieuwd naar haar reden voor dit alles
7 jaar geledenIk ship het
8 jaar geledenshe's kinda desperate... Maar wel mooi geschreven!! (:
8 jaar geledenSuper mooi! +abo!!
8 jaar geleden