Chapter 52

Het begint al te schemeren in de Rift. Samen met Vaerel sta ik op de steiger voor ons huis. Ik kijk naar High Hrotgar. Er is de laatste maanden zoveel gebeurd. Shakari heeft een partner gevonden, Kharjo. En Bokul is terug gegaan naar Markath. Hij werkt daar nu als een smid. Vaerel heeft ook werk gevonden, in de Bee&Barb, als ober. Het verdient niet heel dik, maar we kunnen de rekeningen betalen. Ik verdien nog wat bij met jagen. We hebben niet veel, maar het is voldoende. 'Het is hier prachtig,' zeg ik tegen hem. 'Ja, dat is het inderdaad. Het laat me denken aan Alindor in de winter. Heel koud wordt het daar niet.' 'Heb je nooit eens heimwee?' vraag ik hem. Hij schudt zijn hoofd. 'Nee, niet echt. Toen ik hier pas kwam, samen met Ancano, wel. Het was hier zo anders. Ik had niet gedacht dat ik hier nog liefde zou vinden.' Ik moet blozen. 'Heb jij geen heimwee?' Ik haal mijn schouders op. 'Niet meer zo. Dit is nu mijn thuis. Het is natuurlijk jammer dat ik ze niet meer iedere dag zie. Maar ik heb hier nu ook familie.' Vaerel knikt. 'Ja, dat klopt...Is dat een amulet van Mara?' Ik kijk even naar beneden. 'Ja, dat klopt.' Hij kijkt me even aan. 'Je zei me, vlak nadat we High Hrotgar verlieten, we verbonden waren. Ik wist destijds nog niet precies wat je bedoelde. Maar ik denk dat ik het nu wel weet. En als je bedoelt wat ik denk dat je bedoelt, dan wil ik je zeggen dat ik er klaar voor ben.' Hij kijkt me even aan. Dan zakt hij door zijn knie. Hij pakt mijn handen vast. 'Arwen? Wil je met me trouwen?' Mijn hart klopt als een bezetene. Ik knik. 'J-ja, dat wil ik! Dat wil ik, Vaerel!' Hij staat op. Ik vlieg hem om de hals. Ik voel zijn sterke armen om me heen. We laten elkaar weer los. 'Dan lijkt het me het beste om een datum te prikken,' zegt hij. Ik knik. 'Ik wil wel dat mijn familie erbij is. Ik weet niet hoe het met jouw familie zit?' Hij zucht. 'Verwacht niet teveel, liefste. Het is de Thalmor. Misschien dat Ancano komt, maar dat denk ik ook niet.' Ik kus hem even. 'Weet dat je meer dan welkom bent in mijn familie.' Hij knikt. 'Weet ik.' Hij pakt zijn boog. 'Kom, laten we gaan jagen. Wie weet wat er hier 's nachts rondloopt!'