Hoofdstuk 8
Mijn adem leek even te stokken en mijn hartslag sloeg een tel over – zogenaamd dan.
Had ik het goed verstaan? Was dit Alisha?
“Hoi, met Calum,” begon ik ongemakkelijk. Nu ik haar eenmaal aan de lijn had werd ik pas nerveus. Het kon heel goed dat ze niet eens wist wie ik was, of dat het de verkeerde persoon was. Het was ook maar een droom. Dromen zijn bedrog, dat weet iedereen.
En wat moest ik in hemelsnaam zeggen? Waarom was ik nou ook weer zo impulsief en had ik meteen gebeld? God, ik haatte mezelf op dit soort momenten.
“Wacht, Calum zei je?” hoorde ik haar stem.
“Eh, ja.”
Het bleef voor een paar tellen stil. Het was zenuwslopend. Ze kende me niet. Ze wist niet wie ik was.
“Je maakt vast een grapje,” hoorde ik haar zeggen.
Ik bleef stil, niet wetend wat ik moest zeggen. Ik werd onwijs vernederd nu. Ze kende me niet. Ik had gelijk gehad. Mijn droom was maar een droom geweest en die hele Alisha was maar een fictief persoon. Hoe had ik ook ooit kunnen denken dat ze het echt was? Hoe had ik ooit naar Ashton kunnen luisteren?
“Calum, sorry, ik weet niet wat ik moet zeggen,” hakkelde ze. Nou goh, ik ook niet.
“Ik heb van mijn ouders gehoord dat je vlak bij mij in het ziekenhuis lag, en, oh god dit gaat raar klinken, maar ik heb het gevoel dat ik je al lang ken. Alsof we elkaar al heel goed kennen en ook vaak gezien hebben. Maar ja, dat is niet zo. Sorry voor mijn vage geratel.”
“Ik weet wat je bedoelt. Toen ik in coma lag had ik een droom, en daar heb ik je leren kennen. Ik ontdekte pas dat het een droom was toen ik wakker was, en daarna vergat ik alles,” onderbrak ik haar opgelucht. Tot nu toe leek het erop dat Ashton toch gelijk had, en dat de droom wel een soort van echt was geweest.
“Ja, precies! Het leek allemaal zo echt. Ik had mijn eigen kapsalon en jij kwam je haar laten knippen omdat je zus je dat had aangeraden, of zoiets? Ik weet het niet meer precies, maar af en toe krijg ik flashbacks naar de droom. Mali, zo heette ze volgens mij.”
De rust werd verbroken door een geschreeuw van beneden. Ik hoorde m’n naam en iets van dat ik moest komen, maar ik schreeuwde hard terug dat ik over tien minuutjes zou komen. Ik kon dit gesprek toch niet zomaar afbreken?
“Sorry, dat was mijn moeder,” grinnikte ik. “Maar ja, mijn zus heet inderdaad Mali. Trouwens, ik ben zo blij dat ik je eindelijk gevonden heb! Ik dacht dat ik gek was en dat je helemaal niet bestond.”
Ik hoorde gelach van de andere kant. “Ja, ik herken het. Ik kon er met niemand over praten omdat het eigenlijk zo’n bizar verhaal is. Ik bedoel, hoe kan je mensen leren kennen via een droom? Die mensen bestaan nooit en verzin je zelf.”
Er klonk wat ruis aan de andere kant, en ik hoorde wat stemmen praten.
“Oh, sorry Cal, maar ik moet gaan. Ik moet naar het ziekenhuis toe voor controle. Ik spreek je nog wel weer, denk ik? Het lijkt me leuk om je een keer echt te ontmoeten,” sprak ze, en beiden moesten we lachen om haar laatste woorden.
“Veel succes daar! En ja, ik spreek je wel weer.”
“Oké, doei!”
“Doei,” zei ik nog, maar de verbinding was al verbroken.
Ik gooide m’n telefoon weer op m’n bed, maar deze keer was ik niet gefrustreerd. Ik was enorm blij, opgelucht, trots.
Eindelijk was het me gelukt om haar te vinden, én te bellen.
Snel rende ik naar beneden toe en ging ik weer aan tafel zitten. Ik had een brede glimlach op mijn gezicht staan, en dat zagen mijn ouders ook. Mijn humeur was in één klap omgeslagen van chagrijnig naar blij. Héél blij.
Reageer (7)
Oeh, ze moeten elkaar dringend ontmoeten. ^^
9 jaar geledenEn nog een gelukkige verjaardag!
Nogmaals gefeliciteerd Annick <3.
9 jaar geledenEN SNEL VERDER WANT OMG. JA. Annick je schrijft echt super goed en ja ik hou gewoon van dit verhaal *O*