#013
Ik ben onderweg naar de binnenplaats net als alle andere leerlingen. Ik weet niet precies wat er aan de hand is maar aan de leerlingen om mij heen hoor ik dat professor Omber een docent van school al wilt sturen. Ik zie dat er uit de gang van de rechterkant twee lange jongens met rood haar komen lopen, Fred en George. Ik versnel mijn pas en manoeuvreer tussen de menigte door om zo snel mogelijk bij hun te komen. Ik leg mijn hand op Fred zijn rug, die omkijkt.
‘Rosa, weet jij wat er aan de hand is?’ vraagt Fred die zijn vaart vermindert omdat we er al zijn. Het staat bom vol met leerlingen, ik ben niet zo groot dus ik kan niet goed zien wat er gebeurd. Ik schut snel mijn hoofd en ga achter de menigte staan. Fred en George komen achter mij staan en leggen allebei een hand op mijn schouders. Fred en George die zonder moeite over de menigte kijken vertellen mij dat het om professor Zwamdrift gaat die door professor Omber van het terrein wordt verbannen. Ik hoor aan het stem geluid van professor Zwamdrift dat ze aan het huilen is. Ik merk dat er iemand naast mij komt staan, ik kijk om en zie Ron staan. Ik knik om hem te begroeten. Ik hoor dat professor Anderling zich erbij heeft gevoegd om het op te nemen voor professor Zwamdrift. Ik hoor de deuren van het kasteel open gaan, als reflex grijp ik naar Ron zijn hand. Ik kijk geschrokken op en wil zijn hand loslaten, alleen zijn greep van zijn hand word sterker. Ik hoor dat professor Perkamentus zich bij het gesprek heeft gevoegd en zegt dat professor Anderling professor Zwamdrift naar binnen mag begeleiden omdat professor Omber geen bevoegdheid heeft om mensen van het terrein te verbannen. Professor Omber, die daar natuurlijk geen genoegen mee neemt, geeft haar weerwoord dat dat voor nu nog wel is, maar dat dat veranderd gaat worden. Nadat professor Perkamentus weer naar binnen is gelopen en het schouwspel voorbij is. Beginnen leerlingen weer te praten en lopen weer weg. Mijn hand ligt nog steeds in die van Ron, ik kijk hem aan en voel dat mijn wangen warm worden snel trek ik mijn hand terug. Ik zie dat zijn wangen rood kleuren terwijl hij naar de grond staart.
‘Zullen we deze tortelduifjes maar weer alleen laten?’ zegt Fred tegen George. Ik draai mezelf om en kijk naar twee breed grijnzende gezichten.
‘Ik ga mijn huiswerk maken.’ Zeg ik terwijl ik merk dat mijn hoofd steeds warmer word.
‘Moet Ron je even begeleiden? Hand in hand.’ George moet zelf het hardste lachen om zijn opmerking. Hoofdschuddend loop ik langs de tweeling heen richting de bibliotheek om mijn huiswerk te gaan maken. Mijn lichaam zit nog steeds vol met vlinders als ik bij de bibliotheek aankom, ik heb het deze keer wel zwaar te pakken. Ik ben nog nooit zo erg verliefd geweest.
Er zijn nog geen reacties.