#012
Ik lig met mijn ogen open in bed. Ik staar naar het plafon waar een spinnetje zijn web maakt, ik heb mezelf al 20 keer om gedraaid om te hopen dat ik in slaap kan vallen maar het lukt niet. Het enige waar ik aan kan denken is “Ron”, hij spookt al dagen door mijn hoofd. Dit gaat hem niet meer worden, ik gooi mijn benen uit bed en pak mijn toverstok.
‘Lumos’ fluister ik. Er ontstaat een klein lichtbolletje aan het begin van mijn toverstok. Heel stil, hopend dat ik de rest niet wakker maak, trek ik mijn sloffen aan en grijp het boek wat op mijn nachtkastje ligt. Ik sluip naar de leerlingen kamer en zie niemand zitten, wat ook vrij logisch is want het was midden in de nacht. Ik leg wat haardblokken op het vuur en ik wijs er met mijn toverstok naar ‘Incendio’. De haardblokken vliegen in brand, ik nestel mezelf in de bank en begin met het lezen van het boek. Het ging over de onbeantwoorde liefde van twee tovenaars.
Ik hoor voetstappen van de trap afkomen. Geschrokken kijk ik op, ik zie Harry van de trap af lopen.
‘Wat doe jij hier? Hoor je niet al lang op bed te liggen?’ Vraagt Harry aan mij terwijl hij in de bank komt zitten. ‘Ik kan hetzelfde aan jou vragen.’
‘Ik had een nachtmerrie.’ ‘Waarover?’ ik klap mijn boek dicht en kijk hem aan.
‘Ik droom steeds hetzelfde, over een lange donkere gang met aan het einde een zwarte deur.’
‘En heb je enig idee wat het betekend?’
‘Nee, maar het kan niet veel goeds zijn.’ Zegt hij terwijl hij in het haardvuur kijkt. ‘En waarom zit jij hier Rosa?’
‘Oh ik kon gewoon niet slapen.’
‘Kon je niet dromen over Ron?’ Hij kijkt mij aan met een grijns op zijn gezicht.
‘Ik droom niet over Ron.' Ik kijk snel weg en ik voel mijn wangen warm worden.
‘Rosa denk je dat ik blind ben. Ron is smoorverliefd op je en jij ook op hem.’
‘Hoe weet jij nu weer dat Ron smoorverliefd op mij is?’
‘Ron praat soms in zijn slaap. Rosa, Rosa kom hier.’ Zegt hij met een slaperige stem.
Ik voel hoe heel mijn hoofd begint te gloeien.
‘Je hoeft je er niet voor te schamen. Ik denk dat jullie leuk bij elkaar passen.’
Harry en ik zitten al een half uur lang te praten, ik merk dat mijn ogen zwaar worden en ik steeds meer begin te gapen.
‘Harry, ik ga slapen. Ik begin nu wel moe te worden. En jij kan beter ook gaan slapen.’
‘Ik heb echt barstende hoofdpijn, heb ik altijd als ik een heftige nachtmerrie heb gehad.’
‘Oh zal ik je er vanaf helpen?’ Harry kijkt me raar aan.
‘Ja het lijkt misschien gek. Alleen ik kan dat, weet niet wat het is.’ Zeg ik.
Ik leg mijn hand op zijn hoofd en concentreer mijzelf, een paar seconde later haal ik mijn hand van zijn hoofd.
‘En?’ vraag ik afwachtend.
‘Wow, hoe kan jij dat. Het is weg.’
‘Ik weet niet het is een soort van zesde zintuig.’
Er zijn nog geen reacties.