• CARAS
Zo, hij is klaar! Ik vodn het zeer leuk om deze te schrijven. Hier en daar was het niet altijd even gemakkelijk, maar ik vond het zeer leuk.
Ik hoop dat je hem ook leuk vind en dat dit je aanvraag wat beschrijft.
Dankjewel voor de aanvraag en ik hoop tot een weer ziens ^^
Groetjes Kangster.
Ik hoop dat je hem ook leuk vind en dat dit je aanvraag wat beschrijft.
Dankjewel voor de aanvraag en ik hoop tot een weer ziens ^^
Groetjes Kangster.
Femke | Thomas
De donkere, grijze muren leken geen greintje van zijn amusante gedrag te temperen, nadat ze hadden besloten om hun snelle pas voor enkele minuten te vertragen. Woorden of eerder zinnen leken tekort te komen en de ademhalingen van het duo leken dicht gesnoerd te zijn. De gebruikelijke grijns, die Thomas' gelaat zoals altijd sierde, liet wederom zijn gehele gezichtsuitdrukking schitteren. Femke kon een zachte grinnik niet onderdrukken en keek opgetogen toe hoe Thomas zijn spieren klaarstoomde voor de volgende looproute. Thomas was het flakkerende kaarsje geworden dat Femke elke dag weer het licht toe schonk, het kaarsje dat haar liet schitteren op momenten waar niets meer mogelijk leek te zijn. Op momenten wanneer alleen de dood haar toesprak, wanneer het haar zachtjes toesprak, dat het tijd was om alles op te geven, om alles te laten gaan.
"Kom op, Femke. Ik daag je uit, om ter eersten op het einde van deze lange gang." De ludieke sterretjes in zijn irissen keken strijdlustig naar het figuur van Femke, wederom zijn gebruikelijke grijns rond zijn lippen geplakt.
"Thomas, hoe graag ik jou ook wil vernederen in mijn overwinning. Ik houd liever mijn krachten voor noodzaken." Haar tong gleed speels tussen haar lippen door, waarbij ze hem een zacht duwtje gaf op zijn schouder. Een bulderende lach galmde langs de smalle, eindeloze gang door en onopgemerkt probeerde Thomas zijn huppelende voeten weer onder controle te krijgen.
"Is er iemand bang voor de grievers?" Zijn woorden sprak hij uit als een jammerend, klein kind dat beweerde dat hij zonet een verschrikkelijk monster onderuit zijn bed zag wandelen. Zijn lippen had hij overdreven getuit zodat hij zijn uitdrukking echter nog meer kon benadrukken.
"Ik ben niet bang voor de grievers, Thomas. Ik ben eerder bang wat er zou gebeuren als ze ons eenmaal vinden." Haar ogen gleden gealarmeerd naar het einde van de gang waar ze zich op dit moment bevonden en slikte de geïrriteerde brok in haar keel angstig weg. De angstige blik in haar ogen zorgde ervoor dat haar gerezen mondhoeken zachtjes naar benden gleden. De amusante sfeer was nergens meer te bespeuren. De ludieke sterretjes in zijn irissen namen plaats voor zijn bezorgde glans, die telkens leek op te duiken, op het moment wanneer Femke tijdens zijn gezelschap het niet meer voor elkaar kreeg om een glimlach op haar gelaat te toveren.
"Hey," sereen legde hij zijn beide handen rustig op haar trillende schouders, terwijl hij doordringend naar haar lichaam staarde. "Grievers komen niet tijdens het daglicht, dus maak je maar geen zorgen." De zachte stem van Thomas kaatste tegen elk puntje van de omringde muren aan, die daarnet even verhuld was met een ongemakkelijke stilte. Langzaam hief Femke haar hoofd op naar zijn gezicht en toen de beide ogen elkaar in het vizier hadden, leek het heel even alsof er een elektrische vonk tussen hen beide ontstond. Zijn prachtige bruine ogen keken haar van op een korte afstand aan en zijn prachtige volle lippen stonden verleidelijk open, waardoor ze plotseling niets liever wilde dan haar lippen vluchtig op die van Thomas te drukken. Vervolgens hulde Thomas langzaam zijn vingers rond haar rechterwang en legde zijn duim op de dicht bij zijnde mondhoek, die hij na enkele seconden dominerend naar boven drukte, een zwakke glimlach creërend.
"Zo, dit ziet er...' Hij wilde zijn woorden liefdevol uitspreken, maar drukte zijn beide kaken meteen weer op elkaar toen hij het verschrikkelijke geluid waarnam. Een schel gekrijs vulde de grauwe, grijze lucht en het angstaanjagende geluid van het krassende metaal leek hun trommelvliezen in duizenden stukjes te splijten, voordat ze beiden op keken naar het verschrikkelijke monster dat dreigend één van de uitgangen versperde, een griever.
"Rennen," was het enige wat Thomas nog zachtjes uitsprak, voordat hij zijn vingers in die van Femke klemde en ontzettend snel van hun plek vandaan holde. Femke's ademhaling leek voor enkele seconden te bezwijken bij zijn plotseling actie, maar kreeg deze als snel weer onder controle, toen ze hoorde hoe de Griever zich in zijn rollende positie had gevestigd. Zijn positie waar het maar enkele seconden hoefden te duren, voordat het monster hen beiden te grazen zou nemen. Voordat het monster hen in duizenden stukjes zou reten.
Roekeloos holden ze langs de ijle langen gangen door, terwijl het geluid van hun voetstappen alles leek te overstemmen op dit moment. Met wanhopige inhalen, probeerde ze de nodige zuurstof binnen te krijgen om zo haar longen fatsoenlijk te kunnen voeden, maar echter wist ze al meteen dat dit een zinloze poging was. Ze wist maar al te goed dat deze inspanning haar voeten beetje bij beetje zou afremmen. Vanaf nu drong het ook echter pas tot haar door dat het binnen enkele minuten alles voorbij zou zijn. Alle herinneringen die de afgelopen weken haar helemaal ontgaan waren, waren nu helemaal niet meer van enkel belang geweest. Alle momenten die ze in haar nieuwe leven had opgebouwd, gleden als een waas langs haar heen. Het was misschien de laatste kans geweest, dat ze deze ooit nog kon bewonderen.
"Thomas... Ik..." Wanhopig probeerde ze haar zin af te maken, maar het te kort aan rust en zuurstof zorgde ervoor dat ze het nogmaals moest proberen. "Thomas, ik... Ik kan niet... Meer!" riep ze, waarbij haar stem bijna overstemd werd door het donderende geratel van de naalden die de griever over de stenen liet rollen.
"Nog even... Volhouden. We zijn zo... Zo bij the... Glade!" schreeuwde hij, waarbij hij bemoedigend zijn greep rond haar vingers verstrakten. Wederom hapte ze wanhopig naar lucht en hoopte maar dat Thomas' zijn woorden ook echt gemeend waren. Ze hoopte dat ze de uitstraling van the maze nooit meer hoefde te zien. De lange, ellendige muren wilde ze voor eeuwig uit haar geheugen bannen, ze had gehoopt dat haar netvliezen deze omgeving niet zou opslaan, maar echter was er maar één ruimte die ze nooit meer zou vergeten. Vanaf nu zou ze the maze nooit meer vergeten, nooit meer.
En toen, drie angstaanjagende gangen verder, keken haar blauwe kijkers op naar het smaragdgroene gras dat de volledige glade in beslag nam. Ze keek op naar de grijze, grauwe lucht, die plotseling een hallucinante helderblauwe kleur kreeg, die haar vervolgens weer een ultieme kans geef om haar longen te voeden met kostbare zuurstof. Haar benen leken plotseling nog nooit zo snel te hebben bewogen en hoewel het nog enkele meters was die hen en the glade gescheiden hielden, remde ze beiden hun snelheid zo snel af dat ze beiden hun evenwicht bijna verloren.
Het ratelende geluid dat daarnet nog hun trommelvliezen leek te verbrijzelen, was plotseling verloren gegaan in de ijle lange gangen van the maze. Vervolgens keken ze voor de eerste keer beiden op, echter keken ze op naar een verlaten gang, geen griever meer te bespeuren.
"Waar... Waar is..." Femke's haastige ademhaling was nauwelijks verstaanbaar en haar woorden schoten op dit moment te kort. Haar hart hamerde nog steeds als een gek tegen haar ribben aan en het was haar helemaal ontgaan dat ze nog steeds de hand van Thomas vast hield. Vervolgens drukte ze haar mondhoeken zonder enge moeite omhoog en hoopte dat Thomas deze nooit meer zou willen loslaten. Dit voelde echter veel te goed aan.
"Dat kan me... Niet veel schelen op... dit moment," sputterde hij er moeizaam uit, voordat hij Femke in zijn trillende armen trok en deze stevig rond haar lichaam hulde. Zijn ademhaling streek tintelend langs haar rechteroor langs en onverwacht, doch zeer effectief voelde ze een rilling door haar lichaam razen. Thomas' vingers grepen de stoffen van haar kleding zo strak vast, dat hij haar nooit meer wilde loslaten. Het enige wat op dit moment voor hem telde, was dat zij veilig was en het enige wat bij hem in veilige termen viel, waren zijn beschermende armen. Zijn beschermende armen, die er altijd voor zouden zorgen dat zij voor altijd ongeschonden bleef.
"Ik weet wel, dat ik je nooit meer in the maze laat gaan... Nooit meer," mompelde hij zachtjes, voordat hij zijn lippen ontzettend lang op Femke's voorhoofd liet rusten.
Reageer (3)
Geweldig ^^ Wat lief ^^
8 jaar geledenIk wil er nog een aanvragen, mag dat? Mag ik er nog een aanvragen ^^
9 jaar geledenWANT IK KREEG VLINDERS IN MIJN BUIK VAN DIT HOOFDSTUK omg
DANKJE <3
Kudoooo!
9 jaar geleden