Hoofdstuk 2.1

Harry zit hard te denken en kijkt naar zijn broodje met spek die Hermelien voor ze gemaakt heeft. Het heeft een lachend gezicht. Harry is het meeste aan het dekken over Zweinstein die hij weer gaat zien. Maar en nu weer gevaren komen wat echt niet tof is. Ron maakt als eerste geluid. 'Wat nou als het jeweetwel is dan gaat hij Harry proberen te vermoorden'. 'Het kan niet jeweetwel zijn wat in de dodenwereld is het anders om'. 'Sinds wanneer zeggen jullie jeweetwel in plaats van gewoon Voldemort, maar wat bedoel je Hermelien.' 'Nou ik heb ergens gelezen dat de goede mensen in de gevangenis zitten en hun geest wordt er uit gezogen dat hun verdwijnen'. 'Dus misschien zijn het wel lieve mensen?' 'Maar dat weet het Ministerie niet Ron'. Harry had de hele tijd al niks gezegd hij liet hun maar kibbelen, wat ze bijna elke dag doen terwijl ze samen zijn. Harry mistte Ginny best erg aangezien hij nu alleen is. Als Harry eindelijk aan zijn ontbijt wilt beginnen wordt er aan de duur geklopt. Harry staat mopperend weer op naar de deur. Als hij bij de deur komt ziet hij niet wat hij verwachte. Voor de deur stond een Feniks met een Hond een Konijn en een Hert. Harry kon zijn ogen niet geloven wat doen deze beeste hier. Zonder dat Harry wat kon zeggen gingen de dieren naar binnen. 'Ron, Hermelien we hebben bezoek'. Als Ron en Hermelien binnen komen worden hun ogen groot. Hermelien loopt snel even naar de keuken en komt binnen met een wortel en geeft het aan het konijntje. Alleen de wortel gaat door het konijntje heen. Harry, Ron en Hermelien kijken verbaasd. Opeens begint de hond te veranderen en dan staat er Sirius. Later de feniks en dan staat er Perkamentus. Voor dat Harry nog wat kan zeggen veranderen de konijn en het hert tegelijk en daar staan Lily en James. 'Zijn jullie de gevangenen'? Ze knikken. 'Maar hoe?' Hermelien en Ron hadden nog geen woord gezegd en stonden verbaast er na te kijken. Harry wou ze allemaal knuffelen maar het waren geesten dus dat kon moeilijk. Toch miste Harry, Remus want die stond er niet bij. Harry wou Remus vertellen hoe het met zijn zoon is. Hermelien begelijden iedereen naar de woonkamer en PerKamentus deed zijn verhaal.