In de verte kan ik Whiterun al zien liggen. Ik zucht. Ik zit achterin de wagen. De rest loopt naast de wagen. Ik kijk naar het veld. In de verte zie ik wat herten lopen. 'Weet je, het is hier zo slecht nog niet. Ik vind Whiterun wel wat hebben,' zegt Bokul. Shakari knikt. 'Het is hier niet zo koud als in Dawnstar, of Winterhold. Of Windhelm. Shakari haat Windhelm. De Nords daar zijn zo verschrikkelijk.' Bokul knikt. 'Ja, nogal. Dat moet al helemaal een hel zijn geweest voor jou, Vaerel.' 'Houd op. Ik heb me zoveel mogelijk op de achtergrond gehouden daar. Die Ulfric is zo achterdochtig.' Ik doe niet mee aan het gesprek. Ik voel me nog niet helemaal beter. Ik heb een slecht voorgevoel. Ik weet dat ik Odahviing te pakken kan krijgen. Maar hoe zit dat met Alduin? De vorige keer was hij verzwakt. Maar nu voedt hij zichzelf met de zielen van de overledenen in Sovngarde. Heb ik wel een kans? Overleef ik het wel? 'Het eerste wat ik in Whiterun doe, is naar de herberg gaan,' zegt Bokul. Ik zie Vaerel zijn hoofd schudden. 'Nee, het eerste wat we gaan doen is naar Dragonsreach gaan. We kunnen niet langer tijd gaan rekken. Alduin wordt steeds sterker. Als hij verslagen is, dan is het tijd om te feesten.' Bokul mompelt wat. Ik versta het niet. Het interesseert me ook niet.
We staan voor Dragonsreach. Ik zucht. Dit wordt hem dan. We lopen naar binnen. 'Jarl Balgruuf, ze is er. De Dragonborn is er.' Noem me toch niet steeds zo. 'Dank je, Proventus. Arwen, je bent gekomen.' Ik maak een kleine buiging. 'Jarl Balgruuf. Ik weet hoe ik Odahviing kan lokken. Maar hoe houden we hem gevangen?' Balgruuf glimlacht. 'Dragonsreach is erop gebouwd om een draak gevangen te kunnen houden.' Hij wijst naar de drakenschedel die boven de troon hangt. 'Numinex is het nog nooit gelukt. En Odahviing zal het ook niet lukken.' Hij loopt een trap op. 'Volg mij, Arwen. Het dakterras is hier zo.' We lopen hem achterna. Ik kom aan op het dakterras. Het is hier gigantisch. Je hebt uitzicht over heel Whiterun. 'Daar in de verte ligt Morthal. Alles staat gereed. Als je er klaar voor bent, roep hem dan maar.' Ik haal even diep adem. Hier gaan we dan. 'Od...Ah...Viing!' De grond trilt even. Nu is het wachten. Zou hij het wel gehoord hebben? Wie weet waar hij zich nu bevindt. In de verte hoor ik gebrul. 'Do...Vah...Kiin!' Dat moet hem zijn. 'Mannen, in positie!' schreeuwt Balgruuf. Ik zie dat iedereen zijn wapens klaar heeft. Ik ga ook klaar staan. In de verte zie ik hem vliegen. Ik moet Dragonrend gebruiken. Dan heb ik een kans. Het is de enige manier. Odahviing vliegt vlak langs ons. Een stoot wind laat me bijna omvallen, maar ik behoud mijn evenwicht. 'Gebruik Dragonrend!' roept Vaerel. Ik knik, maar dan moet hij wel dichterbij komen. Weer wil hij langs vliegen. Snel gebruik ik Dragonrend. Ik zie hem zakken. 'Naar achteren, hij komt hierheen!' schreeuw ik tegen iedereen. 'Lok hem verder naar binnen!' roept Balgruuf. We rennen naar achteren. Met een luide knal komt Odahviing naar. Hij brult even. Hij kruipt naar me toe. 'Nu!' schreeuwt Balgruuf. Vanuit het balkon stort een grote balk naar beneden, die Odahviing tegen de vlakte aandrukt. Hij brult even. 'We hebben hem!' zegt Balgruuf. Ik berg mijn zwaard op, en loop naar hem toe. Ik zie dat een paar wachters met me meelopen. 'Nee, blijf waar je bent. Ik doe dit alleen.' Ik kijk de draak aan. 'Niet slecht, Joor. Het is nog nooit iemand gelukt om mij gevangen te nemen.' Ik knik. 'Ja. Ik heb gehoord dat jij me naar Sovngarde kunt brengen, Odahviing.' Hij gromt zachtjes. 'Sovngarde? Nee, krosis. Dat kan ik niet.' Ik sla mijn armen over elkaar heen. Ik geloof hem niet. 'Ik geloof je niet. Je kunt het wel, maar je wilt niet.' Hij zucht. 'Nee, ik kan het niet, Dovahkiin. Ik kan je alleen naar Skuldafn brengen. Daar is een portaal naar Sovngarde.' 'Waar ligt Skuldafn?' 'Hoog in de Velethibergen, joor. Ik kan je erheen brengen. Het is te hoog voor joor zoals jij om te komen. Maar ik kan het wel. Als Dovah beheers ik vliegen. Vliegen naar Sovngarde, Dovahkiin.' 'Waarom zou ik jou moeten vertrouwen?' 'Omdat je geen andere keus hebt. Niemand anders kan je naar Skuldafn brengen.' 'En Paarthurnax dan?' Hij schudt zijn hoofd. 'Krosis. Paarthurnax weet niet van het portaal af. Veel Dovah weten het niet, zelfs niet de Dovah-Sonaak.' Ik kijk even naar de rest, dan weer naar Odahviing. 'Een momentje, ik ben zo terug.' Ik loop naar de rest toe. 'Je kunt hem niet vertrouwen, Arwen,' zegt Vaerel. 'Er moet een andere manier zijn naar Skuldafn.' 'Ongelofelijk!' Ik draai me om. Oh nee, het is Farengar. Hij loopt naar Odahviing toe. 'Farengar, wees voorzichtig!' zegt Balgruuf. 'Een echte draak.' 'Jarl, volgens mij kunt u het beter opgeven,' zegt Irilieth. 'Dit is een geweldige gelegenheid. Heeft u er bezwaar op tegen als ik een paar monsters neem? Een paar schubben is alles wat ik vraag.' 'Schubben? Joor, wat denk je dat je van plan bent?' Farengar luistert niet meer, en loopt naar achteren. 'Ongelofelijk...Eindelijk is het gelukt.' 'Wat doe je daar achteren? Kom terug hier! Yol!' Een regen aan vlammen verlaten zijn mond. Ik hoor Farengar schrikken, en zie hem wegrennen. Balgruuf moet lachen. 'Nou, die is ook voorgoed genezen.' Ik richt me weer op de rest. 'Misschien is hij mijn enige mogelijkheid. Welke andere keus heb ik?' 'Het is een draak, Arwen,' zegt Shakari. 'Paarthurnax is ook een draak.' 'Ja, maar die heeft niet geprobeerd om je te vermoorden,' zegt Bokul. Ik zucht. Ik heb geen andere keus. Ik draai me om, en loop weer naar Odahviing toe. 'Ik heb mijn keuze gemaakt, draak. Breng me naar Skuldafn.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen