O58 - Jasmine's letter
De volgende ochtend scheen een fel schijnsel op mijn gezicht. Ik knipperde snel met mijn ogen, en ik probeerde te zien wat het was. Door het felle licht was ik verblind. 'Viridian?' siste ik. Er kwam geen reactie. Hij was vast en zeker aan het jagen, wist dat ik mezelf geen zorgen hoefde te maken. Ik draaide mezelf weer om in mijn bed. Door het licht werd het al snel warm, en ik opende geïrriteerd mijn ogen. Dit maal was ik aan het licht gewend, en stond ik op. Mijn blik op een grote kerkuil. Ik wist dat deze uil van de oom van Jasmine was. Ik had hem meerdere malen op Hogwarts gezien. 'Ze schrijft me een brief,' zei ik zacht. Zonder er verder bij na te denken, liep ik naar de uil, en nam ik de brief van hem aan. Met gespannen handen opende ik de brief. Ik had Jasmine al een hele tijd niet meer gesproken. Mijn ogen gleden snel over de letters. Het kwam erop neer dat ze zich zorgen om mij maakte, en dat ze graag in de Diagon Alley met mij wilde afspreken. Even twijfelde ik. Zou Voldemort dit goedkeuren? Sinds de dood van Dumbledore had ik het huis niet verlaten. Niet eens om naar buiten te gaan.
Zenuwachtig liep ik naar Voldemort toe. Het was volledig donker in de gang, en daardoor liep ik al snel tegen iemand aan. 'Lumos,' klonk een monotone stem, die ik uit duizenden kon herkennen. 'Snape,' zei ik, 'pardon.' Snape keek mij wantrouwend aan. 'Sarah,' zei hij, waarna hij weer weg liep. Ik hoorde hoe hij het licht dat uit zijn toverstok kwam. Ik schudde even mijn hoofd, waarna ik mijn weg vervolgde. Al snel had ik de werkkamer van vader gevonden, en ik klopte drie keer duidelijk op de deur. Het was even stil. 'Binnen,' zei een kille stem. Met mijn hand op de deurklink, drukte ik deze naar beneden. De kamer waar ik naar binnen liep was donker, het enige licht kwam een knetterend haardvuur. 'Sarah,' zei Voldemort, 'wat een eer om je vandaag weer te zien.' Ik liet de deur achter me dicht vallen.
'Vader,' zei ik, en ik boog met mijn hoofd.
'Waar heb ik deze eer aan te danken?'
'Ik heb een vraag,' zei ik, waarna ik even stil was.
Toen Voldemort niets zei, vervolgde ik mijn verhaal.
'Ik wil naar de Diagon Alley. En ik vraag u om toestemming.'
Voldemort was stil, en hij keek mij bedenkelijk aan.
'De Diagon Alley? Wat wil je daar doen?'
'Niet bijzonders, ik moet er gewoon even uit,' zei ik.
'De deur is open, je bent niet gevangen,' zei Voldemort, 'je kunt naar buiten.'
'Daar ben ik ik mezelf van bewust, ik heb gewoon een andere omgeving nodig. En de Diagon Alley voldoet aan mijn eisen.'
Er ontstond een soort grijns om de lippen van Voldemort. Al betwijfelde of dit uit vreugde was. 'Goed dan, je mag gaan, maar ik wil dat er iemand met je mee gaat. Voor je eigen.. veiligheid.' Voldemort leek zijn woorden zorgvuldig te kiezen. Hieruit begreep ik dat hij mij nog steeds niet volledig vertrouwde. In ieder geval op het moment niet. 'En wie mag dit wel niet zijn?' Voldemort was even stil. Hij dacht duidelijk na. 'Malfoy. Draco Malfoy.'
Zenuwachtig liep ik naar Voldemort toe. Het was volledig donker in de gang, en daardoor liep ik al snel tegen iemand aan. 'Lumos,' klonk een monotone stem, die ik uit duizenden kon herkennen. 'Snape,' zei ik, 'pardon.' Snape keek mij wantrouwend aan. 'Sarah,' zei hij, waarna hij weer weg liep. Ik hoorde hoe hij het licht dat uit zijn toverstok kwam. Ik schudde even mijn hoofd, waarna ik mijn weg vervolgde. Al snel had ik de werkkamer van vader gevonden, en ik klopte drie keer duidelijk op de deur. Het was even stil. 'Binnen,' zei een kille stem. Met mijn hand op de deurklink, drukte ik deze naar beneden. De kamer waar ik naar binnen liep was donker, het enige licht kwam een knetterend haardvuur. 'Sarah,' zei Voldemort, 'wat een eer om je vandaag weer te zien.' Ik liet de deur achter me dicht vallen.
'Vader,' zei ik, en ik boog met mijn hoofd.
'Waar heb ik deze eer aan te danken?'
'Ik heb een vraag,' zei ik, waarna ik even stil was.
Toen Voldemort niets zei, vervolgde ik mijn verhaal.
'Ik wil naar de Diagon Alley. En ik vraag u om toestemming.'
Voldemort was stil, en hij keek mij bedenkelijk aan.
'De Diagon Alley? Wat wil je daar doen?'
'Niet bijzonders, ik moet er gewoon even uit,' zei ik.
'De deur is open, je bent niet gevangen,' zei Voldemort, 'je kunt naar buiten.'
'Daar ben ik ik mezelf van bewust, ik heb gewoon een andere omgeving nodig. En de Diagon Alley voldoet aan mijn eisen.'
Er ontstond een soort grijns om de lippen van Voldemort. Al betwijfelde of dit uit vreugde was. 'Goed dan, je mag gaan, maar ik wil dat er iemand met je mee gaat. Voor je eigen.. veiligheid.' Voldemort leek zijn woorden zorgvuldig te kiezen. Hieruit begreep ik dat hij mij nog steeds niet volledig vertrouwde. In ieder geval op het moment niet. 'En wie mag dit wel niet zijn?' Voldemort was even stil. Hij dacht duidelijk na. 'Malfoy. Draco Malfoy.'
Reageer (2)
Dat gaat nog wat worden in de Diagon Alley.
7 jaar geleden