Foto bij Geheim 12

Er heerste een gespannen stilte in de zaal en iedereen keek naar de drie. Uiteindelijk zei Christophe: “Er was een draak… hij heeft ons gered. Sarah was te zwak en had teveel bloed verloren, Dennis kon niet meer en ik was niet sterk genoeg. Opeens verscheen er een draak die ons oppakte. Ik zag hoe we over het Mensenrijk vlogen. Sarah zat in de bek, ik in de linker voorpoot en Dennis werd door de staart opgepakt.” “Daarom komt Sarah aan die schrammen!” zei Niels en Nina hoorde Sarah nog net iets mompelen van ‘Dat is nu niet echt de eerste keer hoor’. Voordat ze er een opmerking over kon maken, ging Christophe weer verder: “Hij zette ons af aan het paleis waar ik meteen de verplegers heb gehaald. Zij brachten Dennis en mij naar de kamers.”

Nina zag hoe Nicola voldaan grijnsde. Ze kreeg een idee om zijn “overwinning” te temperen en zei: “Nicola, het is jou verantwoordelijkheid om alles wat betreft draken in gaten te houden. Ik hoop dat je in de toekomst er beter op zal letten, want we zijn hier om oorlog te vermijden.” Op slag verdween de grijns van Nicola’s gezicht en hij keek met een ‘Hmpf’ weg. Christophe keek even naar Nina en schonk haar een warme glimlach, wat haar volledig deed tintelen. Vol goede moed stapte ze terug naar het midden en keek ze naar alle leden. Iedereen had de edelstenen, maar Nina’s blik bleef even hangen bij de bemoste smaragd en de bloederige saffier van Dennis en hij haalde verontschuldigend zijn schouders op.

“Sarah, je kunt de zaal nu verlaten”, zei Nina opeens. Sarah knikte met iets dat op dankbaarheid leek en verliet de zaal. Ze was nog bleker dan toen ze binnenkwam en wankelde een beetje toen ze de deur sloot. Meteen begon er een geroezemoes op te stijgen, maar Nina zei snel: “Stil! Zo te zien heeft iedereen de opdracht uitgevoerd. Volgende week is er geen opdracht en zijn jullie vrij om te doen wat jullie willen. Het is en blijft wel verboden om het Mensenrijk te verlaten. Wie de edelstenen houdt, maken jullie maar uit. Jullie kunnen gaan.” Iedereen stond op en Nina liep naar de kamer van Sarah.

Toen Sarah de deur van de vergaderzaal achter zich sloot, zag ze in haar ooghoeken een gedaante wegschieten. Ze voelde zich ziek, belabberd. Ze stapte met een zo stevig mogelijke pas naar haar kamer, maar vlak op de brug naar haar deur voelde ze een steek in haar gewonde schouder. In een waas van pijn zag ze nog net een gedaante een dolk wegbergen en zich uit te voeten maken. Met moeite kreeg ze de deur van haar kamer open, maar toen ze hem sloot, viel ze neer. Haar tuniek was helemaal nat en rood van het bloed en ze voelde zich licht in het hoofd.

Terwijl iedereen naar zijn kamer ging, ging Nina eens kijken bij Sarah. Ze klopte op de deur, maar er klonk geen reactie. Toch wat bezorgd opende ze de deur en kon ze nog net een gil onderdrukken. Sarah lag doodsbleek op de grond en rond haar was de tapijt rood van het bloed gekleurd. Niels, die kennelijk ook eens wou kijken hoe het met Sarah ging, keek ook geschokt naar het lichaam/lijk. “Sarah”, kwam er net uit de mond van Nina en ze rende naar haar toe. Haar lichaam voelde koortsig aan en haar hartslag was ver te zoeken. Toen ze omkeek, zag Nina dat Niels zich uit het water had geheven en zich naar Sarah had gesleept. Uit een onopvallend zakje haalde hij een glazen (of kristallen, Nina kon het niet zo goed zien) fiooltje tevoorschijn en goot de inhoud over de wonde. “Nina, haal wat vochtige doeken om haar koorts te laten zakken”, zei Niels en Nina deed dat meteen. Terwijl Nina de kamer verliet, maakte ze een beetje wind wat het haar van Sarah opzij deed waaien. Met een schok deed Niels een paar haarlokken opzij en keek geschrokken. Haar oren liepen uit in een punt… Sarah was geen mens, maar een elf!

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen