Chapter 43
Bosmer: Boself
Het is ondertussen ochtend. Ik heb een paard weten te bemachtigen. Ik kan in de verte Solitude zien liggen. Dan is de ambassade niet meer ver. Dat is een opluchting. Het is tijd om het juiste te doen. Ik heb de Blades niet nodig. Niet als ik ze niet kan vertrouwen. Het zonlicht wordt weerkaatst op het water. Eigenlijk is Skyrim nog best mooi. Het ziet er ruig uit, maar heeft ook een bepaalde schoonheid over zich heen. In de verte zie ik de haven liggen. Ik zie wat mensen rondlopen. Er liggen een paar boten aangemeerd. Ik kijk de andere kant op. Daar ligt het moeras van Mortal. Ik houd niet van die plek. Ik ben er langsgereden. Er heerst daar iets, wat er niet hoort. Het is geen draak, het is iets anders. Ik kom aan in de haven. Ik zie soldaten lopen. Een van de soldaten komt naar me toelopen. Ik laat het paard stoppen. Zo te zien is het een jonge Bosmer. Ze kijkt me even aan. 'Ik ben op weg naar Solitude,' zeg ik tegen haar. 'Met welke bedoeling, als ik vragen mag?' 'Ik kom voor de markt. Goederen inslaan.' Ze knikt. 'Oké,' zegt ze. Mag ik doorrijden? Ze bekijkt me nog eens. 'Legate Rikke, ik verzoek uw assistentie.' Een Legate? Natuurlijk, dit zijn troepen van het Keizerrijk. Een vrouw komt naar me toelopen. Zo te zien is het een Nord. 'Wat is er, Darshee?' 'Verzoek voor fouilleren, Legate.' De vrouw kijkt me even aan. 'Akkoord. Ik verzoek u om af te stappen.' Dit kun je niet menen. Ik heb een beetje haast. Ik stap van mijn paard af. De Bosmer en de Legate beginnen me te fouilleren. De Bosmer haalt mijn amulet tevoorschijn. Oh jee. Ze kijkt me even aan. 'Legate, kijk hier eens na. Dit lijkt op een amulet van de Daedra.' Legate Rikke bekijkt het amulet. 'Zo ziet het er wel naar uit. Breng het naar de priesters van Stendarr, in Solitude. Zij zullen er verder voor zorgen.' Darshee knikt. 'Ja, Legate.' Ze legt het amulet in een kist. 'Mag ik vragen waarom u zo'n amulet bij zich draagt? Hoe komt u hieraan?' Ik slik even. 'Ik heb het gevonden. In Morrowind. Ik doe er niks mee.' Ze slaat haar armen over elkaar. 'Nee, dat hoeft ook niet. Het bij je dragen zorgt al voor genoeg. Ik hoop dat u weet hoe gevaarlijk Daedra zijn. Niks voor niks is het verboden om ze te aanbidden. Het lijkt me het beste dat u met ons mee komt naar het kasteel.' Ik zucht. Daar gaan we dan.
Ik zit op een stoel, in kasteel Dour. Tegenover me zit generaal Tullius. Dit wordt interessant. 'Ik ben verrast, Dragonborn. Ik had niet verwacht dat je Daedra zou aanbidden.' 'Nogmaals, ik heb het gevonden, in Morrowind. Ik doe er verder niks mee.' 'Dat zal best. Je krijgt het niet terug. Je kunt proberen om de priesters lief aan te kijken, maar ik denk dat ze het al vernietigd hebben. Zulke objecten zijn gevaarlijk, zeker voor jou.' Ik zucht. Hij heeft gelijk. 'Je hebt geluk gehad dat Hermeus Mora geen contact met je heeft gezocht, buiten dat amulet dan. Dan waren we verder van huis. Wat deed je op weg naar Solitude?' 'Ik was op weg naar de Thalmor Ambassade.' Verbaasd kijkt hij me aan. 'De Thalmor Ambassade? Waarom dat?' 'Om de Blades aan te geven. Een paar dagen geleden bewees Delphine me, dat ze niet te vertrouwen is. Ze viel de grootmeester van de Greybeards aan. Hij heeft mij veel geleerd, en ik weet zeker dat hij me nog veel meer kan leren. Ik doe dit niet omdat ik het wil, maar omdat ik geen andere keus heb. Ik weet dat de Thalmor jacht op ze maakt. Het is hun verdiende loon. Althans, voor Delphine. Ik zal ervoor proberen te zorgen dat Esbern amnestie krijgt. Of in ieder geval een minder zware straf.' Tullius knikt. 'Aha. En je vertrouwt Elenwen?' 'Ze moet wel. Ik ben de enige die Alduin kan stoppen. Ze moet me wel vertrouwen. Zonder mij zal deze wereld ten onder gaan. Dus ook de Aldmeri Dominion.' 'Daar heb je een sterk punt. Ik wens je veel succes.' Er valt me iets in. 'Die Bosmer, bij de haven. Ze had vrij snel door dat ik dat amulet bij me had. Enig idee hoe dat kan?' Tullius schudt zijn hoofd. 'Darshee? Dat is een en al mysterie. Ze is een prima boogschieter, wat wel valt te verwachten. Het is en blijft een Bosmer. Ik weet niet wat in haar hoofd omgaat. Ik ben in ieder geval wel blij dat ze aan mijn kant staat.' 'Het verbaast me eigenlijk wel, dat een Bosmer in het leger dient.' 'Mij ook. Ze kwam me persoonlijk opzoeken, hier in het kasteel. Er heerst een woede in haar. Ik heb gehoord van Rikke dat ze door enkele Nords is misbruikt. Vergis je niet, ze is sterk. Ik heb een idee. Aangezien je zo geïnteresseerd bent in haar, stuur ik haar met je mee. Dan kunnen jullie wat beter kennismaken.'
Er zijn nog geen reacties.