#004

Ik was samen met Ginny naar de toiletten gegaan om me om te kleden in mijn gewaad. ‘Rosa ben je bijna klaar?’ ‘Ga maar alvast ik ben bijna klaar, ik kom er zo aan.’ ‘Tot zo!’ Ik hoor hoe de deur opent en weer sluit. Ik doe snel mijn schoenen aan en strijk mijn gewaad recht, ik kon nu niet echt zeggen dat het gewaad mijn smaak was. Ik had een zwarte rok aan, een witte blouse met daarover een trui, om mijn nek een stropdas met de kleuren van Griffoendor en daarover heen nog een mantel. Ik stap het hokje uit en kijk in de spiegel uit mijn zak haar ik mijn lippenbalsem, hij ruikt naar kersen en heeft een geeft een licht rood tintje aan mijn lippen. Ik loop de wc’s uit mijn weg terug naar de coupe waar Ginny zou zitten.
Er gaat een coupe deur open er stapt een jongen uit, die jongen die ik al eerder heb ontmoet vandaag. Draco was zijn naam volgens mij. ‘Griffoendor?’ Hij kijkt me een beetje minachtend aan. Ik bekijk zijn gewaad en zie dat er Zwadderich opstaat. Ginny had mij toen straks al verteld over de verschillende afdelingen van Zweinstein en dat Zwadderich volgens maar de kwaadaardigste en onaardigste afdeling was van Zweinstein. ‘En wat dan nog?’ Ik kijk hem fel aan. Er ontstaat een grijs op zijn gezicht, hij pakt mijn pols vast en trek me mee de coupe in. ‘Voor jou maak ik wel een uitzondering, ga zitten.’ Ik ben een beetje in de war van wat hij net heeft gedaan, maar volgende zijn aanwijzing op om te gaan zitten. Hij ging recht tegen over mij zitten, en keek mij strak aan. ‘Uitzondering?’
‘Ja, de meeste van Griffoendor zijn niet zo, hoe zal ik het zeggen, speciaal.’
Ik voel hoe de trein verminderd van vaart en snel kijk ik uit het raampje en zie een groot kasteel opdoemen, Zweinstein.
‘Ik voel namelijk iets als ik je zie, je bent speciaal Rosa. Er is een band tussen ons.’ Hij legt zijn hand op mijn knie. Ik voel zijn koude aanraking, ik sla zijn hand weg. ‘Nou ik voel niks.’ Ik sta op en loop de coupe uit, terwijl ik Draco niks zeggend achter laat.