#001
Hoi, ik ben Rosa 15 jaar oud en woon in Londen. Ik zal maar gelijk met de deur in huis vallen. Ik ben wees, ik heb mijn ouders nooit gekend en woon daarom nu ook in een weeshuis. Als baby ben ik voor het weeshuis gelegd, het enige wat er op het briefje stond was mijn naam Rosa. Maar alles veranderde toen gisteren een onbekende man langs kwam. Zijn naam Albus Perkamentus.
Er wordt op de deur geklopt, ik kijk op vanaf mijn studieboeken, ‘Ja’ roep ik als bevestiging. De deur gaat open en er staat een oude man in de deur opening met een lange grijze baard, lang grijs haar, aparte kleren en een klein halfrond billetje op zijn neus.
‘Sorry, mag ik vragen wie u bent?’
‘Natuurlijk, Albus Perkamentus is mijn naam. En jij moet Rosa zijn toch?’
Ik knik als bevestiging en gebaar dat hij op de stoel mag gaan zitten die naast mij staat. Snel graai ik mijn vieze kleren van de stoel en gooi ze in een hoek van mijn kamer. Hij zet een stap in mijn kamer en kijkt rond. Mijn kamer is wit geschilderd maar daar is weinig van te zien door alle verschillende kleuren schilderijen die tegen de muur aan hangen. Mijn bed is bezaaid met kussens met afbeeldingen van allerlei verschillende bloemen erop. Als ik had geweten dat er bezoek zou komen had ik het wel even opgeruimd, mijn kamer lag helemaal overhoop met kleding, schoolboeken en tassen. ‘Aan het leren?’ ‘Ja geschiedenis. Maar ken ik u misschien ergens van?’ Hij was inmiddels in de stoel naast mij gaan zitten en ik draai mijn lichaam naar hem toe. ‘Nee, maar ik kan je wel vertellen waar ik voor kom. Ik kende je ouders namelijk.’
Mijn hart staat even stil en ik voel dat een brok in mijn keel komen. Iemand die mijn ouders kent. Ik had hier 15 jaar gezeten en heb nooit iemand gehad die ook maar iets wist van mijn verleden, ik wist niet eens mijn achternaam. En nu zit er iemand voor mij die zegt dat hij mijn ouders kende.
‘Dit gaat heel raar klinken wat ik jou nu ga vertellen maar jouw ouders waren tovenaar en erg goede tovenaars wel te verstaan. Nu heb jij natuurlijk hun talent geërfd, heb je wel eens iets laten gebeuren wat onverklaarbaar was?’
Ík ben verbaasd en weet even niet wat ik moet zeggen. Maar nu hij het zo zegt, ik was anders dan de andere kinderen in mijn klas. Soms gebeurde er wel eens iets raars, iets onverklaarbaars. Ik knikte voorzichtig.
‘Nu is er een school Zweinstein’ gaat Perkamentus verder ‘de school in Engeland voor Hekserij en Hocus-Pocus. Ik wil je uitnodigen om daar te komen studeren. Het heeft mij veel moeite gekost op je te vinden, je ouders hadden namelijk een onvindbaarheidsspreuk gebruikt zodat tovenaars en heksen die het niet goed met je bedoelde je niet konden vinden.’ ‘Weet u wat er met mijn ouders is gebeurd?’ onderbreek ik hem abrupt. Perkamentus zijn blik dwaalt af naar beneden ‘Ze zijn jammer genoeg omgekomen tijdens een tover oorlog, ter bescherming hebben ze jou voor dit weeshuis gelegd.’
Ik voel een pijn steek in mijn hart, ik had niet verwacht dat ze nog zouden leven maar de bevestiging dat ze er echt niet meer waren deed toch even pijn. Maar wat moet ik doen? Ik kijk Perkamentus recht in zijn ogen aan.
‘Wanneer kan ik beginnen?’
Er zijn nog geen reacties.