18.0: Convictie
Het eerste wat ik doe als ik wakker word is opzoek gaan naar hem. Ver moet ik niet zoeken. In onze slaap zijn we wat verder van elkaar gaan liggen, maar Harry’s uitgestrekte arm rond mijn middel vermijdt dat ik nog verder van hem weg kon gaan, zelf nu, is zijn grip zo stevig; bang om me te verliezen. Tevreden draai ik me op mijn andere zij en rol ik terug dichter naar Harry toe. Hij slaapt nog diep, maar goed. Na die heftige dagen verdient hij dat wel. Hij ziet nog steeds bleker dan goed voor hem is, maar de zwarte vermoeide kringen rond zijn ogen zijn al een pak minder. Zijn krullen liggen plakkerig verspreid over het bed doordat het een zwoele zomernacht geworden is. Roze lippen zijn uit elkaar geweken om daardoor om de halve minuut een keer adem te halen. Ik glimlach stiekem, hij is gebleven. Tevreden sluit ik mijn ogen weer. Er is nog een opgeloste vraag die maar blijft rondspoken in mijn hoofd; de stem. Wat wou de stem van me? En waarom was Harry er ineens en moest ik absoluut gaan? Ik begrijp dat het erg hard regende en koud was, waardoor ik nu wel eens durf te hoesten, maar iets zegt me dat er meer achter zat. Mijn handen sluiten zich voorzichtig om Harry’s lichaam. Mijn hart geniet van het gevoel van zijn ontblote heupen tegen mijn vingertoppen. Door het slapen is zijn hemd omhoog geschoven waardoor ik zicht krijg op een vreselijk aantrekkelijk stukje vlees, inclusief de lijnen die naar meer lust leiden… Ik frons als ik merk dat zijn huid ontsiert wordt door een groot litteken ter hoogte van zijn rug. Net als de anderen op zijn lichaam zijn ze nauwelijks te zien, maar toch. Hoeveel pijn heeft hij al niet doorstaan dan? Misschien moet ik toch maar doorgaan met die spreuk van Sedrik… Maar dan doe ik hem soms pijn, doordat ik het niet mag of kan weten. Ik zucht zachtjes en merk dat een duim geruststellend over mijn ontblote schouder wrijft. Net als bij Harry is mijn hemd opengeraakt ’s nachts. Geen idee of Harry het stiekem gedaan heeft of het woelen in mijn slaap. Het maakt me ook niet veel uit. Ik glimlach lichtjes en open mijn ogen terug om de emerald groene van Harry terug te vinden.
“Je bent gebleven.” Harry zegt niets, laat geen emoties zien. Teleurgesteld om dat, door de hoop die al terug te vinden was in mijn stem, kruip ik dichter tegen hem aan. “Blijf bij me Har.” Hij zegt nog steeds niks, wat mij verontrust. Hij is blijven slapen, dat betekent toch dat dit niet eenmalig is om mij te laten eten en me dan terug te verlaten? Wantrouwig kruip ik terug en neem ik afstand van hem, totdat ik hem niet meer aanraak. Het enige wat ons nog verbindt is Harry’s arm die me weigert los te laten.
“Ik weet niet of mijn egoïsme wel goed voor je is.” Zijn diepe hese stem zendt een rilling over mijn rug, maar zijn woorden doen het tegenovergestelde. Dat was niet wat ik wou horen.
“Je kan hier niet zomaar binnenwandelen, met me in slaap vallen en dan weer weggaan alsof niet gebeurt is. Zo werkt het niet Beer!” Frustratie is te horen in mijn stem, dit pik ik niet. “Mijn hart is geen speeltje Harry.” Gekwetst wil ik zijn arm van me afhalen, maar Harry boort zijn ogen in de mijne en versterkt zijn grip.
“Dat weet ik. Het is niet mijn bedoeling om je te gebruiken Boo.”
Boo. Hij zei het weer. Mijn ogen verwijden lichtjes als hij behoedzaam terug dichterbij komt, wetend dat ik onder de indruk ben van mijn gevoelens voor hem. Ik slik pijnlijk.
“Doe dat dan niet.” Hij reageert niet maar verstrakt wel zijn grip om me, bang om me te verliezen. Voor mij is het zo duidelijk hoe graag hij me wil en ziet, maar hij weet het niet. Of hij wilt er niet aan toegeven, dat kan ook. Verleidelijk laat ik mijn vinger over zijn borstkas gaan, onder Harry’s strenge blik. Ik weet dat het een onzekere blik is, maar doordat zijn wenkbrauwen fronsen krijgt het voor anderen altijd veel sneller een andere betekenis. “Har, wil je het niet; of durf je niet?” Bezorgd wrijf ik met mijn wijsvinger over de frons op zijn gezicht waardoor zijn ogen genietend sluiten en ik mijn vinger laat afdwalen naar zijn lippen waar ik stop. Beheers jezelf Tomlinson.
“Ik durf niet.” Hij opent zijn ogen terug langzaam en blaast zijn ingehouden adem terug traag aan. “Maar met een dappere Boobeer als jou aan mijn zijde, voel ik me onoverwinnelijk. Dan kan ik alles aan.” Mijn adem schokt in mijn keel. Heeft hij nu… God- waar is die verdomde ring als je hem nodig hebt. Paniekerig draai ik me op mijn zij, opzoek naar het kleine kostbare doosje. “Lou, wat…?” Natuurlijk, idioot. Misschien moet je eerst antwoorden.
“Laat me alsjeblief de ring rond je vinger schuiven Har. Het zij zo op een minder spannende plaats, maar met evenveel liefde.” Wanhopig loop ik naar de kleerkast, nog steeds opzoek, gedreven door het verlangen van Harry de mijne te maken.
“Lou, doe rustig. De ring is echt niet het belangrijkste.”
“Hebbes.” Mijn ogen verwijden als ik het doosje uit mijn broek haal. Harry’s mond is letterlijk open gezakt terwijl ik naast hem in het bed klim, voorzichtig het doosje openend.
“Lou- dat-.” Hij kan werkelijk niets meer uitbrengen terwijl hij naar de kleur van mijn ogen staart in de ring, betoverd. “Het ruikt zelfs naar je.” Ik glimlach en neem voorzichtig zijn slanke vingers vast.
“Mag ik?” Even is het doodstil en voel ik enkel het bonken van mijn enthousiaste hart. Harry knikt, nog steeds sprakeloos. “Als je hierna mijn hart nog durft te breken, Har.” Ik zend hem een waarschuwende blik terwijl ik langzaam de ring rond zijn ringvinger schuif. Dat was een bedreiging die ik meen. De andere ring aan zijn andere hand blijft. Het past als gegoten voor hem en tevreden glimlach ik. Langzaam geef ik hem een kus op zijn prachtige lange vingers. Die blijvende glimlach wordt enkel abrupt verbroken als Harry wild zijn lippen op de mijne duwt. Hij beklimt letterlijk mijn schoot waardoor ik grijnzend mijn handen door zijn ruwe haar laat glijden en hem dichter naar me toe trek. Ik kreun door Harry’s enthousiasme als zijn handen en lippen overal lijken te zijn. Aangestoken door zijn vlam duw ik hem achterover en laat ik me op zijn sterke lichaam vallen, hongerig naar meer. Al snel vechten onze tongen om de dominantie, en deze keer, win ik. Harry kreunt door mijn arrogantie en leiderschap als ik mijn lippen laat afdalen en zoals eerder hem daar kusjes geef, trager en onzekerder door het gebrek aan ervaring. Harry legt zijn grote handen op mijn heupen en knijpt er zacht in waardoor ik stop en hem vragend aankijk.
“Je bent zo mooi als je onzeker bent Boo.” Zijn stem is dieper als ooit door de intensiteit van onze activiteit. Ik grom zachtjes en geef hem een tedere kus op zijn gezwollen lippen. “Het is voor niets nodig.” Hij glimlacht lief waardoor mijn buik op hol slaat. Die woorden en dan dat uitzicht van een halfnaakte Harry voor je, zo opgewonden als wat. Ik heb moeite met ademhaling als hij voorover leunt op me zacht en liefdevol te zoenen. Zijn nieuwe ring die koud aanvoelt tegen de huid van mijn wang. Tevreden laat hij zich terugvallen en sluit hij zijn ogen.
“Al moe, Harold?” Ik grijns uitdagend maar besluit van hem af te kruipen en op te staan om me te wassen; iets wat eeuwen geleden voelt sinds ik het laatst gedaan heb.
“Is dat een uitnodiging om mee te komen?” Hij glimlacht charmant als hij half overeind komt en zijn ogen blinken van de pret.
“Nee, zoveel water is er niet. Je zoekt je eigen douche maar, keizer.” Ik glimlach lief naar hem voordat ik de deur sluit en nog wat naroep. “Dadelijk samen eten?”
“Prima!” Tevreden kleed ik me uit en kantel ik de kan zodat het koude water over mijn huid kan lopen; alles is terug zoals het was; perfect.
“Iemand is terug opgestaan van de doden zo te zien?” Sedrik glimlacht spottend naar me, maar zijn ogen doen niet mee. Hij heeft me in bed zien liggen; kapot door wat Harry gedaan had. Ik glimlach enkel verlegen terug, niet zeker wat te doen en ga naast Lucius zitten.
“Ik heb je gemist Louis. Ik dacht dat je te lui was geworden om met me te sporten.” Sporten. Het woord klinkt raar, en dat is het overduidelijk ook. Hij blijft wel nieuwe dingen en namen verzinnen? Ik laat het echter niet blijken en reageer zoals altijd; arrogant en grappig; of dat hoop ik toch tenminste.
“Nooit. Ik dacht, ik gun je even wat rust, zodat je me volgende keer wel kan volgen.” Spottend geef ik hem een plagerig duwtje, we weten immers beiden wie hier de snelste is onder de ‘niet-vampier categorie’. Een vermoeide Harry komt binnengewandeld. Zijn ogen stralen terug en ik glimlach automatisch als ik zie dat de ring nog steeds stevig rond zijn ringvinger zit. Zijn lange haar is nog nat en wild doordat hij zich ook netjes gewassen heeft. Ik besluit me aan mijn belofte te houden en neem wat eten. Net op hetzelfde moment neemt Harry een bloedzak; ik weet dat als het kon, hij zonder al dat bloed zou willen leven, maar hij moet nu eenmaal ergens zijn energie vandaan halen. Ik zet mijn tanden in de snee roggebrood en Harry zuigt stevig aan het gekoelde zakje. Onmiddellijk krijgt hij terug wat kleur en vertrekt de ziekelijke witte kleur hopelijk voor een lange tijd. Zonder iets te zeggen neemt hij een tweede en dan nog een flinke slok alcohol. Ik ben nog steeds traag aan mijn eerste snee bezig als ik pas opmerk dat Lucius me vragend aankijkt. Ik draai mijn hoofd in zijn richting, hij snapt natuurlijk helemaal niet waarom we ineens terug samen zijn, of waarom er in de eerste plaats zelfs ruzie was. Ik snap het ook niet, om eerlijk te zijn. Er is niets veranderd, onze gevoelens voor elkaar bleken gewoon te sterk, uiteindelijk. Ik laat het hem weten door zijn pols onder tafel vast te nemen en hem in mijn geest te laten. Enkel de verhaallijn komt in beeld voor hem, en na een goede 10 seconden laat ik zijn pols terug nonchalant los. Harry’s ogen branden op me, hij weet dat ik magie gebruikt heb, alleen niet waarvoor. Ik glimlach onschuldig naar hem en neem een slok van mijn drinken. Na een snede brood voelt mijn maag al enorm vol aan, doordat ze het niet meer gewend is. Ik zucht en wil opstaan als een paar groene ogen en sterke handen me tegen houden. Lucius en Sedrik zijn al lang klaar en dus ook vertrokken.
“Dat was echt niet genoeg Boo.” Ik glimlach lichtjes om de naam, maar stop er snel mee; dat was geen compliment, eerder een bedreiging. Ik heb niet echt een keus, hij ook niet. Hij heeft nog lang niet genoeg gedronken, maar het kan er wel mee door voor nu. In ieder geval zijn, zijn handen al terug iets warmer en zijn de wallen onder zijn ogen verdwenen.
“Ik heb genoeg Har, ik kan echt niet meer.”
“Zorg er niet voor dat ik je moet dwingen.” Ik zucht, nu past hij mijn spelletje met hem toe op mij.
“Zorg er voor dat ik jou niet moet dwingen, jij hebt ook amper iets op.” Hij perst zijn lippen in een rechte lijn terwijl hij fronst, op een of andere manier ziet hij er erg schattig uit.
“Ik heb genoeg gehad.”
“Net als mij dan.” Hij rolt met zijn ogen en neemt zwijgend een stuk fruit dat hij in mijn kleine handen duwt, verbaasd kijk ik hem aan en schud ik mijn hoofd. Ik kan echt geen hele appel meer op; daarnaast zijn ze nog erg hard omdat het seizoen nog maar net begonnen is. Op het moment dat mijn hand naar een mes in de buurt grijpt is Harry me voor. Nu houd ik de appel vast, en hij het mes. Koppig als altijd staar ik hem resoluut aan. “Jouw keuze, beer.” Ik gebruik het woord eerder spottend als vertroetelend waardoor er een lage grom vanuit zijn borstkas ontsnapt.
“Jij eerst, eet.” Ik zet braaf mijn tanden in het super harde en zure vlees van de appel en kauw er braaf op. Mijn maag trekt samen bij de gedachte dat ik de hele appel nog moet opeten. Harry bekijkt me, maar niet zomaar bekijken. Hij is intimiderend. Ik grinnik om zijn serieuze blik en leg troostend een hand op zijn bovenbeen.
“Alles goed lieverd?” Hij wordt precies wakker geschud uit zijn trance en knikt langzaam.
“Ik moet naar de stad, de bruiloftsdatum verkondigen. Als ik het niet doe, loopt het sowieso fout.” Ik frons lichtjes, de stad. Met zijn nieuwe ring om zijn vinger. Harry staart onbewust ook tegelijkertijd naar het stukje zilver rond zijn vinger en kijkt me dan met grote groene ogen aan. De helft van mijn appel zit al in mijn lichaam, en ik houd absoluut niet van vernielen; er zijn zo veel mensen die geen eten hebben, maar ik kan niet meer. Verontschuldigend leg ik het stuk fruit terug op tafel en kijk naar Har. Traag kom ik dichterbij tot ik op zijn schoot zit. “Welk stuk heb je het liefste, mh?”
Er zijn nog geen reacties.