Foto bij 17.0:Liefde, of niet?

Tevreden dat Harry deze keer wel in mijn bed ligt als ik wakker word verstevig ik mijn grip op zijn sterke lichaam. Voor een keer is hij nog aan het slapen terwijl ik al wakker ben. De magie op zijn prachtige lichaam heeft hem uitgeput. Zijn krullen hangen vermoeid en levenloos langs zijn gezicht terwijl zijn ademhaling extreem traag en diep is. Zijn gespierde borstkas gaat elke keer langzaam omhoog en omlaag terwijl ik naar zijn gesloten oogleden kijk. Vandaag is de dag. Ik ga het aan Harry vragen. Enerzijds ben ik er zo onzeker over, mijn hart aan iemand geven, maar het is onvermijdelijk. Mijn hart smeekt me om het te doen, en als ik hem zo zie liggen… Hij is het, dat voel ik gewoon. Ik zucht en hijs mezelf dan toch maar uit het bed. Ik heb nog wat voor te bereiden, en Har heeft zijn slaap hard nodig. Traag kleed ik me aan, mijn hart weigert de kamer met de slapende schoonheid te verlaten, maar bij de gedachten aan straks geeft het toch toe. Zo stil mogelijk verlaat ik de kamer en loop ik naar de keuken, nog steeds slaperig. De oude vrouw die het altijd klaarmaakt wenkt me en nieuwsgierig loop ik het leeuwenhol binnen. Mijn ogen worden groot als ik de grote rieten mand zie staan met verschrikkelijk veel lekkernijen.

“Er zit ook veel voor Harry tussen, rauw, met bloed, gebakken noten, hij herkent het wel.” Ik knik langzaam. Naast de mand ligt een oude donkerrode stof om er onder te leggen zodat we niet op de natte bosgrond moeten zitten. Dit lijkt me echt leuk, zeker zijn gezichtsuitdrukking als ik hem eerst plaag door middel van een spel. Nerveus neem ik het doosje in mijn broek nog eens vast, de ring. Rune komt vrolijk binnengelopen.

"Het komt wel goed Louis." Geen idee waarom iedereen dat elke keer tegen me zegt als ik zenuwachtig ben. "Heb je de ring, en de spreuk? Harry slaapt nog als een roosje." Ik glimlach en neem het briefje papier van haar aan. De veer zonder inkt schrijft vloeiend mijn woorden neer, ook al ziet mijn geschrift er niet uit.

‘Tijd voor een verrassing... Ik zit in het bos met een speciale boodschap. Jij, knappe Harry, mag me altijd komen zoeken. Veel succes lieverd.’

Ik glimlach bij de woorden en leg het neer op tafel. Rune heeft de mand al vast.

"Ik zal dit al gaan klaar leggen op de afgesproken plaats, goed?" Ze lijkt haastig te zijn terwijl ik oppervlakkig ademhaal.

"Ik ben zo nerveus Run. Voor zijn reactie, de reactie van anderen..." Ze glimlacht vertederd en wrijft even bemoedigend over mijn bovenarm.

"Harry kan je charmes niet weerstaan Louis, zo zijn er nog wel meer mensen. Je overtuigt ze wel, jullie." Ik glimlach nep en probeer haar woorden te geloven. Het afzeggen is nog niet te laat, maar ik zou het ook niet willen doen. Het bos zou me kalm moeten maken, maar dat doet het niet. De enige die dat kan is Harry. Harry met zijn diepe hese stem en weelderige krullen. De manier waarop hij je met die emerald groene ogen kan aankijken, alsof hij recht door je ziel heen kijkt. Als hij zijn sterke lichaam om je heen krult voelt het net alsof niets je ooit zal gebeuren. Harry is de ware. En anders zegt de kerk toch dat we niet uit elkaar mogen gaan, als ze twee mannen samen überhaupt al samen laten gaan in de eerste plaats. Daar heb ik mijn twijfels over... Ik zie de mand al staan op de afgesproken plaats, net als Rune.

"Ik zou opschieten als ik jou was, Harry is net wakker en vraagt al achter je." Ik glimlach en laat mijn ogen door alles heen dartelen.

"Het ziet er echt geweldig uit Run." Ze glimlacht en steekt een lok van haar rode haar achter haar oor.

"Heb je nog iets nodig, anders ga ik." Meteen vanaf het moment dat ik mijn hoofd schud is ze al verdwenen. Ik ga zitten op het donkerrode deken en leg de spreuk geschreven op een verkreukeld papiertje voor me. Ik start onmiddellijk aan de spreuk. Net als ik er zeker van ben dat het werkt hoor ik Harry vloeken. Ik glimlach stiekem en houd mijn vuist geballen. Zij onderhoudt de magie. Harry ziet deze plaats niet, maar hoort me wel.

"Deze kant op Har." Zijn mooie ogen kijken verschrikt op als hij richting het geluid van mijn stem loopt maar me niet ziet. Dit kan nog grappig worden.

"Wat is dit in godsnaam Lou? Kon je het me niet gewoon in bed vertellen? Met minder kleren en meer warmte?" Ik schud mijn hoofd maar besef dat hij dat niet ziet.

“Vertel me een mop Harry.” Ik hoor hem binnensmonds tegenspreken.

“Een wat?” Ik grinnik.

“Een mop Harold. Anders geraak je er niet in.” Hij rolt met zijn ogen terwijl hij koppig voor het veld staat, met zijn zij naar me toe. Hij weet dus wel degelijk waar ik zit.

“Wat ziet een God nooit, een koning zelden, en een boer elke dag?” Mh, dat is een moeilijke.

“Zeg het maar.”

“Iemand die gelijk is aan hun.”

“Dat was geen goede… Vertel een andere. In al die jaren zal je wel al betere gehoord hebben.” Harry fronst terwijl hij zowel kalm als onrustig op zijn onderlip bijt, nadenkend. De dikke bos krullen reflecteert in het licht terwijl zijn ogen ondeugend glimmen.

“Wat was was voordat was was was?”

“Wat? Harry!” Ik grinnik. “Kun je dat nog eens zeggen?”

“Wat was, was voordat was, was was?” Ik begrijp er nog steeds niet veel van, maar goed.

“Zeg het eens.”

“Schone kledij!” Hij lacht sarcastisch en draait zich nu helemaal met zijn gezicht naar me toe. “Ik ben hier niet om grappen te maken Booboo.” Hij dolt met me door die naam te gebruiken, maar ik negeer het. “Ik wil je zien, je aanraken, je ruiken. Alsjeblief.” Ik grom en bal mijn vuisten.

“Nog één mop.” Harry rolt met zijn ogen en loopt gefrustreerd tegen het veld op. “Oké, oké meneer de keizer. Genoeg moppen dan. Wat is het toverwoord?” Ik moet er alles aan doen om mijn lach in te houden als ik Harry’s gezicht zie. Dat is pas hi-la-risch. Beter als zijn moppen.

“Seks.” Ik grinnik.

“Eigenlijk was het Harige Harold, maar goed geprobeerd.” Ik open mijn vuist en merk dat Harry me deze keer bewust aankijkt, ogen vol lust. Zijn tong gaat snel over zijn onderlip terwijl hij het deken en de mand bekijkt.

“Louis…wat? Heb je dit voor mij gedaan?” Ik knik glimlachend en leg mijn hoofd achteruit in mijn nek om te genieten van de zon, dit moment, Harry…

“Wat had je verwacht?” Nieuwsgierig bekijk ik hem. Zijn groene ogen schitteren meer als ooit tevoren terwijl zijn donkere luxueuze krullen zijn kaaklijn accentueren.

“Dit niet in ieder geval. Waarom?” Zijn ogen kijken me even nieuwsgierig aan, ik glimlach slechts mysterieus. Met de waarom wil ik nog eventjes wachten, tot het ringmoment.

“Gewoon, soms zitten mensen ook vol verrassingen, weet je wel?” Ik grijns naar hem terwijl hij zijn hoofd glimlachend schudt en voorzichtig de gekookte noten uit de mand haalt.

“Hoe kom je hierbij? Dit is echt vreselijk lekker, maar ze maken het nooit.” Ik grinnik om zijn hese stem die door zijn enthousiasme de hoogte in schiet.

“Geen idee. Dat moet je aan je zus en de kokkin vragen.” Ik grijns nog steeds, hij ziet er zo gelukkig uit. Op deze manier zie ik hem enkel nóg liever.

“Dit is echt goed gedaan Lou, kom hier.” Hij trekt me dichter tegen zich aan tot ik naast hem zit zodat hij me een zachte maar welgemeende kus tegen mijn slaap kan geven en dan een op mijn kruin. Ik sluit tevreden mijn ogen en open ze pas terug als Harry’s vingers zacht langs mijn wang strelen. “Heb je geen honger?” Hij fluistert en in combinatie met de boslucht is het geweldig. Ik draai mijn hoofd zodat ik hem kan aankijken.

“Jij bent alles wat ik nodig hebt Har.” Zijn ogen worden voor een moment donkerder waarna hij glimlacht en voor zich uitkijkt. Hij zit ergens mee, maar hij wilt het niet laten merken. “Har?”

“Dat verandert niet dat ik nog steeds een monster ben Lou.” Hij glimlacht pijnlijk, maar houdt me dicht tegen zich aan. Gekwetst zakt mijn mond een centimeter open, hoe kan hij dat na alles nu nog over zichzelf zeggen? Een duidelijke frons staat op mijn gezicht geschreven terwijl ik hem enkel bezorgd aankijk; bezorgd dat hij zichzelf iets aan wilt doen.

"Har..." Mijn stem klinkt teleurgesteld en verdrietig, hij wil me nog steeds niet aankijken. De laag boomschors onder zijn voeten is beter als mij. "Zelfs als je een monster zou zijn... Niet alle monsters doen monsterachtige dingen." Zijn krullen hangen nu als verwerkte bloemen langs zijn bleke gezicht terwijl hij me langzaam terug aan durft kijken.

"Spijtig genoeg heb ik dat toch gedaan Louis." Ik schud mijn hoofd en probeer de brok in mijn keel weg te slikken, maar dat lukt totaal niet. Als ik hem zo zie... Ik krijg het daar gewoon te moeilijk van.

"Het doet me pijn Har. Het doet me pijn om te zien dat jij denkt dat je geen blijdschap en geluk verdient." Mijn blauwe ogen staren in de verte. Als ik hem aankijk begin ik te huilen, sowieso. "Verdien ik gelukzaligheid?" Ik draai mijn hoofd terug maar Harry reageert niet. Zijn hoofd hangt zwak naar beneden. Zijn sterke lichaam lijkt zwakker en weker als ooit tevoren. "Want zonder jou ben ik niet gelukkig Har." Mijn stem breekt en ik besluit dat het, het beste is als ik mijn gezicht in mijn handen verberg.

"Ik heb het helemaal verpest." Zijn hese stem is onderhevig aan verschillende hevige emoties, maar ik negeer die en kijk door zijn ogen recht in zijn ziel. "Jij wou er iets romantisch van maken, mij gelukkig maken en doen lachen. En het enige wat ik hier doe is klagen en denken aan anderen dingen. Ik verdien je niet Louis, sorry. Nu snap ik het. Hierdoor komen al die ruz-" Wild schud ik mijn hoofd een span ik mijn vuisten tot het zoveel pijn doet dat ik nog harder snik.

"Harry stop! Stop met die onzin! Stop...!" Heel mijn lichaam trilt hevig. Hij wil mij niet. Na al mijn moeite heb ik hem de vraag nog steeds niet kunnen stellen, durven stellen. Harry zegt niets meer. Hij ziet er angstaanjagend en ziek uit door zijn bleke kleur en rode ogen van de tranen. Toch grijp ik naar zijn hand, wanhopig. Hij trekt hem echter weg waardoor ik me angstig oprol tot een bolletje en zo blijf zitten. "Ik zie je graag Harry. Doe me dit niet-" Ik blijf huilen als hij verdoofd opstaat en me geen blik meer gunt. Op een rechte lijn wandelt hij terug het bos uit. Weg van mij. Het eten is nog onaangeroerd en mijn hart is gebroken.


Net als toen Louis voor Harry koos in plaats van El loopt onze knappe jongen weg. Als een hond met de staart tussen zijn benen. Als ik Louis was dan had ik er genoeg van gehad, maar ja, ik ben Louis niet ;) Dus...een gokje voor het vervolg?

Reageer (2)

  • Paardenvriend

    Hazzabazza dat is niet echt het moment om ook nog weg te lopen... Jij moet nog veel leren.. Haha

    8 jaar geleden
  • Amica

    Nee Harry, Louis, ga hem achterna!

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen