16.2: Relaties
Volgens mij doet staan zelfs pijn door Harry’s verbrande huid. Hij wipt voortdurend van de ene voet op de andere, nerveus en ongemakkelijk, ondanks dat hij er zo stoer uit ziet. Ik geef mijn ‘vader’ enkel een boze blik en wil Harry helpen, maar zijn huid is nog te gevoelig.
“Kan ik iets doen Har?”
“Ik denk dat je al genoeg gedaan hebt. Kunnen we gaan?” Onbeleefd als de verwekker is onderbreekt hij mijn conversatie, dwingt hij ons tot dingen die we niet willen, en wil hij ons laten voorgaan. Alsof hij toch manieren heeft.
“Je zit nog steeds in Harry’s huis hoor. Volgens mij bepaalt de gastheer altijd wat we doen, zonder geweld.” Ik sneer het naar hem toe en houd Harry’s rode huid nog steeds in de gaten. Het blijft er maar vies uitzien, maar dat is omdat iemand weer overgevoelig voor magie moest zijn.
“Dat klopt Louis. Volgens wij zijn we nog steeds niet tot een akkoord gekomen, zonder geweld.” Harry heeft zijn mooie stem teruggevonden, al klinkt ze wat benepen. Hij hoest een keer en gaat ons voor naar de eetzaal. Ik ga veilig naast de vampier zitten, die pijnlijke gezichten die hij trekt als hij op zijn verbrande achterste moet gaan zitten, het zou grappig zijn als het niet zo serieus zou zijn. Hij heeft er echt last van, dat mooie gezichtje dat verrekt uit pijn. Jean neemt plaats tegenover ons. “Wel, jij wou praten.” Jean zegt niets en staart me enkel intimiderend aan. Zijn grijze haar en blauwe ogen geven hem een wijs maar eng uitzicht waardoor ik lichtjes terug krimp in mijn stoel. Kon ik maar achter Harry kruipen, of in hem. Zolang ik maar niet zo’n intens contact met Jean heb.
“Ik wil mijn zoon leren kennen.”
“Oh nu wel! Hoe durf je jij-“ Harry onderbreekt me door een stille hand op mijn schouder te leggen. Ik frons enkel en heb al zin om de kamer te verlaten. Wat denkt hij?
“We moeten toch samenwerken William. Je zou het zo goed kunnen doen onder mijn begeleiding.”
“Ik wil niet worden zoals jou en noem me al helemaal niet William.” Ik grom, maar verhef mijn stem niet. Even is het doodstil. Geen van ons beide wilt er iets aan toevoegen of toegeven. Koppigaards dat we zijn.
“Je zou William moeten heten, dat weet je. Louis werd enkel wel toegelaten. Voor mij ben je William.” Mijn ogen spuwen vuur, hij durft.
“En voor mij ben je een vieze oude man die zich in het midden van mijn leven ineens met alles komt bemoeien. Ik wil je niet leren kennen. Jaren heb ik ernaar verlangd, en net als ik me er over heb gezet kom je aan kloppen.” Mijn handen liggen als vuisten op tafel terwijl Jean nadenkend voor zich uit staart.
“Hoe zie je onze samenwerking dan?”
“Niet.” Harry gromt en zendt me een waarschuwende blik.
“Ten eerste Louis, we moeten een middenweg vinden. Ten tweede hadden we net een gesprek dat jij afkapt.” Ik heb de neiging om met mijn ogen te rollen maar doe het niet als ze vervelend beginnen te prikken. Aan wiens kant staat hij nu eigenlijk? Ik dacht aan de mijne…? Harry legt onopvallend zijn hand onder tafel op mijn bovenbeen, om me te kalmeren vermoed ik. Ik zeg geen woord meer tegen beide mannen.
"Wil- Louis, wat vind je ervan als ik je netjes lesgeef, zonder privé ermee te bemoeien?" Ik bijt onrustig op mijn onderlip, dat klinkt redelijk, maar mijn eerste standpunt was dan ook dat ik helemaal niks met hem te maken wou hebben. Dan doe ik nog een grote toegeving. Ze staren me beiden maar aan waardoor ik geïrriteerd de tafel voor me bestudeer.
"Ik kan niks beloven." Opluchting verschijnt op Harry's gezicht terwijl Jean zijn gezicht onveranderd blijft.
"Oké, ik weet niet of je het interesseert, maar ik weet dat dit moeilijk voor je is. Je moeder en ik zijn beide koppige volharde mensen. Combineer dat met mijn woede en haar temperament en je krijgt een gevoelig, kwetsbaar iemand. We hebben het niet gemakkelijk voor je gemaakt, dat weet ik." Ik reageer deze keer niet, de krop zit me in de keel. "Ik kan je daar mee helpen."
"Dus je wilt mijn karakter, hetgene wat mij typeert veranderen?" Ik knipper verwoed met mijn ogen. Harry's duim gaat kalmerend over mijn bovenbeen maar ik concentreer me op Jean, ik moet wel. Anders ga ik aan heel andere dingen denken, of denkt een ander deel van mijn lichaam, laten we het zo zeggen.
"Je niet veranderen, je helpen William." Ik schud mijn hoofd en sta langzaam op, in de war.
"Ik breng Louis terug naar boven."
"De gevangenen..." Mijn stem is nog maar een weke fluistering terwijl Harry's arm me naar boven begeleidt.
"De eerste vrij laten, ik weet het lieverd." De krop in mijn keel zorgt ervoor dat ik me misselijk voel, gelukkig kalmeren Harry's woorden me nog. Ik merk dat Harry me opneemt waardoor de duizeligheid alleen maar toeneemt.
"Ik draai helemaal Har." Mijn handen houden zijn schouders stevig vast.
"Ik weet dat ook, je hebt het geweldig gedaan." Zijn stem is lief en zoet terwijl de frisse munt adem op mijn gezicht slaat als hij me neerlegt. Harry weet precies alles.
"Je- jje had honger Har." Verward kom ik overeind maar hij duwt me terug op het bed en stopt me onder de lakens.
"Maak je daar maar geen zorgen over." Harry maakt zijn weg terug naar beneden terwijl ik tobbend achterblijf, mezelf verstoppend onder de lakens. Ik zou willen opstaan, maar ik draai te erg. Harry staat dus wel degelijk aan mijn kant, hij wil alleen het beste voor me. Mijn verwekker blijft raar, hij doet alsof hij me kent, maar hij kent me helemaal niet. Hij kan misschien mijn gedrag voorspellen, maar daar houdt het ook bij op. Mijn lichaam voelt leeg aan. Als ik bij Jean in de buurt ben, merk ik gewoon dat mijn lichaam zichzelf oplaadt en dat ik vol energie zit die dan op de verkeerde manier gebruikt wordt. Ik zucht en ga voor het raam zitten. Waarom ben ik hier zelfs? Ik weet niet eens wat ik het liefste had gehad; Harry niet kennen en thuis wonen, of met Harry al die problemen doorstaan. In ieder geval heb ik Harry terug zin gegeven in het leven, wat mij ook betekenisvol maakt en dat is op zich wel een fijn gevoel. Mijn kamer voelt benauwd aan waardoor ik mijn nette witte linnen hemd uitdoe en terug hang. Wanneer wil ik Harry de ring nu geven, en hoe? Ik wil hem sowieso verrassen zodat het speciaal is, maar een vampier verrassen is nog niet zo simpel. Mijn hoofd bonkt van de hevige emoties als ik het in mijn handen laat rusten. Harry is al zeker een uur weg. Ik doe een mouwloos hemdje aan dat nog net mijn schouders bedekt en loop dan de gang af. Rune zal wel ideeën hebben, maar haar durf ik niet te storen zo 's avonds met Lucius... Onzeker klop ik aan bij Aurus. Hij opent de deur onmiddellijk maar wrijft met een pijnlijk gezicht over zijn hals.
"Gebeten?" Hij knikt en staart me nadrukkelijk aan.
"Stijve nek. Moet je niet bij Harry zijn?" Op mijn tenen getrapt door zijn venijnige opmerking die ik een stap terug een bijt ik terug.
"Ik wou even wat tijd spenderen met een vriend van me maar ho, laat maar zitten." Ik frons als hij een schuldige blik op zet.
"Het spijt me. Wat wil je doen?"
"Ik heb nood aan iets sterks qua drank, doe je mee?" Onmiddellijk grijnst de man van oor tot oor en stapt hij de kamer uit.
"Zeker weten."
Aurus zet twee kleine glaasjes gevuld met een bruin goedkeuring voor mijn neus. Ik glimlach enkel zuur als de sterke geur mijn neus binnen komt en alles begint te prikkelen. Vorige keer vond ik het verschrikkelijk, maar het werkt wel oppeppend. Traag neem ik een klein slokje. Mijn keel staat meteen in brand waardoor ik even hoest en met een rood hoofd de lachende Aurus aankijk. Tuurlijk, lach me maar uit. De spanning drijft met de slok uit mijn lichaam als we beide lachen om een of andere domme mop. Het duurde een eeuwigheid voor ik het kleine glaasje eindelijk op heb, maar het is gelukt. Aurus hikt grappig als de vampierkeizer komt binnengewandeld en ons geamuseerd aankijkt.
"Lukt het een beetje?"
"Ik heb er maar eentje op, hij daarentegen." Ik grijns en wil mijn armen rond Harry's lichaam slaan, maar de aanwezigheid van Aurus verhindert die mogelijkheid. Harry gaat naast Aurus zitten, zijn ogen zien er donker uit als hij naar mij kijkt, dus misschien is dat wel het veiligste. Hij neemt zelf in 1 keer een shotje en kijkt ons dan allebei aan.
“Nog iemand?” Ik schud mijn hoofd. Door de hele kleine hoeveelheid alcohol voel ik me uitgelaten, een fijn gevoel. Maar ik wil niet vergeten dat Harry honger heeft en ik hem daar nog mee moet helpen. Als ik dronken ben, neemt hij me niet serieus. Aurus zegt ook af terwijl Harry er nog eentje achteloos achterover slaat, met het grootste gemak.
“Ik denk dat ik maar eens naar boven ga.” Genoeg drama voor mij vandaag. Ik sta op, de draaierigheid neemt even toe, maar al even snel af waardoor ik richting de trap loop. Mijn hemd zit verbazend goed, misschien geeft het wel een beetje bloot weer, waardoor Harry al snel aan mijn kamerdeur zal staan. Of dat hoop ik stiekem toch. Eenmaal binnen doe ik mijn sokken en broek uit, waarna ik mezelf even opfris en voor het venster sta, kijkend naar de sterrenhemel. Het is gek dat mijn moeder dezelfde sterren ziet, maar dan helemaal op een andere plaats. Ik hoor de deur opengaan, maar kijk niet. Ik glimlach pas als twee armen zich rond mijn middel wikkelen en twee koude lippen mijn nek beroeren.
“God Louis, je ziet er vreselijk aantrekkelijk uit in dat hemdje van je.” Ik glimlach en draai me om. Mijn armen slaan zich automatisch rond zijn hals terwijl ik hem verliefd aankijk en zachtjes zijn volle lippen kus.
“Jij ziet er altijd aantrekkelijk uit Har, dat is nog erger.”
“Volgens mij heeft iemand iets te veel gedronken.” Ik rol met mijn ogen en leun tegen de vensterbank aan.
“Nonsens. Louis Tomlinson verdraagt wel meer dan dat.” Ik grijns plagerig als Harry zijn hemd begint te ontknopen totdat het nog maar half toe is. Mijn ogen plakken meteen op zijn borstkas terwijl Harry op het bed gaat zitten.
“Je vader blijft hier slapen, ik kan hier dus niet blijven als hij niks mag weten.” Wat? Neemt mijn ‘vader’ me nu een nacht met de Harry Styles af? Beteuterd ga ik langs hem zitten.
“Kan je niet nog even blijven? Heel even zo.” Hij glimlacht als hij mijn verdrietige gezicht ziet en geeft me langzaam kusjes op mijn gezicht. Mijn vingers bevinden zich al in zijn krullen als hij terugtrekt.
“Ik kan niet verder gaan Louis, dan kan ik niet meer stoppen.” Ik glimlach lichtjes, maar niet oprecht.
“Misschien is dat omdat je honger hebt en je weer koppig aan het doen bent. Ik heb een hele voorraad weet je wel.” Zijn ogen worden meteen donkerder waardoor hij zijn blik afwendt.
“Je weet dat ik dat niet graag doe. Je bloedspiegel schommelde vandaag al geweldig met je duizeligheid enzo. Geen goed idee.”
“Dit afwijzen is ook geen goed idee, je weet wat ik dan doe.” Ik geef hem een waarschuwende blik waardoor hij me geïrriteerd aankijkt en iets mompelt van vader en zoon en hun koppigheid. “Har, alsjeblief. Ik wil je iets teruggeven voor vandaag.”
“Zo moet je dat niet zien. Je geeft me je hart al, dat is al veel te waardevol voor iemand als mij.” Ik bijt onrustig op mijn lip terwijl ik op zijn schoot ga zitten.
“Ik geef niet op.” Hij glimlacht lichtjes als hij me aanstaart en me een zachte kus op mijn lippen geeft.
“Dat weet ik, ik ook niet.” Ik duw hem achterover op het bed en ga over hem hangen, stomme koppigaard dat hij kan zijn. Dan doen we dit anders. “Louis, dit is echt geen goed idee. Mijn controle als je zo-“ Hij houdt zijn adem in als ik hem overal begin te zoenen. Al snel jammert hij mijn naam waardoor mijn buikspieren triomfantelijk aanspannen en ik stiekem glimlach. Donkere ogen volgen elke beweging van me als ik naar zijn gezicht ga en hem ruw kus, met de bedoeling lust op te wekken. Het werkt want Harry draait ons om, zijn tanden schitteren al in het maanlicht als hij zijn handen over mijn lichaam laat gaan en me een zachte voorzichtige kus op mijn lippen geeft. Ik glimlach als hij me tegen de muur pint op vampiersnelheid. Louis – Harry, 1 – 0. Ik kus hem zacht en probeer te ontspannen als zijn lippen hongerig over mijn keel glijden. “Het is oké Lou, ik doe voorzichtig.” Ik knik haastig als ik de aderen onder zijn gezicht zie en doe mijn ogen toe terwijl ik mijn lichaam tegen het zijne laat aanzakken. Ik ben van Harry, en van niemand anders.
Er zijn nog geen reacties.