Foto bij The Fault in our stars

Dit was ook iets da we voor school moesten schrijven. Het is een droom van Hazel, ik hoop dat je het leuk vind :)

Eindelijk vakantie! Ik ben Hazel, Hazel Grace en ik ben net afgestudeerd. Een paar vrienden en ik hebben besloten om naar Amsterdam te gaan, om te vieren dat we ‘vrij’ zijn. Mijn vrienden zijn Augustus en Isaac. Die heb ik leren kennen in de praatgroep een paar jaar geleden. Tijden de jaren dat we nog alle 3 kanker hadden, gelukkig hebben we het alle drie overleefd, gus is een been verloren en Isaac is blind aan één oog, maar we zijn al alle drie ongeveer een jaar kankervrij. En omdat te vieren samen met het feit da we afgestudeerd zijn gaan we dus naar Amsterdam. Daar hebben we afgesproken met Peter Van Houten, de schrijver van ‘Een Vorstelijke Beproeving’ mijn lievelingsboek.
Maar eerst moeten we lang op de vlieger zitten. We wonen namelijk in Indianapolis. ‘Hazel, Gus en Isaac zijn hier’ Roept mijn vader. Ik liep naar beneden, mijn loodzware valies meesleurend. ‘En klaar om te vertrekken Hazel Grace?’ Vroeg Gus. ‘Tuurlijk!’ zei ik. Ik nam afscheid van mijn ouders gaf ze beide een dikke knuffel en een kus. En na heel veel gezegd te hebben dat ik voorzichtig moeste zijn, moest opletten dat ik niets verloor enzovoort… Konden we vertrekken naar de luchthaven. Het waren Isaacs ouders die reden. Eenmaal op de luchthaven aangekomen, namen we afscheid van Isaacs ouders. En checkten we in. Daarna moesten we door de douane, waar Augustus zijn vals been moest afnemen, omdat de metaaldetector aan het piepen was als hij erdoor stapte. Na heel veel gesukkeld te hebben met dat, konden we eindelijk verder. Als onze vlucht afgeroepen werd, gingen we op de vlieger. Ik was best wel zenuwachting, het was mijn eerste reis buiten Amerika en dat meteen zonder mijn ouders. Ons kennende zou er waarschijnlijk wel iets fout lopen.

Toen we eindelijk geland waren in Nederland, op Schiphol. En we na lang wachten onze bagage hadden. Pakten we de Taxi naar ons hotel ‘De Filosoof’. We hadden besloten om één kamer te nemen, want alleen is maar saai. Eenmaal in De Filosoof, zetten we onze valiezen in de kamer en gingen we weer naar buiten, Amsterdam verkennen. Onze afspraak met Peter Van Houten hadden we morgen. Het vondelpark was net naast ons hotel dus besloten we daar naartoe te gaan. Na een tijdje in het park gelopen te hebben, kwamen we een meisje tegen die meteen begon te flirten met Isaac. Gus en ik besloten om ze alleen te laten en zeiden dat tegen hem dat we hem vanavond wel zouden zien. Waarop hij zei dat hij vanavond wel iets zou eten en dat we met hem geen rekening moesten houden.
Dus besloten we terug te gaan naar ons hotel en om ons om te kleden. En daarna iets te gaan eten. Nadat dat gedaan te hebben gingen we naar het centrum waar we een gezellig restaurantje vonden. We besloten dat we iets te vieren hadden dus besteleden we champagne. De champagne was echt heerlijk! Verder besloten we een menu te nemen. Voor mij was die natuurlijk vegetarisch. Het was echt een geweldige avond! Nadat we gegeten en betaald hadden, besloten we nog even rond te dwalen in Amsterdam. De stad was echt mooi! En toen we na een tijdje terug wouden keren naar een hotel, stelend we vast dat een soort van verdwaalt waren. Ok ik geeft toe dat we waren hopeloos verdwaald. Gus nam een sigaret en stak ze tussen zijn lippen. Ze aansteken deed hij niet. De eerste keer dat ik hem gezien had was ik boos geweest toen hij een sigaret nam, maar toen hij vertelden dat het een metafoor was. Je steekt het ding dat je kan doden tussen je lippen, maar je geeft het de kracht niet om je te doden. Na een tijdje geprobeerd te hebben om onze weg terug te vinden kwamen we uit op een stukje dat uitzicht had op de ganse stad. Het uitzicht was echt prachtig! Augustus nam de sigaret van tussen zijn lippen en stak ze terug in het pakje. ‘Hazel Grace’ zei hij. ‘Augustus’ zei ik. We keken elkaar in de ogen, hij had zo’n mooie ogen, ik kan er wel in verdrinken! Van zijn ogen keek in naar zijn lippen die er zo zacht uitzagen. Ik leunde een beetje naar voor en zacht hem hetzelfde doen. Onze lippen waren nog maar een paar centimeter van elkaar verwijderd. Ik keek van zijn lippen naar zijn ogen en van zijn ogen terug naar zijn lippen. Ik weet niet wie er die laatste centimeter overbrugde maar opeens voelde ik zijn lippen om de mijne. Het was geen wilde zoen, maar een lieve, tedere zoen. Na wat een eeuwigheid leek haalden we onze lippen van elkaar. Ik glimlachte en hij glimlachte terug. Hoe we juist onze weg terug vonden naar ons hotel weet ik niet, ik weet alleen dat Gus en ik elkaar handen vast hielden, onze vinger verstrengeld. Toen we in De Filosoof aangekomen waren, was Isaac er nog niet. Wat er verder die avond gebeurde hou ik liever voor mijzelf. Isaac kwam die avond pas laat terug. De volgende ochtend was ik als eerste wakker en ik besloot in het Vondelpark een wandeling te maken, maar ik legden een briefje op het nachttafeltje van Augustus:

Liefste Augustus

(tekening staat vanboven)

De jouwe Hazel Grace
Ps: Ik ben in het Vondelpark

Toen ik terug kwam, waren ze allebei al wakker en was Gus Isaac aan het ondervragen over wat er gebeurd was de vorige avond. Nadat we gegeten hadden, was het tijd om naar Peter Van Houten gaan. We namen de taxi en belden aan. Zijn secretaresse deed de deur open en stelde zichzelf voor als Liedewij. Peter van Houten beantwoorde alle vragen die we hadden over zijn boek, EVP. Wat er gebeurde met Anne haar mam, trouwde ze met de tulpenman? Wat er gebeurden met haar hamster? En nog veel meer vragen. Daarna gingen we naar Anne Frank’s huis. Waar we heel lang moesten wachten eer we binnen konden. Gus en ik liepen de hele tijd met onze handen in elkaar, onze vingers verstrengeld. ’s Avonds had Isaac afgesproken met let dat meisje die toevallig ook uit Indianapolis kwam. Dus gingen Augustus en ik samen iets eten, en daarna gingen we naar da plekje per toeval gevonden hadden. Daar zaten we samen knuffelend, te kijken naar elkaar en af en toe naar het uitzicht. Elkaar af een toe een kus geven.

‘Hazel, Hazel wakker worden’ hoorde ik. Mijn ouders koppelden mij los van het beademingsapparaat. En toen kwam het allemaal terug. Ik was niet kankervrij, Isaac was blind en Augustus … Augustus was dood. Het was vandaag zijn begrafenis. Zijn kanker was teruggekomen uitgespreid over zijn hele lichaam, hij lichte op zoals een kerstboom had hij tegen mij gezegd in Amsterdam. Hij had gevochten, maar kanker was meedogenloos, kanker had gewonnen van hem. Ik had altijd gedacht dat ik als eerste zou sterven, maar

Mijn lichaam ligt op mijn bed, ik hang er boven, Ik wil terug, ik wil verder vechten, ik kan nog niet doodgaan! Maar het was zo moeilijk! Ik word verder weg getrokken van mijn lichaam. Kanker had gewonnen, ook van mij.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen