Foto bij De Helpende Hand

De groep zat in een kring. Alle goede moed was hun vergaan. Ze hadden geprobeerd om een hulpdienst te bellen maar er was geen signaal. Ze hadden ook besproken dat de groepstaal voor nu Engels zou zijn. Maarten zou vertalen voor Ivan en zijn zus in het Frans. Iedereen was ondertussen voorgesteld aan elkaar. Maar alle hoop leek inderdaad verloren: geen berijk, geen antwoord op hun roep voor hulp en ze hadden nog niks gegeten. Alfie had de muren afgezocht naar de vos. Deze was helaas al vertrokken. Het moet net middag geweest zijn. Iedereen had weer een plaats gezocht. Het was frustrerend, ze konden niet weg. Er waren er een paar die hadden geprobeerd maar te vergeefs. Nu was iedereen een plekje gaan zoeken uit de zon.

Olivier had zich terug neergelegd. Hij keek naar de rand van de put. Ineens was er beweging, dit zorgde er voor dat Olivier een kleine veraste kreet uit liet. De andere keken naar hem en toen naar waar hij aan het wijzen was. Er was beweging aan de rand van de put. Toen leek er iets te vallen. Een mand. Het was een mand. Suzette sprong als eerste in actie om de mand te pakken. Het was haar gelukt. Iedereen liep snel naar haar en Olivier toe. De vos was terug en zat in de mand. Maar het dier was niet het enige dat er in zat. De mand bevatten een heleboel soorten van voedsel zoals: appelen, twee broden, een kruik met water,wortels. Alfie paktte het dier voorzichtig op en was het aan het knuffelen. Toen het eten verdeeld was en iedereen de buik goed genoeg gevuld had was er een touw met een haak zichtbaar op de bodem van de mand.

Sofia keek net als de anderen vol ongeloof in de mand toen het ondekt was dat zich hierin een touw bevond. Ze schrok ook even hard toen ze zag dat de vos de haak in zijn mond had genomen en aan het wegrennen was. De meeste van de groep rende achter het diertje aan en sommige zaten zelfs te schelden. De vos leek naar de rand lopen en met een sprong klom het verder naar omhoog. Net voordat het uiteinde van het touw van de grond kwam stoptte elke beweging. Daar stond het dier weer naar beneden te kijken met wat leek op een grijns. Iedereen stonden daar maar verbaast te zijn. Toen wandelde de vos van de rand vandaan en was er zelfs gegiechel te horen van boven hen. Sofia stond met de mand in de achterste rij, zij was een van de weinige geweest die niet achter het dier was gaan hollen. "Who is there?", riep Alfie. Eerst bleef het effe stil, toen hernam het gegiechel zich. Nu leek het alleen veel ongecontroleerd. Alsof iemand de slappe lach leek te hebben. Toen het gelach leek uit te sterven zei Maarten: "We are serious ,and are not climbing up intul you tell us who you are." "Ik ben de vriend van de wind en het groen licht. Ik ben het wezen dat door de bossen dwaalt met de dwaallichten. Ikben een nomade van Keriozan, de wereld waarin je je bevindt.",zei de stem van boven de rand. Iedereen keek verward behalve Alfie. Ineens leek iedereen dingen te zeggen in hun eigen taal. Hier door verschrok Alfie een beetje en zei: "What are you guys shouting all of a sudden? It's a good thing he speaks English." "Are you kidding me. I clearly heard him talk in Dutch" ,zei Maarten.

Met een kreun paktte Suzette het touw vast. Ze ging niet wachten tot de anderen klaar waren met discusie voeren. Het touw was een beetje vreemd, het gaf niet het gevoel van ruwheid als een gewoon touw. Wat de taal van de stem betreft had ze Frans gehoord. Eenmaal boven keek Suzette rond voor de vos, het dier had hun een gunst bewezen en dit wou ze belonen. Maar toen ze rond keek vond ze alleen een klein figuur met ,wat Suzette dacht dat waarschijnlijk, een groene jas aan. Het was een jongen, als ze moest schatten, van ongeveer 14 jaar. Hij had een grote grijns op zijn gezicht. De grijns leek een beetje op die van de vos, maar dan natuurlijk in mensenvorm. De jongen leek ook een oranje beverfd gezicht te hebben, er was alleen niks rond de ogen en van de neus tot aan de kin was er ook niks. Ondertussen leken andere Suzette's voorbeeld te hebben gevolgd en waren naar omhoog geklommen. De jongen leek het allemaal maar aan te zien,nieuwsgierig en voorzichtig. De kap van de jas was over zijn hoofd getrokken en leek wel vosachtige oren op de bovenkant te hebben.

Iedereen was al boven. De jongen genaamd Marten had de kleine jongen, Ivan, op zijn rug naar boven meegenomen. Nona was de laatste die naar omhoog klom. Iedereen stond net een meter van de rand af. Ze leken weer in discusie te zijn. Dit zorgde ervoor dat Nona weer zuchtte. Zij keek nog eens over de groep. Toen zag ze het, of beter hem. Een kleine jongen, klein van postuur. Toen hij zag dat ze naar hem zat te kijken gaf de vreemde jongen haar een vriendelijke knik. Als om te zeggen dat het goed was, dat hij geen gevaar betekende. Nona kon er niets aan doen maar dit nieuwe figuur deed haar denken aan de vos die hen geholpen had. Ze wist niet wat het was, er was gewoon iets aan hem. Iets dierlijks, iets vossigs. Nona begon naar zijn handen te kijken. Hij was iets aan het seinen. De jongen leek er verstand van te hebben ook, hij was goed en snel. De vreemde vroeg haar of ze genoeg gegeten had waarop zij knikten.

De vreemde jongen keek nog een goed rond of iedereen er wel was. Zijn naam was Fox en hij was de vos die deze mensen leken te zoeken. Natuurlijk werdt zijn volk niet vossen genoemd. Hij was een Droomvos, een verloren soort, een magisch wezen of beter gezegd een droomwezen. Deze groep was uiterst interesant. Zij leken alleen een beetje verward. Niet dat Fox ze dit kon kwalijk kon nemen. Het was hem al zo vaak gebeurt; op plaatsen terecht komen die je niet bekend voorkomen dat is. Ze leken hem te onderzoeken met hun blikken. Er waren zelfs een paar die weer in discusie gingen. "Als het weer een discusie is over mijn taal, ga dan vooral niet verder. Dat heeft geen zin.", Fox haalde even adem voor hij verder ging. "De taal die ik spreek is voor iedereen om te verstaan in hun moedertaal." De groep keek hem verrast aan. Hij deed zijn best om zijn lach in te houden. Er was er maar een die gewoon naar zijn handen keek. Dus seinde hij met zijn handen wat hij net gezegd had. "Eigenlijk ben ik nog iets vergeten mee te brengen. De vertalers, die zouden ervoor zorgen dat jullie elkaar zonder moeite kunnen verstaan. Maar als ik die was gaan halen, waren jullie waarschijnlijk al verhongerd en opgedroogt. Dat zou zonden zijn geweest.", hij stopte effe en keek naar hun reacties. "Welkom in Keriozan. De wereld waar alles gemakkelijk gaat en te gelijkertijd duizend keer moeilijker is. Jullie kunnen terug naar huis als jullie dit wensen, maar je zult eerst naar het Kasteel van De Klaprozen moeten gaan.Het slechte nieuws, deze ligt helaas ver van onze lokatie. Het goede nieuws is ik kan jullie de wegwijzen. Voor het geval dat je in deze wereld wil blijven is het ook leuk om mee te gaan en het hier allemaal te ontdekken." De groep keek hem fronsend aan.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen