Hoofdstuk 3. Vitrage
Het Britse nieuws stond aan op de achtergrond in de vervallen, bruinachtige kamer waar het viertal verbleef. Het was een grote rotzooi geworden, aangezien de 'netteren' niet positief in verhouding stonden met de 'sloddervossen'. Betekenend: Stephan wilde nog wel eens troep opruimen, maar daar bleef het dikwijls bij. Tim kreeg het allemaal in vijf tot tien minuten schoon (niemand wist hoe hij dat deed), maar deed het zelden en daarmee reikte de lijst van schoonmakers. Joni en Tanzi waren allebei erger dan elkaar, leken een wedstrijd van ravages aanrichten, te maken.
Daarom hing er gemixte kleding over alle stoelen, voedselresten op de tafeltjes, kruimels op de banken en gaten in de gordijnen.
"Jongens," begon Joni, die op de eettafel zat (ze had enkele dozen weggeschoven, maar dit zou niet voorkomen dat er kleverige goedjes aan haar broek zouden blijven plakken eer ze opstond), zei het eerste woord toen ze uren thuis waren. "We hebben nieuwe vitrage nodig." De witte, galante stof hing enkel aan een skelet van dunne touwtjes, die geelbruin verkleurd waren. In de nacht hoorden ze soms vreemde geluiden, wat vooral gewoon de gordijnen waren die langzaam aan het decomposeren waren. Tim, wiens gezicht oplichtte door de laptop, stak een hand op, wat al meer communicatievaardigheden toonde, dan hij vaak in hele week liet zien. Tanzi smeet een appel naar Joni, die hem behendig ving en er meteen een hap uit nam, en Tanzi verwaardigde zich als enige om daar antwoord op te geven; "Ik denk dat we andere zaken hebben die belangrijker zijn, dan een stukje nutteloos haakgerei dat je voor de ramen hangt."
Er zijn nog geen reacties.