Hoofdstuk 2
Met een schok werd ik wakker. Opnieuw had ik deze nacht een nachtmerrie gehad. Het kwam bijna niet meer voor dat er een nacht of dag voorbij ging zonder nachtmerrie, of overdag vele angsten.
Het werd juist steeds erger iedere dag. In het begin waren het van die onschuldige dromen die iedereen wel eens had. Echter met de dagen – weken – werd het enger. Allerlei rampscenario’s speelden zich af, en niks liep goed af.
Slapeloze nachten had ik erdoor, en dat hielp ook niet bepaald mee. Door mijn moeheid zag ik alles nog negatiever en slechter in dan het al was. Niemand kon me nog opvrolijken of helpen.
De therapie sloeg niet aan, want ik weigerde om te praten of te luisteren. Het ging me toch niet helpen. Ook fysiotherapie was teveel gevraagd. Steeds werd ik weer met de werkelijkheid geconfronteerd dat ik veel dingen niet kon. Het kostte me enorm veel energie en doorzettingsvermogen om vol te houden, en dat had ik niet. Ik gaf dan ook steeds weer op, en kwam niks verder. Het was zo frustrerend. Ik wilde het zó graag, maar tegelijk maakte het me ook niks meer uit. Als het zoveel moeite kostte, dan maar niet.
De deur van mijn kamer vloog open, en mijn moeder kwam binnengelopen. Ze keek me met een glimlach aan, en zette zich neer naast mij op mijn bed.
“Goeiemorgen, lieverd. Hoe is het?”
Ik zuchtte diep, en sloot mijn ogen voor een paar seconden weer. Iedere dag weer dezelfde vraag, iedere dag hetzelfde antwoord.
“Kan beter,” mompelde ik. Ik had geen zin om te praten, en al helemaal niet met mijn moeder. De hele dag door zag ik haar of mijn vader en het, hoewel het goed was bedoeld, irriteerde me mateloos. Veel liever had ik nu mijn vrienden om me heen, of in ieder geval andere mensen dan mijn ouders. Maar ja, ik had rust nodig, en drukte was niet goed voor me. Mede daardoor had ik Michael, Luke en Ashton nog niet gezien na het ongeluk. Ik had zoveel vragen aan ze, en vooral aan Michael. Hij was er immers bij geweest toen ik bewusteloos raakte. Het moest vreselijk voor hen zijn geweest.
“Oh ja, Luke belde net. Hij wil graag even langskomen, en ik dacht wel dat je dat fijn zou vinden. Hij komt wel alleen, want meer bezoek kan je nog niet aan,” sprak mam rustig, maar ergens kon ik ook enthousiasme van haar kant horen. Al die keren was het me verboden, en nu mocht ik eindelijk wat bezoek.
Met heel veel protest van mijn moeders kant was ik zelf de trap af gelopen. Er was een soort traplift voor mij aangeschaft, maar ik weigerde om dat nog langer te gebruiken. Ik wilde beter worden, en dat ging niet lukken als ik steeds allerlei hulpmiddelen ging gebruiken.
Het zelf lopen was misschien ook niet het beste idee geweest, maar ik had het gehaald. Ik ging niet toegeven dat ik nu kapot was en veel pijn had. Ik ging me niet laten kennen.
De minuten tikten voorbij, en al snel was het één uur.
Precies op tijd ging de bel, en ik hoorde hoe mijn moeder Luke begroette. Ook waren er verschillende andere stemmen te horen, maar ik kon niet plaatsen van wie ze waren. Het enige wat ik wel kon horen, was dat mijn moeder niet al te vrolijk klonk.
Enkele seconden later kwamen drie jongens binnengelopen. Mijn ogen sperden zich wijd open, en het liefst wilde ik nu op ze afrennen en knuffelen, maar dat kon natuurlijk niet. In plaats daarvan bleef ik zitten met een brede lach op mijn gezicht.
“Cal!” riep Michael blij, en hij kwam naar me toe gelopen. Hij gaf me een knuffel, en ik zag hoe er een paar tranen over zijn wangen liepen. Ook ik hield het niet droog nu ik ze allemaal weer zag.
Ik begroette ze allemaal, en het werd een heel emotioneel gebeuren.
“Ik ben zo blij om jullie weer te zien,” bracht ik uit. “Ik heb jullie echt gemist.”
“Zeg dat alsjeblieft niet Cal. We waren zo bang dat je het niet zou redden... Van het een op het andere moment was je niet meer aanspreekbaar en lag je in coma,” mompelde Michael.
“Laten we het over leukere dingen hebben. Jullie leven allebei nog, en alles gaat helemaal goedkomen!” sprak Ashton bemoedigend. Iedereen mompelde instemmend – het was de waarheid.
Blijven hangen in het verleden was nooit goed, zeker niet bij nare dingen. Het enige wat me nog wel bezighield en voorlopig zou houden, was de droom die ik had gehad. Ik kon het niet loslaten. Iets in me zei dat mijn nachtmerries niet alleen verzonnen dingen waren, maar dat er ook een aantal herinneringen in zaten. Zo was er iemand die in iedere droom zat. Iedere keer weer zag ik haar. Of in ieder geval; een silhouet. Ik wilde zo verdomd graag weten wie dat was, ook al wist ik niet eens wat ik daarmee moest. Het liet me gewoon niet met rust. Ik moest het gaan uitzoeken, maar hoe?
Reageer (5)
HET IS NOG STEEDS AMAZING AF WOOOH.
9 jaar geledenAhw, Cal )): u breaking me heart (wtf is dat idk)
9 jaar geledenNatuurlijk is het nog steeds geweldig!
YES het is nog steeds geweldig Niekie. I love it.
9 jaar geledenNatuurlijk is het nog steeds leuk. En spannend. En verwarrend.
9 jaar geledenWat een schatjes.
9 jaar geleden