008
Ik werd ruw wakker gemaakt door Ron.
'Ron wat doe je?!' siste ik boos. 'Je mag hier helemaal niet komen!'
'Rustig Lien niemand heeft me gezien', zegt Ron. 'Maar ik verveelde me zo-'.
'Dus je gaat Her-me-lien maar even wakker maken?' vroeg ik een beetje boos.
'Ja daar komt het op neer', zei Ron schouderophalend.
Ik kon gewoon niet boos blijven op die jongen.
'Oke, 't is al goed', zei ik en ik klom zachtjes uit het hemelbed.
'Is het dan ooit slecht geweest?' mompelde Ron.
Ik trok de gordijnen dicht en we slopen de wenteltrap af. Er was wel iemand in de leerlingenkamer, maar aan Rons gezichtsuitdrukking was die pas net gekomen. En die iemand was bepaald geen Griffoendor. Harry stond bij een van de tafels en glimlachte naar mij(waarschijnlijk durfde hij niet meer te glimlachen naar Ron).
'Wat is er Potter?' vroeg Ron.
Ik begreep die jongen soms echt niet. Waarom deed hij altijd zo bot tegen Zwadderaars?
'Een ding, nee twee', zei Harry. 'Ten eerste mag je me best Harry noemen en ten tweede heb ik mijn deel van het werkstuk af'.
'En wat als ik je niet Harry wíl noemen?' vroeg Ron.
'Ron please, laten we niet opnieuw beginnen', zei ik.
Ron ontspamde een beetje en haalde een stuk perkament uit zijn tas.
'Mijn deel', zei hij. 'En je mag trouwens niet in de leerlingenkamer van Griffoendor komen, hoe weet je het wachtwoord?'
'Marcel', zei Harry. 'Hij is een goede vriend van me, maar als je me zo graag weg wilt hebben dan ga ik maar'.
Hij liep weg.
'Wacht!' riep ik. 'Ik ga wel even mee'.
Ik glimlachte kort na Ron en verdween toen samen met Harry op de gang.
'Sorry voor Ron', zei ik al lopend. 'Hij heeft het gewoon niet zo op zwadderaars'.
'Ja', zei Harry met een waterige glimlach. 'Dat had ik zelf ook al door'.
We liepen verder en ik voelde zijn blik mijn kant op staren.
'Is er iets?' vroeg ik lichtelijk verbaast.
'Nee, niks, wat zou er moeten zijn?' vroeg hij nonchalant.
Ik haalde mijn schouders op.
'Ik ben er', zei hij. 'Zie ik je vandaag tijdens de lunchpauze bij het meer?'
Ik knikte goedkeurend en liep glimlachend weg.
'Wachtwoord', vroeg de dikke dame slaperig.
'Tomprisus'.
Ik liep door het portretgst en zag dat Ron in een van de stoelen was neergeploft. Ik liet me in de andere zakken.
'Ron', vroeg ik een beetje onzeker. 'Kun je niet proberen on vrienden met ze te worden?'
'Nee, Lien, het zijn Zwadderaars en ik haat ze!'
'Alleen proberen, en als je ze echt haat dan is dat maar zo'.
'Goed', gaf hij toe. 'Ik probeer het, maar dat wil niet zeggen dat het ook lukt'.
Reageer (2)
Eindelijk Ron!
9 jaar geleden'Dus je gaat Her-me-lien maar even wakker maken?' vroeg ik een beetje boos.
9 jaar geleden'Ja daar komt het op neer', zei Ron schouderophalend.
Geniaal