14.2: Hou me vast
“Je ziet er geweldig uit.”
“Moet jij je niet gaan omkleden?” Twijfelend staar ik naar de roodharige vrouw voor me, misschien heeft ze gelijk.
“Zo vroeg zullen ze wel niet hier zijn. Bovendien weet ik niet of ik blij moet zijn dat ik ‘uitgenodigd’ ben of niet.”
“Komaan Louis!” Dramatisch draait Rune zich om, “het is wel een feestje hoor.” Ik grinnik en ontplooi mezelf van mijn kleermakerszit om recht te staan en even overdreven met mijn ogen te draaien.
“Een feestje met hongerige vampiers, super.” Ze lacht en ik draai me dan toch om. Misschien heeft ze wel gelijk en kan ik me best gaan omkleden. Na een kort klopje open ik langzaam de deur van Harry’s kamer. Harry ziet er geweldig uit. Zijn pak heeft een iets donkerdere kleur als normaal, en zijn blouse is wit waardoor zijn ogen je open aanstaren. “Je ziet er echt geweldig uit.”
“Anders niet?” Harry trekt plagend een wenkbrauw omhoog en neemt mijn pak al. Ik wil het aannemen maar hij zorgt ervoor dat ik er net niet aankan waarna hij me intens aanstaart. “Je moet me iets beloven.”
“Ik ben geen vijf jaar oud Harry.” Hij glimlach lichtjes en schudt zijn krullen.
“Als er iets is, kom je naar mij. Voordat je naar boven gaat, kom je naar mij. Als je de ruimte verlaat, kom je eerst naar mij. Kom gewoon altijd eerst naar mij voordat je me ongerust maakt.” Ik grinnik en bijt dan op mijn lip, oeps. Zo klinkt hij wel echt overbezorgd.
“Ik zal er aan proberen te denken. Het lijkt wel alsof je me niet kan missen.” Plagerig buig ik dichterbij en neem ik het pak slim over.
“Dat is maar een gedachte.” Hij grijnst en geeft me een aanmoedigend duwtje richting de deur. “Zie maar dat je op tijd klaar bent Tomlinson, vampiers wachten niet graag.” Ik glimlach, daar heeft hij helemaal gelijk in.
***
Ik ben blijkbaar een van de laatste gasten, aangezien de ruimte al behoorlijk vol gestroomd is. Ik wist niet eens dat er zoveel duistere wezens waren… Niet enkel de bekende mannen van het parlement zijn er, maar ook vreemde mannen, vrouwen, helemaal luxueus opgetut. Mensen die ik nog nooit gezien heb en proberen hier een invloed te krijgen op Harry. Mijn ogen scannen door de ruimte, opzoek naar iemand die ik ken. Sedrik staat te lachen bij een andere jongeman met blond haar, terwijl Rune omringd is door een groep van vrouwen. Ze glimlacht naar me en meteen draaien alle hoofden naar mij. Ongemakkelijk en beschaamd draai ik me om en bots ik recht op tegen een onbekende man die vriendelijk naar me glimlacht.
“Sorry, de naam is Vänlig, Christiaan Vänlig. Jij bent?” Hij weet niet wie ik ben? Excuseer? De man krabt even ongeïnteresseerd in zijn bruine haardos. Iedereen hier weet wie ik ben, hoe kan het dat hij dat niet weet? Ik ben wel-.
“Louis Tomlinson, aangenaam. Wat ben jij?” Argwanend kijk ik de man aan en hij begint te lachen.
“Altijd belangrijk om te weten natuurlijk. Ik ben een vampier, een van Harry’s beste vrienden. Jij?”
“Harry’s comes.” Als hij een vriend is, kan ik best vriendelijk tegen hem zijn en hem aardig behandelen. Anders zal Harry niet blij met me zijn. Hij knikt en grijnst terwijl hij een slok van zijn alcohol neemt. “Hoe komt het dat ik je nog nooit gezien heb als je een goede vriend van Harry bent?” Hij richt zijn helblauwe ogen terug op mij.
“Dat is omdat ik werk lever in de bergen, het volk voorzie van eten op moeilijke plaatsen.” Dus hij is een goed persoon?
“Dat klinkt aardig.” Hij haalt zijn schouders op en geeft zijn glaasje mee met een bediende.
“Iemand moet het doen. We leven niet enkel om dingen te gebruiken, soms moet je ook iets terugdoen.” Ik glimlach en mijn ogen gaan terug door de ruimte. Harry kijkt me geïnteresseerd aan maar wendt zijn blik snel af als hij door heeft dat ik het merk.
“Wat heeft Harry met jou?” Ik frons.
“Wat?”
“Waarom kijkt Harry zo naar je?”
“Ik ben zijn Comes, jullie zijn vampiers, en ik heb bloed. Daarom.” Iets wat afkerig en bot kijk ik hem aan, gevoelig gebied dat.
“Ik ken Harry langer dan dit. Ik ga het hem zelf wel vragen.” De man is onderweg naar Harry, en ik sta hier weer moederziel alleen. Alsof iemand ze toestemming gegeven heeft nu Christiaan weg is komen er enkele vrouwen op me af. Hun borsten springen bijna uit hun korset en hun lange haren krullen alle kanten op, gadver.
“Dag heer Tomlinson. U stond hier zo alleen, we dachten dat we u wel konden vergezellen.” Een blonde vrouw, de zelfverzekerdste, stapt recht op me af. Meteen ben ik omringd door vrouwen die stinken naar parfum en zelfs bijna aan me beginnen te prullen.
“Dat is vriendelijk maar absoluut niet nodig.” Ze glimlacht, een andere, een brunette deze keer kijkt me met haar grote bruine ogen aan en buigt lichtjes voorover waardoor ik recht in haar boezem kan kijken. Ik dacht dat hoeren iets voor de lagere bevolking waren? “Het is nog steeds niet nodig.” Ongemakkelijk kijk ik zo hoog mogelijk om ze niet te hoeven zien, maar erg groot ben ik zelf ook niet.
“We zouden u een hele avond kunnen vermaken heer.”
“Niet nodig…” Mijn stem begint verdacht te piepen, ik voel me ook zo vreselijk ongeriefelijk hier. Niet te doen hoe ze hier bezig zijn.
“Misschien kan u ons dan wel een rondleiding geven?” Een andere blonde kijkt me bijna smekend aan. Nu pas merk ik dat er een paar vampiermannen geboeid staan mee te luisteren, ze moeten dit doen, natuurlijk.
“Ik verdwaal hier zelf nog, dat zou geen goed idee zijn.”
“Dan verdwalen we samen.” De brunette heeft ondertussen haar handen op mijn arm gelegd en met een rood hoofd beweeg ik mijn arm een beetje weg, maar ze lijkt het niet door te hebben, of ze wilt het niet opmerken. Ondertussen zit de blonde al met mijn vest te spelen aan de randen. O God, blijf beleefd Louis. Blijf beleefd.
“Dag dames.” Harry duwt zich zonder problemen tussen ons in, met de meest charmante grijns ooit. Aan zijn gezicht is te zien hoe hij dit allemaal wel amusant vindt. “Valt het hier een beetje mee?” Zijn grijns neemt alleen maar toe in de breedte, ik wil hem bijna voor zijn gezicht slaan ja, mij zo uitdagen. Maar goed, hij is ook mijn redding, zoals meestal.
“Zeker.” Meteen knikken ze alle vier.
“Een rondleiding door het gebouw en de kamers zouden we zeker appreciëren.”
“Dat kan ik geloven.” Harry glimlacht vriendelijk en neemt een glaasje aan van de ober. “Enkel heb ik nu spijtig genoeg geen tijd. Ik herinner me de laatste keer nog wel Luciana.” Zij glimlacht als een boer met kiespijn waardoor ik grinnik. Zij was die vervelende vrouw die nacht op zijn kamer. Harry kijkt me geamuseerd aan en slaat vriendschappelijk een arm rond mijn schouder.
“Als u ons wilt excuseren.”
“Dat was gênant.” Ik draai mijn hoofd richting de vampier.
“Ik vond het wel grappig.” Harry grijnst nog steeds en neemt me mee naar wat mannelijk gezelschap. Sedrik staat er bij, en ook die Christiaan van daarnet.
“Al kennisgemaakt met het vrouwelijk schoon?” Mijn hoofd is nog steeds rood en ik stuur een boze blik naar Sedrik.
“Jij zou beter iemand zoeken dan ik.” Hij grinnikt.
“Die meiden zijn alleen maar op rijkdom uit, niet op helden zoals mij.” Meteen lacht iedereen, typisch Sedrik. Alle mannen zijn een pak jonger dan de mannen in de Orde, waarom? Zij zouden daar beter in zitten, iets nieuws en verjongend met creatieve ideeën.
“Ik heb gehoord dat je een groot talent bent Louis? Is dat niet interessant om te vermelden als ik vraag wat je bent?” Ik haal mijn schouders op.
“Ik weet niet, ik hou niet zo van vooroordelen. Nu denk je al meteen anders over me.”
“Interessante persoonlijkheid heb je.” Ik zwijg, niet wetend of dat positief of negatief bedoeld is. “Dat was een compliment.” Christiaan glimlacht naar me en ik glimlach ongemeend maar beleefd terug.
“Hoe kan het dat je nu er nu pas achter gekomen bent dat je een wicca bent?” Een man met lange ravenzwarte haren die in een vlecht zitten staart me aan. Die vlecht heeft wel iets vrouwelijk.
“Een vader die goed is in spreuken, denk ik.” Harry knikt beamend.
“Jean.” Dat ene woord doet vele wenkbrauwen omhoog trekken en gekwetst kijk ik naar Harry. “Wat Louis?”
“Nu is de toon al meteen gezet qua ‘verwachtingen’ en ‘karakter’. Bedankt.” Sarcastisch en meteen slecht gezind kruis ik mijn armen verdedigend voor me.
“Ontspan.” De man met de zwarte haren kijkt me opnieuw aan. “Als er iets is dat we van je zullen onthouden is dat je zoveel meer bent.” Ik glimlach en ietwat verlegen ontplooi ik mijn armen terug.
“Bedankt.” Mijn keel voelt droog aan van de drukke ruimte. Ik zie alleen maar sterke glazen alcohol staan.
“Wat zoek je?” Ik haal mijn tong vluchtig over mijn lippen op mijn komende woorden voor Harry kracht bij te zetten.
“Drinken.”
“Geen fan van whisky? Het is goed spul.” Christiaan glimlacht naar me maar ik schud mijn hoofd. “Al ooit geprobeerd?” Opnieuw schud ik mijn hoofd, ik heb er echt geen zin in om dat te proberen.
“Komaan Louis, het is een feestje. Doe het.” Sedrik kijkt me bemoedigend aan.
“Zodat jullie me kunnen uitlachen zeker. Nee.” Ik grijns en schud opnieuw mijn hoofd, maar Harry duwt me onvermijdelijk een klein rond glaasje in mijn handen.
“Toch moet je het eens proberen.” Zijn grote groene ogen brengen eerst rust, maar daarna nervositeit met zich mee.
“Wat verstaan jullie niet aan nee? Krijg ik er iets voor?”
“Eeuwige trouw.” Iedereen lacht om Christiaans grap.
“Heel grappig.” Voorzichtig ruik ik aan het drankje, maar het ruikt vreselijk sterk en krachtig dus haal ik mijn neus onmiddellijk op. Voorzichtig zet ik het dan toch aan mijn lippen en neem ik een kleine slok. Meteen schieten de tranen in mijn ogen en begin ik te hoesten. En dat noemen ze lekker? Harry slaat lachend en bemoedigend op mijn rug terwijl ik met een rood hoofd naar adem hap. Roodste hoofd van de avond gaat naar…Louis Tomlinson, inderdaad. Ik pruts met de opening van mijn hemd en doe het bovenste knoopje open, ik krijg echt geen lucht. “Bedankt, dat had ik echt nodig.” Opnieuw liggen de mannen plat van het lachen. Ik grijns even, oké, het was wel grappig, maar niet als jij de persoon bent die het moet doen. Nu heb ik ook nog eens extra aandacht getrokken geweldig. Stiekem vind ik het wel fijn, maar niet op deze manier. Als ik mijn hoofd draai merk ik dat Harry er zo gelukkig uit ziet. Zijn ogen blinken als twee emerald diamanten terwijl zijn goddelijke krullen vrolijk heen en weer bewegen. Heb ik even geluk dat hij van mij is…bijna.
Er zijn nog geen reacties.