Foto bij 14.1: Hou me vast

Helemaal van streek ga ik voor het raam staan en staar ik naar een willekeurig punt. Ik wist dat Aurus erg katholiek was, maar dat hij zich om die rede tegen me zou keren had ik niet verwacht. Ik dacht dat hij mijn vriend was, dat hij het wel allemaal prima vond. Dus niet. Dat is ook precies waarom ik eerst geen relatie met Harry wou. Het volk zal me beoordelen over mijn geaardheid in de liefde, niet over wie ik ben of welke ideeën en boodschappen ik wil overbrengen. Ze zullen in opstand komen tegen Harry. Gefrustreerd bijt ik op mijn onderste lip. Ik word constant bekogeld door nieuwe raadsels en onzekerheden. Ik mag blij zijn dat ik zo gevoelig ben ik niet alles binnenin voor mezelf kan houden, dan zou ik het echt niet allemaal kunnen verwerken. Ik schrik op van de luide knal van een deur. Wat is dat nu weer? Nieuwsgierig en geïrriteerd ga ik kijken. Een furieuze Harry staat uit te blazen op de gang.
"Hè Har." Voorzichtig nader ik hem. Hij is echt serieus woedend. Dikke aders lopen over zijn voorhoofd en door zijn nek. Ergens vind ik het dan ook wel vreselijk aantrekkelijk. Louis, stop. Voorzichtig neem ik zijn gebalde vuist vast en Ontplooi zijn gespannen vingers langzaam. Een paar donkere ogen staren me geïntegreerd aan. "Waarover gaat dit? Zullen we even naar buiten gaan of naar je kamer?" Langzaam knikt Harry, maar er zit niet veel gevoel in hem. Misschien maar goed, anders was alle woede er uitgekomen. Zwijgzaam neem ik hem mee via de trap naar buiten en loop ik een stukje met hem tot aan tuin. De natuur werkt onmiddellijk rustgevend op me. Langzaamaan ontspan ik, en Harry ook. Zijn handen voelen al minder klam en gespannen aan. Mijn duim gaat afwachtend over de rug van zijn hand. Ik zeg niks, hopend dat hij zelf begint te vertellen. Dat kan hij beter ook maar doen, want mijn nieuwsgierigheid begint me de kop op te steken.
"Aurus." Meer zegt Harry niet. Zijn bladgroene ogen staren even naar onze verstrengelde handen en dan weer in de eeuwige verte. Onmiddellijk weet ik waar hij het over heeft.
"Hoe weet je dat?" Mijn stem is slechts een fluistering, het moet ook niet meer zijn. Harry draait zijn hoofd terug naar me toe en kijkt me oprecht aan.
"Ik rook je ongerustheid, hoorde je verhoogde stem. Natuurlijk moest ik even gaan kijken."
"Heb je het schilderij gezien?" Even verschijnt er terug een twinkeling in zijn lege ogen.
"Het was magnifiek. " Ik beaam het met een zwak geluidje.
"Dit is net waar ik zo bang voor was. Aurus is één iemand, maar hoeveel mensen zijn begod nog gelovig en hebben iets tegen twee mannen die van elkaar houden?"
Ik zucht vermoeid van mijn eigen gedachten. Ergens hoopte ik dat ik mezelf daar over gezet had, maar dit brengt alles terug te boven.
"We kunnen alleen maar hopen dat ze naar je ideeën luisteren. Je zou een geweldige spreker zijn Louis."
"Ik?" Dat meent hij niet. Ik zou dat misschien wel kunnen ja, maar niet in deze situatie.
"Als de gemoederen hier eenmaal gesust zijn zou dat kunnen. Het volk zelf een stem geven voor de raadsleden. "
"Dat klinkt echt erg mooi Harry." Hij glimlacht, oprecht, duidelijk terug ontspannen en zichzelf. Ik glimlach stiekem, de gebeurtenis van daarnet al vergetend. "Ik dacht dat jij de meeste schilderijen daar gemaakt had?" Harry is volledig ontspannen als ik mijn hoofd tegen zijn arm laat aanleunen.
"Heb ik ook. Die van Sedrik liggen vooral op zolder. Als hij er een gemaakt heeft is hij zo trots dat niks of niemand er aan mag komen."
"Wij ook niet dus?" Harry zegt niks en staart voor zich uit, richting het imposante kasteel. "Mh? Har?" Ik leg mijn kin liefkozend op zijn schouder. Hij is even helemaal afgeleid. Volgens mij is hij aan het communiceren met een andere vampier, aangezien de graad van concentratie op zijn gezicht erg groot is. Verveeld draai ik een krul om mijn vinger en sta ik dan langzaam op.
"Oh nee dat was vandaag?" Verward kijk ik naar Harry die er lichtelijk gepanikeerd uit ziet.
"Har?"
"Oh Louis. Ik was helemaal vergeten... Het is vandaag het zoveel jarig bestaan van mijn familie en er is straks een groot feest." Ik zucht, niet weer hé? Ofwel wordt ik half verslonden, ofwel verveel ik me dood. Zijn blik staat nu terug op mij gericht.
"Jij en Aurus mogen ook komen. Ik zou zelfs willen dat je komt Lou, dan kan ik tenminste een oogje in het zeil houden. Het zal je goed doen."
"Tussen al die vampiers?" Hij maakt een afkeurend geluid.
"Ook wiccas en dergelijke. Niet je vader, ik verzeker je dat." Ik knik lichtjes en staar hem dan terug voorzichtig aan.
"Ik heb niks om aan te doen."
"Ik weet nog wel wat voor je, kom." Hij glimlacht duister waardoor er een kriebel door mijn lichaam loopt. Wat is hij van plan? Enthousiast loopt hij voor me uit. Zijn krullen bewegen vrolijk mee terwijl ik achter hem aanloop, niet willend dat hij minder vrolijk gaat doen. Zonder nog veel te zeggen loopt hij de trap op, naar zijn kamer. Hij wacht met momenten op me, zeker na die helse trap, en doet dan zijn kast ongeduldig open.
“Har, jouw kleren zijn toch veel te groot voor mij.” De man grinnikt en haalt er zonder twijfeling een prachtig kostuum uit. “Wat-?” Onzeker kom ik dichterbij en neem ik het pak vast. “Van wie is dit geweest?” Argwanend kijk ik hem aan maar hij glimlacht maar.
“Van mij, een lange tijd geleden. Het past je vast, doe het aan.” Fanatiek duwt hij het pak in mijn handen en duwt hij me letterlijk zijn waskamer in.
“Har, je kan niet zomaar-“ Lekker, de deur is al toe. Ik zucht en bekijk het pak. Het heeft een donkerblauwe aansluitende jas, met daaronder een beige gestreept hemd en een soort van sjaal, maar dan veel mooier en met meer uitstraling. De broek sluit nauw aan, iets wat ik niet gewoon ben, en ik ben er zelf van verbaast dat ik het helemaal zie zitten zo. Voorzichtig kom ik de deur terug uit en glimlach ik naar Harry die onmiddellijk naar me toe komt. Even opent hij zijn mond, maar hij zegt niets. Hij staart me enkel gefascineerd aan en legt dan zijn hand in mijn nek om me zacht te zoenen. Even ben ik verbaasd, maar al snel sla ik mijn handen ook voorzichtig om zijn middel, waarna Harry terug afstand neemt en me liefdevol aankijkt.
“Het staat je prachtig Lou.” Ik glimlach,
“Dat jij ooit zo klein en mager geweest bent.” Ik grijns uitdagend naar hem waardoor hij me een duwtje geeft, terug richting de waskamer.
“Ga jij je maar omkleden Tomlinson.” Ik grinnik en doe dan wat hij zegt. Mijn andere kleding voelen onwaardig aan tegenover het verschrikkelijk mooie pak. Hoe zou Harry er uit zien in een pak? Oh god, ik denk niet dat ik dat wil zien. Ik moet mezelf nog wel kunnen beheersen bij al die mensen. “Klaar?!”
“Moment!” Ongeduldig dat hij ook is. Ik hang het netjes terug en overhandig het terug aan Harry.
“Moeten we niets gaan klaarzetten?” Harry knikt en zijn tong gaat even snel over die aantrekkelijke lippen van hem.
“De bediendes zijn dat aan het doen.” Ik trek verontwaardigd een wenkbrauw op.
“Wel, dan ga ik in ieder geval helpen.” Ik draai me om en zet een paar passen voordat ik me terug draai richting Harry. “Oh ja, er is toch niet alleen veel alcohol en bloed daar hé? Ik word er niet goed van als ik dat allemaal zie.” Harry glimlacht stiekem en trekt gespeeld een wenkbrauw omhoog.
“Nee, er zijn ook vieze hapjes voor mensen. Absoluut walgelijk. Ga nu maar helpen voordat ik van jou mijn hapje maak.” Ik glimlach en werp hem een handkus voordat ik effectief de kamer verlaat en daar beneden dartel. Ik heb nog nooit een feest zelf meegemaakt, laat staan in zo’n dure kleding. Een verjaardagsfeest in het dorp is niks vergeleken met deze feesten, en er zijn er zo vreselijk veel. Onder kom ik Aurus tegen, hij zegt niets. Ik zeg niets. Dan moet hij het maar weten.
“Kan ik ergens mee helpen?” Om de drie bedienden zo snel en behendig aan het werk te zien, voel ik me nogal overbodig en euhm- totaal ongemakkelijk.
“Dat is erg vriendelijk jongeman, maar we zijn bijna klaar.” Ik knik en loop dan licht ontgoocheld terug weg. Het kasteel lijkt zo vreselijk verlaten. Misschien is het nu wel het moment om uit Harry’s boekenrek dat toverboek te nemen. Zou hij daar zijn, of nog op zijn kamer? Heel voorzichtig tast ik de omgeving af, Harry is op zijn kamer. Vastbesloten neem ik zo stil mogelijk de treden naar boven. De deur van zijn werkkamer lijkt dichterbij dan ooit tevoren. Licht buitenadem van de vele trappen sluip ik dan toch de kamer binnen. Het is er licht genoeg, dus gelukkig moet ik geen kaars gaan aansteken. Ik neem plaats voor de houten boekenrek en denk aan het boek. Het boek waarmee ik me kan linken aan iemand anders, iemand anders in mijn gedachten kan laten zien, en omgekeerd. Het duurt even, verrekt. Hoe kan ik duidelijker zijn? Ik wil godverdomme dat boek hebben. Nu, voor ik betrapt word! Zonder enige hint valt het boek ineens recht in mijn handen. Ik glimlach en steek het snel onder mijn hemd, doe mijn armen gekruist voor mijn hemd en loop zo ontspannen mogelijk terug naar mijn kamer. Het is me gelukt… Het is me gelukt, ja! Ik grijns als ik veilig in mijn kamer zit en neem onmiddellijk plaats op mijn bed. Nieuwsgierig blader ik erdoor, sommige interessante dingen opnemend. Als ik iemand in mijn gedachten wil, dan moet ik enkel fysiek contact maken en ‘Tornouse un coa miña mente’ opzeggen. Lijkt simpel, geen idee wanneer ik dat ga gebruiken, maar goed. Voor hetgeen wat Sedrik wil is meer als wat fysiek contact nodig. Het is net als het eerste, als je het zonder fysiek contact wilt doen. Je hebt een bepaalde bloem, een koningsbloem, je eigen bloed en een typisch voorwerp van hem of haar nodig dat je moet linken een het mengsel, en dan de spreuk linken tussen jezelf en de andere persoon. Hoe kom ik in godsnaam aan die bloem? Misschien in het bos, of in de tuin. Die bloemen die daar staan zullen wel niet zomaar gekozen zijn… Ik zucht en sla het boek snel toe waarna ik ermee naar de waskamer loop en het achter de kast verberg. Het is behoorlijk dik, maar het lukt en het is onzichtbaar, perfect. Zo nonchalant mogelijk loop ik terug door de gang. Dwalend ben ik opzoek naar gezelschap. Beneden aan de trap zie ik Aurus zitten. Zou ik durven terug draaien? Godv- hij heeft me al gezien. Onzeker staren zijn ogen me aan en staat hij op.
"Louis? Kunnen we praten?" Even knijp ik mijn ogen dicht en doe ik alsof ik niets gehoord heb, maar dat heb ik wel.
"Ja?" Ik loop langzaam de trap af, zijn mening zal wel niet veranderd zijn, maar ik wil gewoon dat hij me accepteert.
"Het spijt me voor eerder. Ik had dat niet zo mogen zeggen. Ik vind het nog steeds raar, maar zolang ik er niets van merk maakt het me niets uit." Ik glimlach spontaan, dat was nu net wat ik wilde horen.
"Dankje Aurus." Ik open mijn armen om hem een knuffel te geven maar hij deinst angstvallig terug, ik frons. "1. Ik ben niet ziek. 2. Ik val op Harry, en Harry alleen. 3. Ik wil enkel vrienden zijn." Ik kijk hem nadrukkelijk aan, maar voel me vanbinnen gekwetst. Ik snap zijn terughoudendheid, maar wat is er nu verandert door de kennis? Ik zucht en doe dan maar een stap achteruit.
“S-sorry Lou-i-is.” Hij stottert verschrikkelijk en zijn hoofd wordt helemaal rood, waarom is hij nu zo zenuwachtig bij mij in de buurt.
“Geeft niks, ik wil gewoon dat je me normaal behandelt, iedereen zou dat moeten doen.” Ik glimlach ongemakkelijk naar hem. Een snijdende stilte vult de ruimte. Hij knikt en maakt dan een gebaar dat hij terug naar boven gaat. Ik knik maar en loop richting buiten. Harry zit op een bankje, te rusten. “Hé luilak, ik dacht dat je nuttig werk aan het doen was?” Verstoord kijkt hij op waarna de krullenbol vriendelijk glimlacht.
“Ik ben aan het denken, mag dat niet meer?” Uitnodigend maakt hij plaats voor mij en ga ik dicht tegen hem aan zitten.
“Over belangrijke dingen hoop ik dan?” Hij glimlacht even onschuldig waarna hij even voor zich uit kijkt.
“Ik heb jullie gesprek gehoord.” Ik zucht zacht en laat mijn hoofd tegen zijn stevige schouder aan rusten.
“Dan weet je ook waarom ik zo wederhoudend was in het begin.” Zijn hoofd draait terug in mijn richting, maar ik staar naar het woeste bos.
“Helemaal, het spijt me voor dat. Ik vond het wel fijn om te horen dat je enkel op ‘Harry’s’ valt.” Ik grinnik en kom terug iets overeind, dat onthoudt hij natuurlijk wel weer.
“Ja, naar verluidt is er hier een leuke Harry in de buurt, het dichtstbijzijnde huis, op dit huis na. Klinkt leuk hé?” Harry grijnst en duwt me speels van hem weg.
“Ben ik niet leuk dan?”
“Jij gebruikt geweld.” Ik pruil waardoor de mooiste lach op aarde door mijn oren weergalmt.
“Het spijt me Lewis, ik zal het nooit meer doen.” Ik grom en kruip op zijn schoot om hem zacht een kus te geven.
“Vergeten en vergeven.” Harry kijkt nog steeds hunkerend naar mijn lippen waardoor ik glimlach en enthousiast door zijn krullen veeg. “Mijn ogen staan net iets hoger hoor.” Meteen kijkt hij terug naar boven, schuldig.
“Sorry, ik was in trance door die schoonheid van je.” Ik glimlach, en schud mijn hoofd, charmeur.
“Dan heb je nog niet in de spiegel gekeken.” Hij glimlacht enkel en buigt verlangend terug dichterbij.
“Er is toch altijd iemand die mooier zal blijven.” Extreem zacht en teder plaatst hij voorzichtig zijn volle lippen terug op de mijne. Mijn hart begint wild te kloppen als mijn buik verliefd samentrekt en er een honger in me losgemaakt wordt.

Reageer (1)

  • Amica

    Dit is te cute omg

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen