14.0: Hou me vast
"Lou?"
"Mh?" Ik sta op mijn tippen om over Harry's schouder naar het imposante bos te kunnen kijken. Het lijkt wel eindeloos diep en donker, toch geeft het ook hoop. Mijn armen bevinden zich rond Harry's sterke torso dat tussen de balustrade en mijn lichaam in geklemd staat, zijn lange luxueuze krullen kriebelen tegen mijn wang aan.
"Waaraan heb ik dit verdiend?" Zijn stem is slechts een weke fluistering. Een spontane glimlach verschijnt rond mijn mondhoeken, typisch Harry. Zo bescheiden en verlegen als wat.
"Ik zou juist zeggen dat je nog veel meer verdient als dit..." Mijn lippen bevinden zich zwoel langs zijn oor. "Je bent geweldig werk aan het leveren voor het volk." Harry draait zich om, maar kijkt me niet aan. Zijn muntgroene ogen staan op een punt in de verte gefixeerd. Voorzichtig neem ik afstand en draai ik me ook om. Acario staat in de deuropening.
"Het spijt me dat ik u stoor, mijn dominus, maar er is een belangrijke brief aangekomen en ik moest hem sofort aan u overhandigen. " De typische frons verschijnt op Harry zijn gelaat. Door middel van zijn lange arm overbrugt hij gemakkelijk de afstand en neemt de brief aan.
"Dankje Acario. Je mag beschikken." De man vertrekt en ik neem nog wat extra afstand, misschien is het wel een groot geheim binnen de politiek. Harry staart extra geconcentreerd naar het perkamentachtig ding, met het puntje van zijn tong dat tegen zijn tanden aan rust. Even schiet zijn blik naar mij. Door de onwetendheid word ik meteen onrustiger, maar ik probeer mezelf te beheersen als hij me blijft aanstaren. "Lees maar, het is voor jou. Ik zou erbij gaan zitten als ik jou was." Twijfelachtig neem ik de ietwat zware brief aan en ga ik argwanend zitten, onder Harry's strenge blik. Mijn ogen staren intensief naar het papier, verdomd lezen ook.
'Aan uwe ko-nink-lijke maïs-teit Har-old Ed-ward Styles.' Ik staar terug naar boven, richting Harry.
"Hij is voor jou, en mijn lezen is belabberd." De vampier beweegt niet, hij is zelf gespannen en ik weet niet waarom.
"Lees verder. Alsjeblieft..." Ik knik en neem het papier stevig vast om me er terug op te concentreren.
'Ik schrijf je om je te laten weten dat ik er achter gekom-en ben dat mijn zoon in jouw bezit is.'
Wat een stomme zinsconstructies...
'Ik heb dank-zij Jo-han-na ook vernom-en dat hij het goed maakt. Graag zou ik hem ont-moeten, snel. Als jij geen act-ie on-der-neemt dan doe ik dat wel. Vroeg of laat komt William me toch teg-en.
Gegroet
Jean Jaures.'
Met grote ogen staar ik naar Harry. "Wat heeft dit te betekenen?" Even reageert hij niet en ik voel mezelf zo bang worden dat Harry nu wel kalmerend zijn handen tegen mijn wangen aan moet leggen.
"Hij wilt je ontmoeten. Als ik niets afspreek zal hij via magie toch verkrijgen wat hij wilt." Ik frons.
"Ik ben zijn zoon niet, en al zeker niet William. Enkel mijn moeder mag me zo noemen."
"Toch vrees ik dat we niet veel keuze hebben. Beter in vrede dan..." Ontzet duw ik Harry van me af en ga ik ijsberend over bet balkon.
"En wat als ik niet wil? Heeft iemand daar al eens aan gedacht?!" Ik zucht, ik hou er niet van als mensen me in een bepaalde situatie duwen, zonder dat ik het wil of zelfs maar een keuze heb. Ze zeggen dat je altijd een keuze hebt, in die heroïsche gedichten, maar Harry heeft gelijk. Beter in vrede dan… Ik ga ze toch niet laten vechten om een ontmoeting met mij, een kleine arme boer? “Veel keuze heb ik nu niet bepaald.” Ik grom en omklem stevig de balustrade.
“Hij is in onze dienst, we hebben hem nodig, ook voor jou. Jij hebt hem nodig zodat hij je kan helpen.” Ik zucht, wetend dat ik moet toegeven, maar niet willend.
“Wat als hij heel direct is? Me gaat aanraken en gaat behandelen alsof ik echt zijn zoon ben en-“ Harry’s postuur en kalmte zorgt er voor dat ik terug wat rustiger wordt, maar er blijft veel in mijn hoofd rondspoken.
“Dan kom ik er tussen. Hij raakt je niet aan als je niet wilt, en als je het maar niks vindt, dan ga je gewoon weg. Goed?” Ik knik en leg mijn hoofd op zijn uitnodigende schouder. Langzaam snuif ik zijn exotische geur op. Harry is toch een echt schatje. Ik laat hem terug los en glimlach.
“Goed. Je regelt het maar.” Even kijk ik hem schuldig aan door mijn botheid. “Sorry. Dankje Har.” Hij glimlacht oprecht, gelukkig, hij begrijpt me, hoop ik.
“Ik zie je graag Louis, ik laat niemand je pijn doen. Zelfs je vad- verwekker niet.” Ik glimlach om zijn verspreking, verwekker klinkt ook maar zo raar.
“Ik mag je ook graag Har.” Teder geef ik hem een korte zoen waarna ik terug wat afstand neem. De brief zorgt ervoor dat ik niet bepaald in een knuffelstemming ben. “Ga jij je werk maar doen, hup.” Ik grijns als hij voor me uit loopt maar schud dan terug mijn hoofd. Harry is de mijne, bijna. Ik verlaat zijn kamer en loop terug naar het schildersatelier, naar Aurus. “Hoe is het hier?” Aurus grijnst en laat me het schilderij zien, de Bijbelpassage is erg duidelijk en het is best goed gelukt voor een amateur. Enkel is Jezus zijn hoofd een beetje te groot uitgevallen, ik vind het wel grappig. “Ziet er super goed uit!”
“Vind je?” Ik knik enthousiast en merk dat Sedrik ergens vanachter zit, verborgen.
“Wat ben jij daar zo stiekem aan het doen?” De man kijkt niet op maar wenkt me met zijn rechterhand. Het puntje van zijn tong ligt nauwkeurig gebalanceerd tussen zijn twee lippen. Als ik dichterbij kom, proberend niet te struikelen over al die prachtige werken, merk ik dat hij ongelofelijk snel en precies aan het werk is. “Mag ik kijken?” Sedrik geeft me een vluchtige knik en voorzichtig kom ik achter hem staan. “Hoe-“ Mijn mond valt open en er komt geen geluid meer over mijn lippen. Het schilderij is- wauw. Ik kan- God. Hoe. Waarom en wat? Sedrik grinnikt en al snel doe ik mijn mond weer toe.
“Vind je het mooi?”
“Mag ik het alsjeblief meenemen?” Hij lacht opnieuw. Het schilderij is echt het allermooiste ooit! Mijn hoofd ligt lichtjes naar achteren terwijl Harry op de liefste manier ooit me een kus op mijn voorhoofd geeft. De wolken lijken op te klaren en doordat er geen kleur gebruikt is heeft het een magische sfeer. “Hoe heb je dat gedaan?”
“Jij en Harry zijn niet de enigste met talent, weet je wel.” Hij grinnikt opnieuw, duidelijk tevreden met het resultaat. Ik kan er echt wel uren naar kijken.
“Heb je ons gezien?”
“Zeker. Ik kwam er langs, zag dat moment en ik moest het gewoon vastleggen. Sorry.” Ik schud mijn hoofd, waar excuseert hij zich voor?
“Wauw.” De man lacht en geeft me een duwtje.
“Ga aan de kant, ik moet het nog signeren.”
“Mag ik het dan meenemen?” Even kijkt hij me indringend aan.
“Is het daar wel veilig? Dit is een meesterwerk.”
“Maar Sedrik, mag je me zomaar schilderen, zonder het gevraagd te hebben?”
“Dat kan allemaal prima.” Zijn gezichtsuitdrukking staat neutraal terwijl hij geconcentreerd verf mengt op zijn houten bord om de perfecte kleur te krijgen.
“Aurus, je moet komen kijken.” Langzaam komt de jongen dichterbij, zijn ogen rollen bijna op de grond als hij het schilderij ziet.
“Is dat…echt gebeurt?” Ietwat gekwetst kijkt hij er naar. Is er iets mis?
“Wat…?” Hij schudt snel zijn hoofd.
“Ik heb nog nooit twee mannen dát zien doen. Het lijkt daar zelfs alsof God het goedkeurt.” Afkeurend schudt hij zijn hoofd en draait hij zich weg. “Ik vind het walgelijk.” Gekwetst staar ik hem boos aan en daarna naar het schilderij en dan terug naar hem.
“Dus het schilderij is mooi, maar hetgene daarop niet. Is dat wat je wilt zeggen? Dat liefde perse tussen man en vrouw moet zijn?! Hoe echt dat dan ook mag zijn. Het is onmogelijk om het anders te doen, waar staat dat precies in de Bijbel?”
“God heeft het altijd over man en vrouw. Altijd!” Ik bal mijn vuisten en loop hem snuivend voorbij.
“Mooie vriend ben jij.”
Reageer (1)
Ik snap Aurus' reactie wel, maar het blijft wel erg voor Louis, hopelijk accepteert hij het snel. Dit verhaal is echt zo mooi geschreven en zo origineel.
8 jaar geleden