13.3: Angst
Eenmaal terug aangekomen was ik snel mijn bezwete lichaam en doe ik terug braaf de formele kleding aan. Geen idee of er iemand komt vandaag, maar het kasteel is nooit verlaten. Het idee dat Harry net uit een zware periode komt pakt me verrassend genoeg bij mijn hart doordat ergens diep van binnen, ik weet dat dat wel eens goed de waarheid kon zijn. Ik wil meer weten over de Harry van vroeger. Meer over hem, zijn zwaktes en zijn gebreken. Enerzijds boezemt het me wel angst in; mensen vermoorden omdat je je mening durft te uiten. Spijtig genoeg zijn er naar mijn gevoel nog veel ergere dingen gebeurt in het verleden en wil ik dat allemaal niet weten. Als Harry dat toen deed, waarom zou hij me die dingen vandaag dan niet durven aandoen? De deur van het schildersatelier staat open. Op het eerste zicht is er niemand daar, totdat ik het kleine gestalte van Aurus ontdek tussen de vele schilderijen.
"Wat ben je aan het maken?"
"Een deel uit het boek van Johannes." Ik knik, iets te vluchtig misschien om geïnteresseerd over te komen in een stom Bijbelboek dat uitgewerkt wordt. Hoe weet hij zelfs waar het over gaat? Het is in het Latijn geschreven.
"Leuk, weet je waar ik Rune of Sedrik kan vinden?"
"Sedrik is op zijn kamer. Klop twee keer voordat je binnengaat." Ik glimlach om zijn waarschuwende blik. "Waarom heb je hem nodig?" Opgejaagd bijt ik op mijn lip en haal ik mijn schouders op.
"Ik wil ze iets vragen." Bijna meteen zucht Aurus, iets waar ik blij om ben. Ik weet immers goed genoeg dat ik niet altijd even pienter handel.
"Wees voorzichtig oké?" Ik knik en wandel nerveus de kamer terug uit. Het gevoel dat Harry veel verbergt borrelt opwindend beneden in mijn buik; het moet onderzocht worden. Ik ga terug een verdieping hoger en twijfel even welke kamer het is. Ik besluit via magie een veld te creëren, aftastend naar levende materie in de kamer, ook al ben ik niet zo zeker dat vampiers nog echt als levend wezen tellen. Hebbes. Beleefd klop ik 2 maal waarna Sedrik onmiddellijk de deur openzwaait.
"Wie we hier hebben... Jou had ik niet verwacht met je geur en veld die je van 5 mijl afstand opmerkt.” Ik grinnik ongemakkelijk.
"Ik weet niet goed hoe ik dit moet vragen maar... Ik zou graag wat meer weten over Harry's geschiedenis." Meteen wordt er een ruk aan mijn arm gegeven en sluit de deur zich zo snel als het kan.
"Dat is erg gevaarlijk gebied, besef je dat?" Zijn ogen staren me indringend aan.
"Ik heb daar geen idee over. Ik ving iets op van een duistere periode voordat ik kwam, daar ben ik in geïnteresseerd." Een bittere lach verlaat de man zijn lippen en even voel ik mezelf verstijven van angst. Hoe goed ken ik deze demon nu echt? Het antwoord kan beter niet gegeven worden want dan pis ik in mijn linnen broek. Sedrik begint te ijsberen.
"Harry is meer als tweehonderd jaar een bitter, koud, gebroken wezen geweest! Dit is het dieptepunt van zijn leven, de vreselijke eindeloze val met de nog moeilijkere beklimming. Dit is echt niet goed..." Ik frons en besluit het duidelijker te maken want ik kan zijn gedachten gang even niet volgen.
"Wil je me niet helpen of kan je me niet helpen."
"Luister, Louis," hij draait zich terug om en staart me aan met die donkere ogen van hem. "Ik wil je helpen, maar zo kan het niet. Ik zou het je graag laten zien maar daar hebben we een spreuk en een voorbereiding voor nodig. Als jij erin slaagt alles voor te bereiden, dan wil ik je helpen." Even wrijft hij vermoeid over zijn voorhoofd door mijn moeilijke vragen. Ik knik dan toch langzaam, veel keuze geeft hij me niet bepaald...
"Ik doe mijn best. Waar vind ik een boek?"
"Harry's bureau, maar daar kan je nu niet naar toe gaan, hij is hoogstwaarschijnlijk daar." Ik knik en loop de kamer terug uit. Wanneer moet ik dat in Godsnaam dan wel doen? Ik ben niet muisstil en onzichtbaar en als ik betrapt wordt heeft Harry meteen door dat ik iets van plan ben. Sedrik zet nogal een serieuze test op voor me.
"En, heeft hij aan je hoofd zitten zagen?" Ik frons en kijk verward op naar de roodharige vrouw die voor me staat.
"Wat had je verwacht?" Ik glimlach naar haar. Ze ziet er niet volledig ontspannen uit. "Wat is er aan de hand?" Voorzichtig ga ik dichterbij staan, ze ziet er nogal bezorgd uit, in tegenstelling tot anders. Als Rune bezorgd is heb je een probleem, ze is de meest optimistische persoon die ik ken, maar echt.
"Trouwcomplicaties. Ik moet nog schoenen uitzoeken."
"En de jurk?" Ze glimlacht even pijnlijk en staart naar een punt in de verte.
"Dat wordt mijn moedersjurk. Dat is het hem juist. Ik kan het niet aan om hem te dragen, net zoals Harry het niet aan kan hem te ruiken en te zien." Oh, dat ligt uiteraard moeilijk. Ik zou niet graag de trouwjurk van mijn overleden moeder aan doen -als ik een meisje was, anders zou het absurd zijn- uit redenen van respect.
"Ze zou trots op je zijn."
"Dat zeggen ze allemaal ja." Een nerveuze lach verlaat haar lippen.
"Als het zo'n probleem is kun je toch ook gewoon een andere jurk aandoen?" Ze schudt verdrietig haar hoofd.
"Het is traditie. Ik heb mijn eigen jurk voor op het feest, die gaat naar mijn kinderen- als ik er al überhaupt ooit krijg- en ik draag tijdens de ceremonie de jurk van mijn moeder." Ik slik pijnlijk, ik zou Harry niet graag zien dan, verslonden door eeuwig pijnlijke emoties. "Verder wordt Lucius een vampier na die avond, wat jouw vader trouwens komt begeleiden... Zo veel spanning voor een gebeurtenis."
"Wel de belangrijkste in je leven." Ze knikt en glimlacht. Weet iedereen hier nu wie mijn vader is of hoe zit dat hier? Ik weet toch ook niet heel hun familie geschiedenis. Ontzet loop ik naar het bureau van Harry, zonder te kloppen en zet ik me neer in een van zijn comfortabele stoelen. Verstoord staart de vampier me aan, maar hij lijkt niet boos.
"Zeg het eens." Ik frons nog dieper en haal mijn gekruiste armen uit elkaar.
"Hoe komt het dat iedereen hier mijn geschiedenis kent en dat mijn vader de hier huwelijksceremonie komt doen en ik daar niets van afweet?" Mijn woede blijft in golven toenemen; ik vind het maar niks als mensen voor me beslissen achter mijn rug en ik er dan nog niks van weet ook.
"Louis, je moet begrijpen dat ik verslag moet uitbrengen; het gaat immers over jou toekomst. Er zijn al grote discussies geweest over dat het niet veilig is zo'n krachtige tovenaar hier te huisvesten en te laten binnendringen in alle geheimen van de regering. Ze denken dat je tegen hun bent en een aanval plant." Ik lach bitter, menen ze dat nu echt, een aanval? Hoe zielig is dat?
"Ik ben tegen hun maar een aanval, komaan Har. Ik doe mezelf nog liever pijn dan iemand anders. Dat is echt zielig."
"Dat heb ik gemerkt ja." Zijn stem staat gepijnigd maar zijn houding niet. Zijn houding is veel te stijf en net naar mijn zin, hij neemt dit serieus, nee toch?
"Har... Je gaat niet zeggen dat je die belachelijke waanideeën serieus gaat nemen en me niet meer gaat vertrouwen. Ik ben alles behalve je vijand!"
"Ik ben keizer Louis. Ik mag mijn sentimentele waarden niet in de weg laten staan om een rijk te regeren." In mijn hoofd komt de klap van zijn harde vuist op tafel tien keer harder aan dan het was. Mijn hart trilt angstvallig mee en gaat meteen in de tegenaanval.
"Dat is precies waarom het volk je niet moet. Je hebt geen waarden, normen en gevoelens. Je had evengoed een steen kunnen zijn! Fijn om te horen dat ik maar een klein onbelangrijk sentimenteel ding ben. Je leeft Harry! Je ademt, je beweegt. Je lichaam leeft maar je ziel... Die is allang uitgestorven door je wantrouwig gedrag naar het goede en het slechte. Louter je hersenen, het zal wel zijn dat je het niet aan kan. As je jezelf verliest dan... Hoe kan je dan ooit nog iets goed doen? Op jezelf vertrouwen is het allerbelangrijkste! Luister eens naar je hart in plaats van je oerharde kop! En als ik daar geen plaats heb, oké, maar dan ben ik tenminste echter dan iets dat je zomaar kan weggooien!" Mijn stem buldert tegen een snoeiharde snelheid met oorverdovend lawaai zijn gehoorgangen binnen. Als hij nu ook nog eens verdomme luistert! Mijn stoel ligt al lang op de grond en gefrustreerd en opgejaagd storm ik naar buiten, ren ik de trappen af en loop ik richting het bos. Hijgend met horten en stoten, mijn hartslag die in elke ledemaat te voelen is, mijn warme tranen die me verblinden. Gefrustreerd sla ik een schreeuw en laat ik me huilend tegen een boom aanvallen. Ik beteken niets voor Harry. Ik kan hem beter niks vragen, hij wilt me niet en zal me nooit willen. De pijn vanbinnen brandt als een wild vuur dat niet gedoofd kan worden. Verbaasd kijk ik op als ik een ritselend geluid hoor.
"Interessant..." Voor me staat een kleine gespierde man. Hij is overduidelijk een vampier, een die ik niet ken. Angstig zoek ik steun bij de boom om terug overeind te komen. "Lukken je plannen niet zoals gewenst? Arme jongen toch. Wees maar niet bang, je zult er niet veel van voelen." Onmiddellijk worden zijn ogen bloedrood en zo donker dat ik enkel paniekerig naar zijn scherpe tanden kan staren.
Reageer (2)
Whahaha mijn reactie van een jaar terug. Tis echt droog. :')
7 jaar geledenTis zo'n spannend stukkie hier! ^^
Jaa ik ga snel veder lezen!!
8 jaar geleden