Het verhaal begint bij een jongen die zichzelf Jedusable noemt. Jedusable was net verhuist van kamer op het campus in Sophomore en een vriend van hem had Jedusable zijn oude Nintendo 64 gegeven. Het enige spel wat erbij zat, was een oud kopie van Super Smash Brothers. En na een tijdje alleen maar LVL 9 CPUs te verslaan, ging hij zich een beetje vervelen.

Ik besloot dat weekend in de buurt een beetje rond te gaan rijden dat ongeveer twintig minuten van het campus af lag, voor van die Amerikaanse garage sales. Uiteindelijk had ik een paar kopieën gevonden. Namelijk: Pokemon Stadium, Golden Eye, F-Zero en nog twee losse controllers. Toen ik weer onderweg was naar het campus, viel een laatste huis me op. Het was van een oude man met een klein tafeltje met allemaal troep erop .Ik weet niet waarom maar het huis trok me heel erg aan, dus ging ik even kijken wat de oude man allemaal had.
Ik vond de man er raar uitzien…

Ik vroeg de oude man of hij een paar games had, en de man verzekerde me dat hij niet eens wist wat een game was. Toen ik een beetje rond de tafel ging kijken, viel een losse doos die naast de tafel stond hem op. Hij zag dat er allemaal oude games in zaten. En ik wist het niet zeker, maar volgens mij leek een van de games op Majora’s Mask. Waarschijnlijk verbeelde ik me het maar, omdat dit wel een van de games was die iktoch heel erg graag had willen vinden hier in de wijk. Toen ik weer opkeek van de doos stond de man opeens weer voor de tafel, maar van armlengte afstand. Tot mijn verassing had de man een game in zijn hand. En op de game stond met slordige letters geschreven, Mojora. Ik kreeg vlinders in zijn buik van het toeval, en vroeg de man gelijk hoeveel hij ervoor wou.
De oude man lachte naar me en zei dat ik het zo mee mocht nemen, dat het van een jongetje was geweest dat daar niet meer woonde. Er zat iets raars in de manier waarop de man dat zei, maar daar gaf ik geen enkele aandacht aan toen. Ik was te blij om die game te krijgen, en nog gratis ook.

Ik herinner me nog dat ik nog al septisch naar de game had gekeken, omdat het in een slechte staat was en dat er geen garantie was dat het zou werken.
Ik bedankte de man die terug glimlachte en zei: ‘Goodbye, then!’ - althans, dat was hoe het voor mij klonk. De hele weg terug naar het campus had ik het gevoel dat de oude man wat anders zei in plaats van Goodbye then. En toen ik thuis kwam, kwam ik erachter dat zijn vermoedens klopte. Ik startte de game op (die tot mijn verassing nog prima werkte) en zag dat er nog één opgeslagen bestand op stond , simpelweg “BEN”. “Goodbye, Ben,” zei de oude man. Ik vond het zielig voor de man, waarschijnlijk werd de man seniel en liet ik hem – om een of andere reden – denken aan zijn kleinzoon Ben.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen