004
De Zon komt door een klein miezerig gaatje in het gordijn de kamer binnen. Ik open langzaam mijn ogen. OMG! IK BEN ONTVOERD! Dan dringt het tot me door dat ik gewoon op Zweinstein ben, maar ik ben gewoon nog niet gewend aan het wakker worden in de torenkamer. Er ligt nog een meisje te slapen, maar de rest is al uit bed. Ik strompel ook uit bed en trek een ander gewaad aan. Heel stil loop ik de wenteltrap af. Ron zit aan een tafeltje ruzie te maken met Ron, maar dan groter. Als ik dichterbij ben zie ik dat de grote Ron een bril heeft.
'Godverdomme, Percy! Hoe kan ik dat nou weer gedaan hebben? Ik mag toch nooit in je kamer komen!'
Lachend ga ik naast Ron zitten. Hij kijkt me een beetje geschrokken aan.
'Stoor ik?' Wil ik weten.
Ron schudt zijn hoofd.
'O nee hoor, maar als Percy he-'.
Percy staat woedend op en beent de leerlingenkamer uit.
'Hij is echt niet te geloven', zegt Ron. 'En dan te bedenken dat hij mijn broer is!'
Ik glimlach.
'Ach ja, je bent nu in ieder geval van hem af'.
Ron knikt opgelucht.
'Laten we naar de grote zaal gaan', zegt hij. 'Ik rammel'.
We staan op en nemen meteen onze spullen mee, zodat we gelijk na het eten naar de les kunnen. In de gang bij de grote zaal is het een en al drukte. Ik en Ron wurmen ons tussen de kinderen en vinden uiteindelijk een plekje aan de tafel van Griffoendor. Ron pakt een puddingbroodje en begint gulzig te eten.
'Kjijk njou njaar hem', zegt hij met volle mond. 'Djat isj tjoch njiet te gejoven?' Hij wijst naar Malfidus die in geuren en kleuren een verhaal tegen Harry vertelt.
Ik haal mijn schouders op.
'Harry moet zelf weten met wie hij omgaat'.
'Ja tuurlijk', bromt Ron boos.
'Ron', zeg ik een beetje geïrriteerd. 'Laten we niet opnieuw beginnen, hoe dan ook, drink je pompoensap op want toverdranken begint zo'.
Ron bromt chagrijnig wat terug maar drinkt zijn beker leeg en staat op.
'Ik heb helemaal geen zin in toverdranken!' zegt hij luid. 'Het hoofd van Zwadderich geeft daar les in en Fred en George zeiden dat hij afschuwelijk was'.
'Maar Fred en George zeiden ook dat er een groot stambeeld van Perkamentus stond, en dat was ook niet waar'.
Ron gaat er niet op in en we komen bij de kerkers aan. Er hangt een beetje een muffe geur in het lokaal. Ik en Ron gaan aan een tafeltje vooraan zitten, al snel krijgen we gezelschap van Marcel.
'Stilte!' schreeuwt professor Sneep.
Hij beent de kerker in en duwt de deur dicht
'Ik hoop dat jullie een beetje weten hoe je toverdranken met brouwen, sla je boek open op pagina 12 en bereid een perfecte sliadrank. Nú!'
Opgewekt sla ik mijn boek open. Het recept ziet er niet bepaald makkelijk uit. Ik begin met de radijs fijn te snijden en doe ze in de ketel. Na de rest ook te hebben toegevoegd en het een paar keer met de klok mee te hebben geroerd. Mijn drank heeft precies de blauwe kleur die ze in het boek beschrijven.
'Stoppen!' schreeuwt Sneep.
Tevreden leg ik mijn spullen neer. Sneep loopt eerst langs de tafel van Harry en Malfidus. Hij knikt goedkeurend. Daarna komt hij bij onze tafel.
Hij kijkt nar Rons drank, die roze is.
'En jij bent?' vraagt hij ijzig.
'Ronald Wemel', hakkelt Ron.
'Wemel dit is werkelijk afgrijselijk'.
Met een kleine zwiep van zijn stok verdwijnt de toverdrank en nadat hij bij Marcel zijn drank ook had laten verdwijnen komt hij bij mij staan.
'En jij was?'
'Hermelien Griffel'.
'Kan er mee door', zegt hij. 'Oke les is afgelopen, huiswerk een opstel van 10 centimeter over de sliadrank'.
Ron beent woedend het lokaal uit.
'Ron wacht!' roep ik.
Ik haal hem op de gang in.
'Ik haat hem!' brult Ron. 'Ik haat hem echt!'
'Weet ik', sus ik hem. 'Ik kan zelf ook niet echt zeggen dat ik hem mag'.
Reageer (1)
Wie mag Snape wel?
9 jaar geledenIK!