‘Zijn ze allemaal waar?’ Jake’s ogen vergrootte iets. ‘Alle figuren die we in de sprookjes hebben leren kennen?’
Hij streek een haarpluk weg. ‘Voor zover wij weten, kennen we er één en zijn we er één.’ Het was fijn om zijn rustige stem te horen. Daardoor wist ik dat ik niet gek werd.
‘Wolven.’
Hij knikte. ‘En waar we tegen vechten. The cold ones,’ Ik keek hem niet begrijpend aan. ‘Ze noemen zichzelf vampier,’
Mijn mond viel open, ik wist dat, nu er iets bestond als mensen die in wolven konden veranderen, ik nergens gek meer van op moest kijken, maar het kon er toch niet helemaal in.
Hij pakte mijn hand vast en trok me naar een tafeltje waar zijn gereedschap opstond. Hij schoof wat weg en klopte erop; het teken dat ik erop mocht gaan zitten. Met gemak maakte ik een klein sprongetje en ging ik op het hoge tafeltje zitten. Jacob zelf leunde naast mijn been tegen het tafeltje aan.
‘In de verhalen wordt verteld dat het gen wordt opgewekt toch? Het stroomt door ons bloed en wordt pas aangewakkerd wanneer er gevaar dreigt.’ Ik knikte. Dat herinnerde ik me. ‘Weet je nog de berichten van vorig jaar, dat er zoveel ongelukken gebeurden door een aantal dieren, rondom Forks?’ Weer knikte ik. Hij schudde zijn hoofd. ‘Dat waren drie vampieren,’ Ik smakte en had het idee dat ik ziek zou worden. ‘Ze vormen een serieus gevaar voor de mensen, ze worden gek om bloed, om mensenbloed. Maar waar iets tegen de natuur in gaat, lost de natuur het zelf op. Alles heeft zijn eigen vijand. En daarom zijn wij er. Er zijn maar twee dingen wat een vampier kan doden: vuur en een verloren gevecht met een weerwolf,’
‘En dat ben jij,’
Hij knikte. ‘Dat ben ik.’ Hij bekeek me goed, hield me in de gaten. ‘Maak ik je bang?’ Ik keek hem aan, recht in zijn ogen en het gevoel was weer net zo intens zoals altijd.
‘Nog niet,’ Ik glimlachte en verbaasde me om mijn vingers die de zijne wilden aanraken. ‘Jij niet, in ieder geval. Maar je bent veranderd, dat betekent dat er gevaar dreigt.’
Hij knikte. ‘Eén van de drie is vermoord, de andere twee lopen nog rond.’ Vermoord. Er ging een rilling door me heen. ‘Je hoeft niet bang te zijn,’ ging hij verder. Plotseling leek hij verlegen. ‘Dat ding, dat gevoel wat wij hebben?’ Ik knikte. Ik voelde het sterker dan ooit nu hij het spreekbaar maakte. ‘Jij bent mijn imprent,’ Zijn vingers reageerde op die van mij en zachtjes wreef hij over mijn nagels.
‘Wat betekent het precies?’ Emily had het over “zie het als je grote liefde”, maar dat klonk te makkelijk in die moeilijke wereld.
‘Het betekent dat jij degene bent die me op mijn plek houdt. Er is ergens een ongetekende lijn ontstaan tussen ons toen ik voor de eerste keer ben veranderd. De cliché verhalen over liefde in boeken en films over dat partners niet zonder elkaar kunnen leven, en dat ademen niet meer gaat zonder hem of haar, komt van imprenten af. Jij bent degene die mij de lucht geeft en de zwaartekracht om me op de grond te houden.’
Het klonk inderdaad als een ontzettend slecht boek, van een schrijver die met een dronken hoofd en een gebroken hart was begonnen met schrijven, maar het warme gevoel dat ik in mijn hele lichaam voelde en de drang om hem telkens op te zoeken, om hem te kunnen zien en even te kunnen horen… Ik kon het niet ontkennen, of mezelf terug trekken. Ik moest mezelf erin laten vallen en hij zou degene zijn die me zou opvangen.
‘En ik weet dat het als te veel gaat klinken,’ ging hij verder. ‘omdat we elkaar nooit op deze manier hebben gezien, maar er zal nooit een ander meisje in mijn leven komen dan jij.’
Ik glimlachte zwakjes naar hem en pakte zijn hand beet. ‘Let’s just take it slow, oke?’ Ik had me altijd benauwd gevoelt wanneer Luke was begonnen over dat hij me nooit meer kwijt wilde en dat hij nooit iemand anders in zijn leven zag, maar nu sloot die paniek niet rond mijn hart heen.
Maar ik wilde afspraakjes, ik wilde kunnen giechelen met Maya omdat hij in het bijzijn van iedereen me een knipoog had gegeven, ik wilde mijn eigen liefdesverhaal.
Hij knikte van harte. ‘No rush,’ Ik glimlachte.
‘Maar als jij hier bent, wie was die wolf dan op de weg?’
Zijn gezicht vertrok een beetje. ‘Welke kleur had zijn vacht?’
‘Zandkleur,’
Hij grinnikte. ‘Seth, hij is nog niet zo voorzichtig als de rest.’
‘Seth ook? Wie nog meer?’
‘Iedereen waar je in het weekend mee eet.’ Mijn mond viel open. ‘Wij zijn actief, maar we moeten ergens het gen vandaan hebben.’
Dat zette me aan het denken. ‘Dus jouw vader…’
‘En de jouwe, en alle anderen.’
‘Mijn vader?!’ Mijn mond viel open. Mijn vader was een weerwolf. ‘Maar dan ben ik…’
Jacob schudde zijn hoofd. ‘Je bent een vrouw, wat de kans verkleind, en je bent mijn imprent, wat de kans nog meer verkleind. Maar je draagt het gen wel mee. Je broertje daarin tegen,’ Embrian een wolf… Mijn hele wereld werd op zijn kop gezet… ‘Als de tijd daar is, dan zullen we goed voor hem zorgen.’
Daar twijfelde ik niet aan. ‘Jullie zijn hecht, alsof jullie echt elkaars broers zijn,’
Hij glimlachte mat. ‘Dat komt ook doordat we geen geheimen meer voor elkaar hebben.’ Hij ging verder toen ik hem vragend aankeek. ‘Wanneer we in wolfvorm zijn, horen we elkaars gedachten. Geen geheimen meer,’
Ergens was het logisch. Hoe zou je anders moeten kunnen communiceren, maar dat je hele gedachtengang open lag voor iedereen die er maar bij wilden… ‘Tjee… Nog meer wolvendingetjes?’
Hij glimlachte bij het verkleinwoordje. ‘Minimaal 42 graden.’ Hij legde zijn warme – hete hand op mijn arm.
‘Het moet vast fijn zijn om het nooit meer koud te hebben,’ Ik keek hem even goed aan. ‘En welke kleur vacht heb jij?’
‘Goudbruin,’
‘Vind je het fijn om geaaid te worden, zoals een hond?’ Zijn ogen lichtten even op bij zo’n luchtige vraag.
‘Nog nooit mee gemaakt,’ Hij lachte.
‘Waarom gaan jullie niet meer naar school?’
‘We willen wel, maar er is amper tijd voor.’
‘En je krijgt er geen problemen mee?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘De directeur is één van ons.’
‘Is het moeilijk om geheim te houden?’
‘Nog een wolvendingetje, Sam is de alpha en wanneer hij zegt dat we iets moeten doen, of juist niet, dan is er geen manier om hem tegen te gaan. En hij heeft ons verteld om niks te zeggen, dus ik kan niet anders.’
‘Maar je vertelt het wel tegen mij,’
‘Je bent mijn imprent, you’re one of us now,’
Ik grijnsde er om. ‘En Bella? Is er een wolven reden dat ze hier niet meer komt?’
Hij knikte. ‘Haar vriendje, Edward, is een vampier. Hij is weg gegaan omdat hij vond dat ze niet meer veilig was, ze is niet te vertrouwen volgens Sam. En daarbij, heb ik het te druk met rondes lopen om nog met haar te kunnen opschieten.’
Hij zei het, maar ik zag het verdriet in zijn ogen. ‘Bella is een lieve meid, en een goede vriendin. Ze is al door het stof gegaan door die Edward, verdient ze dit echt?’ Hij keek me triest aan. ‘Zat je daarom ook verstopt?’
Hij veranderde totaal van onderwerp. ‘Heb je een nieuwe auto?’
Ik glimlachte. ‘Ik zou het ‘nieuw’ er weg halen als ik jou was voor je teleurgesteld wordt,’ Ik pakte de sleutels uit mijn jaszak en gaf ze aan hem. Ik dacht even dat hij naar buiten zou rennen om te gaan kijken, maar hij pakte eerst mijn hand om me naar buiten te sleuren.
‘Jeuj…’
Ik rukte mijn hand uit de zijne en legde mijn armen over elkaar heen op mijn borst en keek hem quasi boos aan. ‘Waag het om te zeggen dat het een oud barrel is,’
Meteen klapte hij zijn kaken op elkaar om me niet uit te lachen.
‘Het is een prachtige truck.’
Ik trok een wenkbrauw op en rukte de sleutels uit zijn hand. Toen de motor uiteindelijk liep trok zijn gezicht bij. ‘Netjes, netjes…’ Geconcentreerd opende hij de motorkap en ik liet hem zijn gang gaan. ‘Hier kunnen we wel wat aan doen… En hier netjes weg werken… Hm… Nee, dit…’ Ik smakte en dat deed hem op kijken. Grinnikend sloot hij de motorkap weer. ‘Als ik mag, wil ik er heel graag naar kijken,’
‘Je vader had het al voorgesteld…’ Hij glimlachte.
‘Maar niet vandaag.’ Hij trok me uit de auto en sloot de deur om hem daarna op slot te zetten. ‘Ik denk dat het een goed idee is om even bij Sam en Emily te kijken.’ Ik knikte. Misschien wel, ja. Hij bracht speels zijn vieze olie handen naar mijn gezicht en lachte. ‘Maar eerst even mijn handen wassen,’
We stonden in de keuken – Jacob boende grondig zijn handen en armen – toen Billy even kwam kijken.
‘Jennifer…’ Billy lachte naar me.
‘Ik hoop dat je snel weer een kampvuur organiseert, Billy. Dan zal ik mijn oren eens goed openen om alles goed tot me te nemen en niet de helft te vergeten.’
Hij keek me even doordringend aan en lachte toen breed. Hij pakte even mijn hand vast. ‘Het is goed om je in de familie te hebben, Jennifer. Ik zie jullie snel weer en ik houd je wens in mijn achterhoofd,’
Jacob glimlachte naar zijn vader die de keuken uitrolde terwijl hij zijn handen droogden aan dit keer wel een schone handdoek. Zonder het te beseffen stond ik opeens weer tegen Jacob aan, dit keer met mijn armen om hem heen. Ik kreeg het pas door toen hij zijn warme armen om mij heen sloeg. Een beetje verrast, ikzelf, sloot ik mijn ogen en genoot van het moment.
Het was gek, ik kende Jacob niet erg goed. Ik wist dat hij goed was met auto’s en motoren, ik wist dat hij voetballen leuk vond en dat hij tijd doorbrengen met vrienden geweldig vond, maar ik had geen idee waar hij boos, bang of verdrietig van werd. Maar het voelde vertrouwd, zo in zijn armen, dichtbij en ruikend naar zijn geur van bos, regen en Jacob zelf.
‘Ready to go?’ fluisterde hij mijn haren in en ik betrapte mezelf erop dat ik moeite moest doen om ‘Ja’ te kunnen antwoorden. Jacob had het door en grijnsde even naar me voor hij me nog een keer naar zich toe trok om me bijna te pletten. Lachend duwde ik hem van me af – althans, dat probeerde ik. ‘Ja, ja, ready to go!’

Reageer (1)

  • PrimRue

    YES HET WAS SETH IK HAD GELIJK WOHOOO, I know my fave wolfie <3
    Super hoofdstuk weer, ik maakte serieus een vreugde dansje toen ik net je mails in mijn inbox zag!
    Loveeee it!

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen