Pepper Catherine Kingsleigh • Disney Descendants
Ik voelde een koude druppel in mijn nek vallen. Mijn nekharen gingen rechtovereind staan toen ik voetstappen achter me hoorde. Voorzichtig keek ik om. Er was niemand te zien. Ik besloot verder te lopen en kwam in een soort ruimte terecht.
Ik was in een soort grot; de muren leken gemaakt van rotsen en aangenomen uit de echoënde geluiden en druppels, leek dat me dat de meest logische plaats waar ik me bevinden kon.
Ik liep, gedreven door nieuwsgierigheid, steeds verder de ruimte in. Het leek een volledig lege ruimte, maar plots realiseerde ik me dat er een blonde vrouw in de hoek van de ruimte stond.
Ze stond te schreeuwen. Ze probeerde zichzelf ergens uit te bevrijden, maar er was niets te zien waarin ze opgesloten kon zijn.
Plots realiseerde ik me dat die vrouw mijn moeder was. Ik probeerde haar te roepen, maar er kwam geen enkel geluid uit mijn keel. Als op wieltjes gezet, gleed ik naar haar toe. Ik probeerde haar aan te raken, vast te pakken, mee te nemen om gerust te stellen, maar al gauw merkte ik dat dat niet mogelijk was. Tussen mijn moeder en mij was een soort glas gezet. Een glas zonder opening.
Plots was alles wat mijn moeder onverstaanbaar. Ik begreep niet meer wat ze me duidelijk wilde maken, maar ik zag haar ogen wel groot worden naar iets achter me. Ik draaide me om en
'Peppah... Peppah!' maakte een stem die enigszins geschrokken klonk me wakker. Mei sprong op mijn bed om me nog wakkerder te maken dan dat ze al gedaan had.
Ik kreunde even. Ik was zo moe. Ik wilde nog langer slapen.
Tot ik me realiseerde wat ik gedroomd had. Het was weer diezelfde droom geweest. De laatste nachten had ik telkens dezelfde droom gehad. Mijn moeder die in paniek was en ik die haar niet kon bereiken. Steeds als ik me omdraaide om te zien wie degene was die haar dit aandeed, werd ik wakker.
Ik lag nog in bed toen Mei me op de tijd wees.
'Meid we zijn ZO te laat.' zei ze, terwijl ze zich aan het klaarmaken was voor school. Slaperig keek ik haar aan. Het leek wel alsof die dromen ervoor zorgden dat ik nog vermoeider was dan de avond ervoor.
Toch wilde ik niet weer gaan slapen. Wat als die droom weer terug kwam.
'Noo....' hoorde ik Mei toen zeggen. Moeizaam opende ik mijn ogen, die zonder dat ik het door had blijkbaar weer dichtgevallen waren.
'Mag ik wat van jou lenen meid? Alsjeblieft?' Met een smekende blik keek mijn vriendin me aan. Ik opende mijn mond om iets te zeggen, maar net als in mijn droom kwam er geen enkel geluid uit.
Het was ook niet nodig geweest. Mei pakte zelf al iets uit mijn kast.
Ik bleef nog even liggen, nadat Mei mijn badkamer ingegaan was. Vervolgens stapte ik als een slak mijn bed uit om een setje kleding uit mijn kast te trekken. Even langzaam kamde ik mijn haar en deed ik een beetje make up op. Ik was zo moe.
Na een aantal minuten kwam Mei weer naar buiten en ik deed mijn best om een glimlach naar buiten te persen.
'Laten we even wat gaan eten en dan naar school gaan.' hoorde ik een kreunende stem zeggen, het was de mijne.
Ik stond voor mijn spiegel en twijfelde of ik naar het feest zou gaan. Ik voelde me echt een brak, nog slechter dan dat ik me 's ochtends gevoeld had.
De dag had ik maar half meegemaakt. Wanneer een leraar me de beurt gaf of wanneer iemand iets tegen me zei, had ik vaak maar half gereageerd. Ik haatte die droom echt. Het lied me verschrikkelijk voelen in de nacht, maar nog erger overdag. Wanneer zou ik weer eens normaal dromen, een rustige nacht hebben?
Een date had ik niet, dus ook geen verplichtingen. Toch vond ik het raar om niet op te komen dagen op het eerste feestje.
Zonder mijn negatieve gedachten ook nog maar een enkele seconde invloed over me te laten hebben, liep ik mijn kamer uit.
Na even kwam ik op het feestje aan. Ik was best vroeg, zag ik, mijn vrienden waren er nog niet echt. Ik ging tegen een random muur staan. Dansen ging ik echt niet doen, daar was ik veel te moe voor.
Er zijn nog geen reacties.