Maar dat werd ik niet. De hele nacht had ik liggen woelen en denken. Dromen voelden aan alsof ze echt waren. Dromen vol geluk en blijdschap. Ik was kapot toen ik eenmaal om zes uur klaar wakker werd en besloot om maar uit mijn bed te komen. Ik kon Jacob niet los laten, en het maakte me… zwak. Het voelde alsof ik hem nodig had, en dat was alles waar ik tegen vocht. Ik wilde net zo sterk zijn als het meisje uit mijn boek: sterk en onafhankelijk.
Mijn vader keek op van de krant toen ik de woonkamer in kwam lopen. ‘Jij bent vroeg,’
Ik probeerde naar hem te glimlachen. ‘Ik kon niet meer slapen,’
Hij knikte naar de stoel voor hem. ‘Koffie?’
Vloeibaar goud. ‘Graag.’
Hij zette de mok voor me neer en keek me eens goed aan. ‘Gaat het allemaal wel goed, liefje?’
Ik keek hem aan en zocht naar de goede woorden. Mijn vader en ik zater perfect op één lijn, en ik wilde heel graag eerlijk tegen hem zijn, maar ik wist gewoon niet hoe ik dit moest vertellen. Dus zei ik dat tegen hem. ‘Ik weet niet hoe ik het onder woorden moet brengen,’ Hij keek even opgelucht, dat ik tegen hem wilde praten. ‘Ik heb het idee dat mijn gevoelens de hele tijd door elkaar heen worden geschud…’
‘Het is ook niet zo gek,’ Hij glimlachte naar me. ‘Een relatie van vijf jaar op jou leeftijd is echt heel lang.’ Hij pakte mijn hand. ‘Je moeder en ik hebben het er vaak over gehad of het niet beter was geweest dat we je hadden verteld “geen vriendjes voordat je 16 bent”,’
Ik lachte, ik wist dat hij een grapje maakte.
‘Maar we zijn natuurlijk niet ouderwets.’ Hij knipoogde. ‘Geef jezelf de tijd, meisje. Je doet het goed op school, Maya en jij zijn twee handen op één buik en je hebt leuke andere vrienden. Je bent helemaal niet raar.’
Ik glimlachte naar hem. ‘Dankjewel.’ Ik stond op en gaf hem een kus op zijn wang. ‘Slimme papa’s zijn helden.’

Zoals ik al aan de telefoon had gezegd, kwam Maya naar buiten zonder dat ik op de toeter had gedrukt.
‘You, girl…’ Ze kon alleen maar grijnzen. ‘Wat een super lelijk maar prachtig ding.’ Ze lachte toen ze hem even goed bekeek. ‘Het heeft wel wat.’
‘Het heeft heel veel en ik moet heel veel voor hij wat kan doen, maar hij is geweldig.’
We moesten naar elkaar roepen om elkaar te kunnen verstaan op weg naar school, maar uiteindelijk kwam ik alles te weten over haar date met Jason.
Maya had hem verteld dat ze er best moeite mee had had hij de beste vriend was van Luke – de jongen die haar beste vriendin pijn had gedaan, in alle opzichten. Hij had toegegeven aan Maya dat Luke een eikel was en dat hij ook nog amper echt contact met hem had gehad. Volgens Jason was er ergens in de zomer een knop omgegaan, en die wilde niet meer terug om.
Maar Jason was, als ik Maya moest geloven, een geweldige jongen. Hij had gevoel voor kunst en muziek en verkocht de fake ID’s alleen omdat hij geld nodig had; voor zijn zieke moeder. Ze had reuma en geen enkele zorgverzekering wilde haar verzekeren.
Ik hoorde het verhaal aan en ik moest toegeven dat er wel wat in zat.
‘Ik hoop dat hij goed voor je is,’
‘Wooooow, romanticus.’ begon Maya. ‘Goed zijn voor… Ik weet nog helemaal niet of het wat wordt, hoor.’ Maar ik zag het aan haar gezicht, aan haar ogen en aan haar gedrag. Ze wilde, en dat met alles in haar lichaam, dat het wat werd.
We namen de moeite niet om langs onze kluisjes te gaan; om één verslag wilden we niet de hele school door om alleen onze jassen voor vijf minuten op te bergen. Meneer Longfields zat achter zijn bureau en keek op toen we binnen kwamen lopen. We waren de enige in het lokaal.
‘Mijn favoriete leerlingen,’ Maya en ik grijnsden naar elkaar. We wisten dat meneer Longfields het niet mocht zeggen, maar we wisten dat het zo was. ‘Maya, je bent echt geweldig vooruit gegaan. En Jennifer… Ik heb geen goede woorden meer die ik nog niet tegen je hebt gezegd.’ Hij gaf onze verslagen: een A+ en een A- voor Maya. Ze gaf me een high five. ‘Jennifer, ik wil je echt een tip geven om naar English Liture Studies te gaan kijken. Ik zal de NYU beurzen alvast aanvragen, met daarin ook kunst voor jou, Maya.’
Onze monden vielen open en Maya verkrampte mijn hand. ‘Holy…’ New York City…
We vielen elkaar in de armen. Zouden we dan gaan studeren in New York?! De stad van de kunst?
We liepen zingend de school uit. ‘We gaan misschien wel samenwonen in New York, Jenn!’ Maya kon haar geluk niet op. ‘In New York! Die meneer Longfields, hè. Als het echt gebeurd… Ik ga mijn zoon naar hem vernoemen, ik meen het.’
‘English Lit in New York… De bibliotheken… De boekenwinkeltjes… Mensen met hersenen waarmee je een discussie aan kan gaan…’
We giechelden over de inrichting van onze kamer terwijl we weer terug reden naar La Push. Wit, heel veel wit moest het worden. Met leuke accecoires.
Uit al het enthousiastme drukte ik het gaspedaal onbedoeld wat harder in, maar we lachten verder. We grapten over alle mensen die we hier achter zouden laten, en met vol plezier gooide ik het stuur om om de scherpe bocht te maken.
Uit automatisme trapte ik op de rem – en hard.
Maya schreeuwde en ik gilde.
Het stond op de weg.
Een enorme wolf, zandkleurig. De remmen van de truck waren pas vervangen en die werkten goed: er was nog zo’n vijf meter afstand tussen de auto en de wolf.
De wólf.
Hij was enorm groot – zijn kop was zeker twee meter boven de weg. Hij keek ons aan en rende toen snel de bossen in.
Ergens ver weg hoorde ik Maya geluidjes maken, ratelen en gillen. Maar ik kon alleen maar denken aan de stam en zijn verhalen. Aan Jacob en hoe zeker hij had geklonken. Aan de jongens die allemaal enorm waren gegroeid in een korte periode en aan Emily haar littekens op haar rechterkant van haar lichaam.
Het kwartje viel, alle puzzel stukjes vielen op hun plek.
Het was waar wat Jacob had gezegd.
Jacob.
Ik kon voor een halve minuut alleen maar aan hem denken en hoe hij had gezegd dat alle stamverhalen waar waren.
De verhalen stonden vol met mannen die het reservaat beschermden van ‘the cold ones’, en hoe zij hiervoor in enorme wolven moesten veranderen.
Er was nooit een beer geweest. Leah, die we al weken niet meer hadden gezien, was nooit door een beer aangevallen. Sam, was drie jaar terug ook een aantal weken spoorloos zoek geweest.
Mijn adem stokte. Dit kon niet. Maar toch… Een tweede natuur.
Ik was niet bang, want diep van binnen – waar ik ook de gevoelens van Jacob had weggepropt – wist ik dat ik niet bang hoefde te zijn. Ik schrok meer van dat gevoel dan van het hele ‘mannen die in wolven veranderden’ verhaal.
Wie was dit geweest?
Maya duwde tegen mijn arm en dat was het moment dat ik weer terug kwam in de truck. ‘Jennifer!’
Ik nam een diepe ademteug en keek naar het gezicht van Maya: vol van paniek. ‘What the…’
‘Ja, precies! What the hell! Rijden, Jenny! Voor hij terug komt!’
En daar ramde ik het gaspedaal weer in. We stoven zo hard over de weg dat we een stofwolk achter ons achter lieten. Het huilen stond Maya nader en ik wist zeker dat ze het rustige gevoel wat ik in mijn buik had, nog een tijdje niet zou voelen. Want ik voelde me rustig, alsof ik er eindelijk achter was.
Ik zette Maya zo dicht mogelijk bij de deur af. ‘Ik ga de politie bellen,’ Ik knikte, ik kon haar moeilijk vertellen dat ze dat niet moest doen. ‘Gaat het allemaal wel?’ Ik besefte niet dat ik nog niks had gezegd.
‘Geschrokken.’
Ze knikte. ‘Ja, duh. Je bent wit rondom je neus. Wil je niet even mee naar binnen? Dan kun je hier wachten totdat de politie er is en ze de bossen hebben uitgekapt.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik wil naar huis.’
Ze slikte. ‘Oké, laat weten wanneer je er bent!’
Ik knikte en vertelde haar dat ik haar nog wel zou bellen, of zou zien als de politie er uiteindelijk was. Ik reed de straat weer op, maar was niet van plan om naar huis te gaan. Nee, op het moment dat ik eigenlijk naar rechts zou moeten om naar mijn huis te komen, reed ik rechtdoor. Naar Jacob.
Ik moest en zou het hele verhaal horen.
Voor Jacob’s huis stopte ik de auto en snelde ik naar de deur. Ik klopte snel op de deur maar kon het niet laten om steeds om me heen te kijken. Waarschijnlijk was er ergens in het bos een wolf die naar me luisterde. Dacht ik. Wolven konden goed horen, toch? Althans, dat konden normále wolven wel.
Billy deed open, hij wilde verbaasd kijken maar ik kon merken dat hij de brede glimlach met moeite kon verbergen.
‘Jennifer! Wat leuk! Kom je voor de auto?’
Nou, ik kom eigenlijk voor de details van je verhalen. Maar dat klonk een beetje gek in mijn hoofd dus glimlachte ik maar. En knikte ik. ‘Voor Jacob.’ Een nog grotere glimlach.
‘Hij is in de schuur bezig, met zijn motor. Loop er maar heen,’
‘Bedankt, Billy.’
Toen kreeg hij pas mijn geschrokken gezicht in de gaten. ‘Alles wel oké, Jennifer?’
Ik perste mijn mondhoeken omhoog. ‘Ja, alleen slecht geslapen vannacht. Lange weken.’
Hij knikte begrijpelijk. ‘Ik hoop dat Jacob nog wat van je leergierigheid leert,’
Ik knikte nog een keer en liep toen op de schuur af. Ik hoorde de voordeur weer dicht gaan en haalde even diep adem. Het was nu of nooit.
De schuur lag vol met gereedschap en onderdelen van verschillende auto’s. Of in Jacob’s geval: motoren. Hij had muziek op. Of eigenlijk… Er stond muziek op, maar Jacob was nergens te bekennen. ‘Jake?’
Hij sprong meteen achter een stuk auto vandaan. ‘Oh! Jennifer! Jij bent het.’
Het duurde maar een seconde of ik had door wat hij van plan was geweest. Mijn truck – het klonk hetzelfde als die van Bella, hij dacht dat ik Bella was.
Maar heel veel tijd om daar over na te denken gaf ik mezelf niet, want de wolf kwam weer op in mijn gedachten. Jacob veegde zijn handen af aan een oude smerige vol met olie handdoek en lachte breed totdat hij merkte dat er iets aan de hand was.
‘Wat is er?’
Hij keek me recht aan en ik kon er geen woord uit krijgen. Ik wilde zoveel zeggen, zoveel laten zien en zoveel te weten komen maar alles zat op slot, dus deed ik hetgene wat ik op het moment het hardste nodig had: ik overbrugde de twee meter tussen ons en viel tegen zijn borst aan. Mijn lichaam trilde en de warmte van zijn lichaam was zo aangenaam dat ik me besefte dat ik er oprecht nooit meer vandaan wilde.
Hij schrok, dat was aan alles te merken, maar toch sloeg hij zijn armen om me heen.
En daar stonden we dan, enorme Jacob en een hele kleine Jennifer in zijn armen. Ik moest heel diep adem halen om mezelf rustig te krijgen en Jacob hielp eraan mee. Hij speelde met mijn haren die los over mijn schouders hingen en wiegde me heen en weer. Op het moment dat ik wilde praten, sloegen de emoties weer in als een bom en kwam er geen woord meer uit. Elke keer wanneer dat gebeurde, drukte Jacob me iets steviger tegen zich aan, alsof hij wilde zeggen dat het niet erg was en dat ik de tijd moest nemen. Ik legde mijn handen op zijn onderarmen en nam even de tijd om mijn ademhaling weer onder controle te krijgen. Ik moest het weten.

Reageer (1)

  • PrimRue

    AHHH JAKE TELL HER EVERYTHING!!
    Hmm wie zal t geweest zijn.. ik dacht eerst meteen Jacob maar het kan ook Seth zijn
    Heel mooi geschreven weer! Echt een top verhaal Yannai! (:

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen