Hoofdstuk 7 - Chapter 2

Een van de vampieren greep Katie vast en rende achter haar aan. De andere 2 hielden ons bezig. Een met paars haar ging voor mij staan. 'Aan de kant.' mompelde ik waarschuwend. Ze lachte dreigend. Ik vloog haar aan. Ze duwde me aan de kant en sprong weer op me af en ik krabde haar halve gezicht kapot en sloeg haar arm blauw. Ze jammerde even maar trok zowat al mijn haren uit mijn kop. Ik hoorde een gil van Katie wat me weer aanspoorde om door te gaan. Toen ik haar knock out had geslagen rende ik in de richting waar Katie heen was gedragen. Ik zag de vampier haar net aanvallen en dook eropaf. 'Katie!' riep ik huilend. Ik wou haar niet verliezen. Hoe kon ze zo dom zijn. Ik rolde nu met de vampier over de grond. Ik kreeg een stomp in mijn oog en hij kraste mijn hele buik open en vluchtte. Ik bleef kreunend op de grond liggen. 'Waar is ze?' hoorde ik Edward tegen Katie vragen. Er klonken voetstappen en ik werd opgetild. Hij begon te rennen. 'Katie!' mompelde ik. 'Die zit op m'n rug.' zei Edward. Ik voelde me wegzakken maar ik probeerde om nog wakker te blijven. 'Wat is er aan de hand!' hoorde ik Carlisle roepen. Edward gaf me aan hem over en Carlisle legde me op een bed en toen zaktte ik weg.