Foto bij Hoofdstuk 11

Ik werd wakker met een raar gevoel in mijn buik. Verschillende steken en een zeurderig gevoel waren voelbaar. Het leek op misselijkheid, maar ik wist dat – dat het niet was. Dit was ergens toch anders, een iets ander gevoel.
Ik had niet het idee dat mijn maag in mijn keel zat, of dat ik op het punt stond om alles eruit te gooien. Nee, totaal niet zelfs. Het voelde aan als zenuwen. Het rare was dat ik niks had om zenuwachtig voor te zijn.
Ik hoefde nergens heen, en had haast geen plannen voor vandaag. Het enige wat ik ging doen was twee uurtjes invallen bij de salon, omdat Kelsey wat dingen moest regelen. Yara zou dan alleen staan, en daar was het toch iets te druk voor – normaal gesproken. Ik verwachtte niet dat het vandaag anders zou zijn.
Een oorzaak voor het vreemde gevoel was er dus niet. Misschien was ik gewoon ziek aan het worden, en lag ik over een paar dagen met hoge koorts en buikpijn in bed. Wie zou het zeggen? Het zou toch leuk zijn als je in de toekomst kon kijken, kon zien wat er allemaal ging gebeuren de komende weken, maanden, jaren.
Ik had de afgelopen dagen veel nagedacht over hoe ik me nou echt voelde tegenover Calum.
Ik had mezelf wijsgemaakt dat ik niet van hem kon houden, en beter afstand van hem kon nemen omdat ik anders teveel aan Bruno dacht en aan vroeger.
Ik had het helemaal fout gehad.
Natuurlijk kon ik wel van hem houden, en natuurlijk moest ik geen afstand van hem nemen. Calum was in die korte tijd een goede vriend van me geworden, en misschien wel meer. Als het aan mij lag wel, maar een leven zonder obstakels bestond niet.
Het probleem was nu dat ik nog veel te vaak aan Bruno dacht. Alle herinneringen van vroeger waren teruggekomen, en één voor één was ik ze langsgelopen. Het deed pijn, maar ergens was ik heel blij dat ik de momenten als het ware herbeleefde.
Het had me aan het denken gezet. Zoveel vragen waren bij me opgekomen, en steeds kon ik er geen antwoord op vinden.
Hoe was hij verdronken? Waarom voer die boot zo hard dat ze Bruno niet zagen? Was hij wel echt verdronken? Hoe zou hij nu zijn als hij nog leefde? Waarom kon ik zijn dood niet verwerken, en bleef het altijd op de voorgrond staan? Waarom was hij het water in gegaan? Waarom is mij nooit precies verteld wat er gebeurd is? Waarom?
Het waren vragen die ik nooit zou kunnen beantwoorden, of in ieder geval niet allemaal. Dat hij dood was, dat was een feit. Ik heb zijn lichaam niet gezien omdat ik dat te schokkend vond, maar ik wéét dat hij dood was.
De vraag was alleen hoe hij dood was gegaan. Ik wilde er helemaal niet over nadenken of mee bezig zijn, maar allerlei complottheorieën kwamen in mijn hoofd.
Van een echte verdrinking tot de theorie dat hij toch nog wel leefde, ergens aan de andere kant van de wereld.
Mijn fantasie ging erop los, en dat maakte het alleen maar moeilijker.
Wat als het een moord was? De politie bij het ongeluk en daarna was me niet ontgaan, maar die waren altijd bij zoiets betrokken. Het had vast niks te betekenen.
Maar wat als? Wat als het met opzet was? Wat als de mensen op die boot dondersgoed wisten waar ze mee bezig waren?
Het was een tweestrijd met mezelf waar ik nooit uit ging komen.

Ik moest Calum een kans geven, een echte kans. Ik moest me niet laten tegenhouden door het verleden. Nu was nu, en dat was wat telde.

Vol goede moed, maar met nog steeds een naar gevoel in mijn buik, liep ik het laatste stukje naar de salon.
Ik duwde de deur open, en glimlachte vriendelijk naar de twee klanten die er zaten. Het was erg rustig.
“Ali!” Hoorde ik Yara roepen, en met één beweging draaide ik me om naar haar. Ik fronste toen ik zag dat Kelsey er nog gewoon was, terwijl ze volgens mij al lang weg had moeten zijn.
“Eh, ja. Kelsey gaat niet weg. De afspraak was verplaatst, of zoiets,” beantwoordde ze mijn gedachten.
“Oh,” mompelde ik. “Moet ik dan nog helpen hier?”
Yara haalde haar schouders op, en leek even na te denken. Langzaam schudde ze haar hoofd.
“Hier niet, nee. Maar eh, dat wat je me gister over Cal en Bruno vertelde? Ik vind dat je naar Calum moet gaan om dat te zeggen, en eerlijk zijn tegen hem. Je bent misschien zelf nog niet zo zeker over je gevoelens, maar iedereen kan zien dat jullie twee bij elkaar passen.”
Ik maakte een spottend geluidje.
“En jij zegt dit omdat?”
Ik wist toch heel zeker dat ik zelf het beste wist hoe ik me voelde en wat ik ging doen. Ik kon nu alleen maar denken aan de vage buikpijn en wat het zou kunnen betekenen.
“Omdat ik een goede vriendin van je ben. Ga nu maar gewoon, en bedank me later,” hield Yara stug vol.
Ik zuchtte eens diep, en besloot om voor deze keer naar haar te luisteren. Wat kon er nou gebeuren? Ik kon altijd nog boos worden op Yara omdat dit een stomme actie was geweest.
Ik zei haar en Kelsey snel gedag, en liep toen richting Calum’s huis.
Dit was mijn laatste kans om te vertellen wat ik voelde voor hem. En nu wist ik ook wat die buikpijn had betekent. De laatste kans.


Maak ik jullie al nieuwsgierig en verward? (:

Reageer (6)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen