Hoofdstuk 6 - Chapter 2
We liepen samen door het bos terwijl ik steeds meer begon te voelen voor hem. Ik kreunde, waarom moest ik nou verliefd worden op onze aardsvijand. 'Waar denk je aan?' vroeg Jacob. Ik begon te blozen. 'Laat maar zitten.' zei hij grijnzend. Hij stopte en maakte aanstalten om weg te gaan. Ik keek hem verbaasd aan. 'Edward komt.' zei hij en hij sprintte weg. Een seconde later stond Edward naast me. 'Lekker gedronken?' vroeg hij grijnzend. Ik negeerde zijn vraag en dacht weer aan Jacob. 'Ah, ik weet al genoeg.' mopperde Edward nors. Ik keek hem vreemd aan. 'Ik kan gedachten lezen.' ik begon te blozen. 'Blijf dan uit mijn kop.' zuchtte ik. Edward begon te lachen. 'Dan niet.' zucht ik. We lopen naar huis want het begint al te schemeren. Als we thuis zijn komen we erachter dat Katie er vandoor is gegaan. 'Fuck haar!' roep ik boos. 'Waarom laat ze me hier gewoon achter.' ik sprint het huis uit. Ik moet haar vinden want er zijn buiten allemaal vampieren die nog niet vegetaries zijn zitten op de loer. Ik wil Katie nog niet kwijt. Ik ren het bos in. Overal hoor ik zacht gegrinnik. Alsof ze me verwachten. 'Katie!' schreeuw ik bang. 'Katiee!' ik hoor dat Edward me in de verte roept. Ik blijf doorrennen totdat ik Katie in de verte zie, omringd door vampiers die op het punt staan om haar aan te vallen. 'Katie!' schreeuw ik zo hard als ik kan. Katie kijkt me opgelucht aan. Ik ga naast Katie staan in een vechthouding. Naast mij komt Edward staan. We zijn klaar voor het gevecht!
Er zijn nog geen reacties.