Chapter 24

Samen met Vaerel zit ik in de herberg, aan het ontbijt. Ik kijk rond. Ik zie niet heel veel interessante figuren. En waar moeten we beginnen met zoeken? 'Excuseer, is deze stoel bezit?' Ik draai me om, en kijk de vrouw aan. Wacht eens even...Ik ken haar! 'Eh, nee. Neem maar mee.' Ze knikt, en neemt de stoel mee. Ik kijk weer naar mijn eigen bord. Die vrouw...Is dezelfde vrouw van de kaart! Daar ken ik haar van. Voor haar heb ik toen die kaart moeten halen. Wat doet ze hier? Dit lijkt me geen vakantiebestemming. 'Wat is er?' vraagt Vaerel. 'Ik ken die vrouw. Voor haar heb ik een kaart moet halen. Een kaart met de locaties van begraafplaatsen van draken.' Verbaasd kijkt Vaerel me aan. 'Weet je dat zeker?' Ik knik. 'Ja, honderd procent. Ik heb het...' Ik houd op met praten. Talen-Jei, de ober van de herberg, komt aangelopen. 'Ik heb een boodschap voor de jongedame,' zegt hij. 'Het is van die vrouw in de hoek,' fluistert hij. Ik knik, en neem het briefje aan. Talen-Jei loopt weer weg. Ik open het briefje.

Arwen,
Ontmoet me over een uur bij de tempel van Talos, achter de tempel van Mara.
D.

Ik kijk haar aan, en knik. Ze knikt terug. 'Wat is er?' vraagt Vaerel. 'Ze wil me ontmoeten, over een uur, bij de tempel van Talos. Ik ga ernaartoe. Het lijkt me het beste, dat je hier wacht. Ik denk niet dat ze jou ook wil spreken.' Vaerel zucht. 'Dat dacht ik al. Vertrouw je haar?' 'Heb ik een keus?' antwoord ik. 'Daar heb je gelijk in.'
Ik sta bij het altaar te wachten. Oh wee als ze niet komt opdagen! Wacht, daar zie ik haar al lopen. Ik kijk naar de grond. 'Sorry, er waren nog wat zaken die ik moest nakijken. Fijn dat je gekomen bent.' Ik knik. 'Geen probleem.' 'Ik zie dat je die elf niet bij je hebt. Mooi zo, des te beter. Deze zaken gaan de Thalmor niet aan.' 'Hij hoort niet bij de Thalmor,' antwoord ik. Even zegt ze niks. 'Goed, laat ik me voorstellen. Ik weet natuurlijk al wie jij bent. Ik ben Delphine. Ik ben een van de laatste leden van de Blades.' 'Die naam ken ik. Waren jullie niet de lijfwachten van de Dragonborn?' Ze knikt. 'Inderdaad. Alduin is teruggekeerd. Ik heb vernomen dat je al training hebt gehad bij de Greybeards. Ik denk dat ik iemand weet, die de kennis heeft om Alduin te verslaan.' Verbaasd kijk ik haar aan. 'Oh ja? Wie dan?' 'Een oude collega van mij, om het maar zo te noemen. Ik heb alleen geen idee waar hij is. Maar ik denk te weten, wie wel. De Thalmor.' Ik kijk haar een aan. Dit meent ze niet. 'De Thalmor? En waarom zouden zij dat weten?' 'Omdat ze intensief jacht op ons hebben gemaakt. Ze moeten weten wie nog leeft, en wie niet. Ik had gedacht om in te breken in hun hoofdkantoor in Solitude. Echter is het zo, dat ze verhuist zijn naar hun ambassade, in de heuvels. Daar inbreken is zelfmoord.' Ik sla mijn armen over elkaar. 'Dus? Wat ben je van plan?' 'Binnenkort wordt een groot feest gegeven op de ambassade. Ik heb twee uitnodigingen weten te bemachtigen. Ik wilde eerst met je mee gaan, maar dat lijkt me nu geen goed idee. De kans is groot dat ze me herkennen. Je zou de elf mee kunnen nemen. Met wat geluk weet hij ook nog wat over hun gebruiken.' Ik rol met mijn ogen. Dit is onzin, maar wat moet ik anders? 'Als ik op dat feest ben, wat moet ik dan doen?' 'Ga naar het kantoor van Elenwen, de gastvrouw. Kijk of je daar iets kunt vinden over Esbern. Ik weet zeker dat hij nog leeft. We moeten alleen weten, waar.' Ik knik. 'Oké dan.' 'Het is een paar dagen rijden vanuit hier naar Solitude. Ontmoet me bij de stallen. Zorg dat je de elf bij je hebt. Ik zal je doorsturen naar een contact dat ik heb. Hij zal je verder helpen.' Dit is echt onzin. De Thalmor bestelen? Ik vind het niet goed wat ze doen, maar dit is waanzin. Ik ben geen dief. 'Dit is echt de enige manier om uit te vinden of Esbern nog leeft?' Ze knikt. 'En wat als Esbern niet meer leeft?' 'Dan moeten we kijken wat er nog van hem over is, qua informatie. Maar we moeten opschieten. Alduin wordt steeds sterker. Het zal maar een kwestie van tijd zijn, eer dat hij besluit om je te confronteren. En je moet klaar zijn! Ga terug naar die elf. Vertel hem over het feest. Vertel maar niet teveel over mij. Ik wil geen risico's lopen.'