Chapter 22
Ik kijk rond. Dit is wel even anders dan wat ik gewend ben. Brynjolf had gelijk. Deze stad is een riool. De geur van rottend voedsel komt me tegemoet. 'Na een tijdje wen je wel aan de geur,' zegt Vaerel. 'We moeten zo naar beneden, dus het wordt nog erger. Bereid je voor, zou ik zeggen.' Ik knik. We lopen een trap omlaag, en steken een brugje over. 'Hier is het,' zegt Vaerel, wijzend naar een uithangbord. 'Elgrim's Elixers,' lees ik. Vaerel knikt. 'Ja, de oude man had me gevraagd om wat bloemen te verzamelen. Hij is verstrooid. Als zijn vrouw hem niet zegt dat hij zich moet aankleden, doet hij het niet.' Ik grinnik. 'Dan is hij wel erg verstrooid.' Vaerel klopt op de deur. Een jonge vrouw opent de deur. Dit kan niet zijn vrouw zijn, ze is veel te jong. 'Ah, Vaerel. Meester Elgrim vroeg zich al af waar je bleef.' Vaerel rolt met zijn ogen. 'Natuurlijk. De oude man weet niet eens wat links en rechts is, Ingun. Je hoeft niet zo kinderachtig te doen. Ik werk nog altijd langer voor hem dan jij.' Ingun snuift even, en loopt naar binnen. Vaerel en ik doen hetzelfde. Ik kijk rond. Hm, deze plek is flink aan het vervallen. 'Meester Elgrim, ik heb de bloemen,' zegt Vaerel. Een oude man komt aangelopen. Verbaasd kijkt hij hem aan. 'Bloemen? Waarvoor?' Vaerel zucht. 'Voor uw slaapdrank, meester.' Even kijkt Elgrim hem vaag aan. 'Slaapdrank...Slaapdrank...Oh ja! Ik had jou erop uitgestuurd om bloemen te gaan verzamelen. Niet Ingun, want die gaat dan allemaal vreemde experimenten uitvoeren. Natuurlijk.' Heeft hij niet door dat Ingun erbij staat? Het zal hem niet uitmaken. 'Zet ze maar op de toonbank neer, Vaerel.' Vaerel zet de mand neer. 'Meester,' begint Ingun. 'Ik ben laatst op een interessante ontdekking gekomen. Het enige wat ik nodig heb, is wat deathbell, wat nightshade en wat nirnroot.' Elgrim draait zich meteen om. 'Wat ben je nu weer van plan? Het is dat je moeder Maven Black-Briar is, anders...anders...Je maakt een oude man helemaal gek.' Vaerel pakt mijn hand vast. Ik draai me om. 'Kom, we gaan naar buiten. Dit kan nog wel even duren.'
We zitten op een bankje, op de markt. Er wordt van alles verkocht, net als in Whiterun. Er is een Dunmer die spullen uit Morrowind verkoopt, een vrouw die uitrustingen verkoopt, en een Argonian die juwelen verkoopt. En er is nog een kraampje, waar Brynjolf staat. 'Ik heb hier, het wondermiddel tegen ouder worden. Gebrouwen met ingrediënten uit Black Marsh. De Argonians gebruiken dit al eeuwen.' Er lopen een paar mensen naartoe. Ik zie de Argonian zuchten. 'Brynjolf is weer bezig,' zegt Vaerel. 'Ken je hem?' vraag ik hem. 'Kennen is een groot woord. Ik weet dat hij een belangrijke functie heeft bij het dievengilde. En hij kan goed mensen oplichten. De vorige keer verkocht hij een crème, die ervoor zou zorgen dat je geen rimpels kreeg. Het was gewoon trollenvet. Het dievengilde doet alles om mensen op te lichten.' Ik kijk weer naar Brynjolf. Dus dat waren zijn "zaken". Nou, daar wil ik me niet mee bezighouden. 'Ken je Brynjolf?' vraagt Vaerel. Ik zucht. 'Ik kwam hem tegen in Ivarstead. Hij liep een stukje met me mee, richting Riften.' 'Heb je gecontroleerd of je alles nog bij je hebt?' vraagt Vaerel. Ik schud mijn hoofd. 'Nee, maar ik heb toch niks waardevols bij me. Ik denk dat het meest waardevolle een ijzeren zwaard is.' Vaerel grinnikt. 'Nou, daar hebben ze niet veel aan.' Ik veeg een lok uit mijn gezicht. 'Waarom werk je eigenlijk voor een alchemist? Ik dacht dat de Altmer magiërs waren.' Vaerel zucht. 'Dat was ik ook, voor een tijdje. Ik werk ook alleen voor Elgrim, omdat ik geld nodig heb. Elgrim is op zich wel oké. Het interesseert hem ook niet dat ik een Altmer ben. Ik heb een tijdje in Windhelm gewoond. Dat was geen goed idee. Iedereen keek op me neer. De Dunmer, maar vooral de Nords. Mijn ras is hier niet zo populair. Ik snap het wel, met de Thalmor en zo. Het zou alleen wel fijn zijn, als ze langs dat konden kijken.' Ik knik. 'Ik snap wat je bedoelt. Iedere Nord denkt dat ik de ideale huisvrouw ben, omdat Bretons zogenaamd allemaal geweldig kunnen koken. Nou, dat valt reuze mee, hoor. Ik heb genoeg seksistische opmerkingen gehoord. En al helemaal van Brynjolf.' Vaerel grinnikt. 'Wat is er zo grappig?' vraag ik hem. 'Een dame die niet onder de indruk is van Brynjolf, dat komt niet vaak voor. De meesten vallen als een blok voor hem.' Ik sla mijn ene been over mijn andere. 'Ik ben niet zoals de meeste vrouwen.' 'Dat merk ik. Je bent veel snuggerder. Ik wil niet oneerbiedig doen, maar veel vrouwen hier zijn of te slaafs, of te agressief. We zullen zien wat daar van over is, als het Legioen Skyrim overneemt.' Ik kijk hem aan. 'Ben je een voorstander van het Keizerrijk?' Hij knikt. 'Ja, want zij discrimineren me niet. Nou ja...Een stuk minder. Het zal dan voor iedereen makkelijker worden. Ulfric geeft alleen om de Nords. Maar de oude dagen zijn voorbij. Er wonen meer rassen in Skyrim. Iedereen heeft dezelfde rechten, alleen dat is niet zoals Ulfric het ziet.' 'Ik weet niet goed of ik wel een kant moet kiezen,' antwoord ik. Vaerel knikt. 'Dat snap ik. Het is ook erg dubbel, zeker met de dreiging van de draken erbij.'
Er zijn nog geen reacties.