Foto bij Hoofdstuk 8

Hoe graag ik ook wilde dat het niet zo was; werk ging gewoon door. Kelsey, mijn baas, had me vrijwel iedere dag ingepland, iets waar ik niet bepaald blij mee was.
Mijn sociale leven was al niet heel spectaculair, maar op deze manier ging daar ook niks in veranderen. Buiten Yara en Aniesa zou ik bijna niemand zien door de week. Misschien ook niet in het weekend – ik had mijn rooster nog niet heel goed bekeken.
Tijd om Calum te zien was er dus ook niet, maar dat was ook maar beter. Ik moest eerst voor mezelf uitzoeken hoe ik me voelde tegenover hem, én tegenover Bruno. Wat ik nou precies met alle herinneringen aan hem moest doen, en wat de reden was dat ik niet wilde dat Calum te dicht bij me kwam.
Hij was een ander persoon en hij had nog niks verkeerds gedaan in mijn ogen. Er was geen reden om hem weg te houden. Het was een drempel die in mijn hoofd zat, en waarom wist ik niet. Ik wist ook niet wat de drempel precies was.

Mijn dag kon al helemaal niet stuk toen ik aankwam bij de salon, en daar Kelsey zag staan. Gezellig een dienst met haar, maar niet heus. Ze was heel lief en aardig, maar oh zó perfectionistisch. Alles moest op haar manier, en als het niet zo ging moest die ander daarvoor opdraaien. En daar had ik niet zo’n zin in.
Ze was en bleef ook de baas, dus ieder klein dingetje wat ik verkeerd deed kon tegen me gebruikt worden later.

De vrouw kwam meteen naar me toegesneld, en trok me in een knuffel.
“Ali! Zo hé, dat is een tijd geleden! Hoe gaat het met je?” ratelde ze aan één stuk door, nadat ze me weer had losgelaten. Ik glimlachte zwak, en probeerde zo enthousiast mogelijk over te komen. Laten we het er maar op houden dat Kelsey soms last had van stemmingswisselingen. Vandaag was ze ineens heel vrolijk, terwijl ze ook heel chagrijnig kon zijn.
“Met mij gaat het goed,” beantwoordde ik haar vraag. “Hoe was je vakantie? Drie weken naar Zuid-Afrika, pfoe, ik zou willen dat ik het geld daarvoor had.”
Ondertussen liep ik richting de kast, om alvast de spullen te pakken die ik straks nodig ging hebben. Eigenlijk probeerde ik het gesprek zo snel mogelijk af te kappen, maar ik wist zelf ook wel dat het tevergeefs was.
Ik hoorde de helft van Kelsey’s verhaal over haar vakantie niet, maar gelukkig had ze dat niet door. Het enige wat ik opving was iets over het te warme weer, en een safari. Het interesseerde me niet zo, ook al had ik er zelf naar gevraagd. Mijn logica was soms ver te zoeken, bijvoorbeeld nu.
“Ali?” hoorde ik Kelsey mijn naam roepen, en meteen kwam ik weer uit mijn gedachten. Ik keek haar vragend aan.
“Is er nog wat leuks of spannends gebeurd de afgelopen drie weken dat ik hier niet was? Niet dat hier ooit iets gebeurd, maar je weet het maar nooit.”
Vrijwel meteen schudde ik mijn hoofd. Er gebeurde hier echt nooit wat, ook de afgelopen drie weken niet.
Ja, Calum was hier geweest, maar Kelsey was wel de laatste met wie ik daarover ging praten. Ze had misschien wel goede tips en adviezen, maar toch leek het me geen goed idee. Het was niet de bedoeling dat morgen de hele buurt hier wist over Calum. Dat ging wel gebeuren als ik nu iets tegen Kelsey ging zeggen.
“Behalve een paar nieuwe klanten is er niks gebeurd.” Ik hield mijn antwoord vaag, iets wat Kelsey duidelijk irriteerde. Toch ging ze er niet over verder. Gelukkig.

Twee uur later liep ik weer naar de wachtkamer toe om de volgende klant op te halen. De drukte was een beetje voorbij, en er zat maar één persoon te wachten.
Meteen herkende ik de jongen, maar voor ik iets kon zeggen of vragen, begon hij al met praten.
“Er zit een plukje niet helemaal goed. Zou je het wat bij willen knippen?” Zijn stem maakte me in verwarring.
Even kon ik niks uitbrengen, en het enige wat ik deed was knikken. Ik liep met hem mee naar de salon, en hij ging al meteen in de stoel zitten.
Ik bekeek zijn haar even. Alles zat helemaal perfect.
“Waar dan? Alles zit goed,” mompelde ik.
Via de spiegel keek de jongen me aan, met een lichte grijns op zijn gezicht. “Dat weet ik. Ik wilde eigenlijk alleen maar even praten.”
Ik zuchtte even kort, en glimlachte toen. Hij was in ieder geval gekomen om te praten, en dat was een goed teken. Maar Calum’s logica? Die zou ik nooit begrijpen.

Het einde van deel 1 nadert! (Jullie hebben nu vast zoiets van wtf, het is net begonnen?) en dat klopt, maar hey de plottwist is coming (;

Reageer (7)

  • Peperoni

    I need more. En een tweede deel.

    8 jaar geleden
  • Kjelaney

    I can't wait. Love it bae.

    8 jaar geleden
  • awsten

    Hahahahaha :') Calum toch hahaha

    8 jaar geleden
  • STYLINSANE

    same Cal, same

    8 jaar geleden
  • Kjalaney

    Calum aka such a gekkie. ^.^

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen