De ontmoeting in het bos
Heey heey Beste lezers,
na maanden van laten liggen en het komt wel is hier eindelijk mijn nieuwe hoodfdstuk,
ik hoop dat jullie hem mooi vinden. laten we weten wat jullie er van vinden
veel lees plezier
na maanden van laten liggen en het komt wel is hier eindelijk mijn nieuwe hoodfdstuk,
ik hoop dat jullie hem mooi vinden. laten we weten wat jullie er van vinden
veel lees plezier
H15: De ontmoeting in het bos
'Is dit wel een goed idee, Angel?'
Met grijze ogen keek Aragorn zijn zusje aan terwijl hij sluipend door het bos bewoog. Achter hem liepen Túrin en Maglor, met opgetrokken zwaarden en in elven kleding gehuld.
'Ja, mama is in gevaar en wij moeten haar helpen.'
'Angel,' het was Maglor, zijn mooie elven gezicht straalde medeleven uit. ' Ik begrijp dat je bezorgd bent om je moeder maar ze kan zich heel goed verdedigen.'
Naast hem knikte Túrin in stemmend. 'Inderdaad. Jullie moeder stamt af van de grootste helden die Midden-Aarde ooit heeft gekend. Het bloed van de eldar en dat van de edain stroomt door haar bloed. Het bloed van Huor en Húrin, Tuor en mij zelf, het bloed van Lúthien en Beren en Eärendil. Een deel van ons stroomt door jullie aderen, de zelfde kracht en uithoudingsvermogen.'
'En toch moeten we mama helpen!' riep Angel zo hard uit dat vogels om hen heen verschrikt opvliegen, het gefladder duurde even en was daarna weer gestopt.
'Sssst.'
Túrin en Maglor drukte verschrikt hun handen tegen Angels mond.
'Straks horen ze ons nog,' zei Túrin terwijl hij om zich heen keek. Er was niemand in de buurt die hen had kunnen horen, maar Túrin en Maglor waren op hun hoede. Een verkeerde beweging en ze zouden worden gezien.
Maglor knielde voor neer Angel en nam haar handen in de zijne. 'Angel, Mellon nín, je moeder is een sterkte vrouw. Heb vertrouwen in haar.'
'Ik…' met grote ogen keek Angel naar het donkerste gedeelte van het bos. Haar hoofd zei haar heen te gaan, maar haar hart sprak tegen. Ze wist dat Maglor en Túrin gelijk hadden.
Naast haar keek Aragorn zijn zusje aan alsof hij haar gedachten kon lezen, ook hij wilde graag zijn moeder helpen.
Maglor schudde zijn hoofd. Deze kinderen waren nog jong en onervaren. Als ze nu op het gevaar afzouden stormen dan zouden ze sterven voordat ze ook maar een spel konden uitvoeren. En toch, dacht hij terwijl hij naar de twee kinderen keek. In de groene en grijze ogen Dúnedain, zag hij hun toekomst en een glimlach verscheen rond zijn mond. Túrin, die naast hem stond keek Maglor even aan, maar knikte toen, hij zag precies het zelfde.
'Kom kinderen, het is allang bedtijd voor jullie. En als jullie moeder hoort dat jullie nog zo laat op waren, zwaait er wat.'
Opnieuw werd het stil, bladeren bewogen zachtjes met de wind mee en konijnen rende om hun voeten.
'Kom,' sprak Maglor opnieuw en trok beide kinderen zachtjes mee. 'We gaan terug naar huis.'
En zonder morren liepen Angel en Aragorn met Túrin en Maglor terug naar de manor.
Ergens anders in dat bos liep Angel, niet wetend dat haar oudste twee kinderen achter haar aan waren gegaan, naar de ontmoetingsplek. Haar voetstappen waren zacht terwijl de elfenmantel van Lothloriën zachtjes om haar lichaam draaide. Lange bruine haren vielen over haar schouders terwijl onder haar kap blauwbruine ogen alles opnamen wat er voor haar gebeurde.
Nadat ze haar school had afgerond had Aragorn, haar broer, haar mee genomen naar de bossen rond om de shire. Te samen met de overige dolers die de oorlog om de ring hadden overleeft, werd Angel opgeleid in de geheimen van de Dúnedain.
Nu jaren later was ze er al aardig goed in, ze kon makkelijk ongezien ergens vandaan lopen zonder iemand het merkte. de omgeving verkennen ging haar ook steeds makkelijker af, dieren, mensen alles nam ze waar en nu zochten haar ogen het donkere pad van het bos af opzoek naar haar blackmailer.
Het was nu bijna acht uur en de man had zich nog niet getoond. En heel even had Angel het gevoel om gewoon weg te lopen en alles te vergeten, maar juist op het moment dat ze zich om draait om terug te keren naar haar manor hoort ze achter zich op eens wat voetstappen die zachtjes gedempt worden door gevallen bladeren.
'Proberen we te vluchten?'
Als bliksem draaide Angel zich om, ze wilde weten wie haar had gebeld. Wie haar familie zou kunnen bedreigen. En wat hij wist.
Voor haar stond een man, 1 meter 80 gokte ze, kort zwart haar dat warrig boven twee bruine ogen hing en hij droeg een lange zwarte mantel dat mysterieus langs zijn lichaam wapperde.
'Wie bent u?'
'Mij naam is Xavier Raider. En ik neem aan dat u Angel Maannevel bent?' zonder op antwoord te wachten liep hij op Angel af en bekeek haar nauwlettend aan. Zijn ogen gingen van haar bruine haren naar haar blauwgroene ogen en toen naar haar kleding en de witte vleugels op haar rug.
En al die tijd stond Angel te bibberen van angst.
Was het de hormonen, was het de leeftijd, Angel wist het niet, tot haar zeventiende ging ze altijd brutaal om met mensen, durfde alles aan en was nooit bang. Maar nu…
'Zullen we maar te zaken komen?' blijkbaar was Raider uit gekeken en keek Angel nu recht aan en de grijns die hij haar gaf zou zelfs een ork laten beven van angst. 'U weet dat ik van uw bestaan af weet en ik weet dat u dat graag geheim zou willen houden. Dit is mijn voorstel: u betaald mij dertigduizend dollar per maand en ik zal uw geheim bewaren.'
'Dertigduizend dollar?,' ze kon haar oren niet geloven. 'M..Maar zoveel geld heb ik niet.'
Raiders gezicht stond nu bijna duivels. 'Ach u bedenkt wel iets juffrouw, ik bedoel met dat pakje en die vleugels moet het uw zo wel lukken dat geld bij elkaar te krijgen niet dan?'
Ze stond machteloos. Angel voelde hoe de man voor haar, de man die zich zelf Xavier Raider noemde, haar in de hoek had gebracht. Als ze hem niet betaalde dan zou hij haar geheim aan de wereld verklappen en dan zou haar gezin in de problemen komen. Haar gezin, de gedachte dat professoren op hen afkwamen om te weten hoe ze in elkaar zaten, hen aan tests laten ondergaan en tv reporters die haar dan wilde interviewen. Zoiets kon ze niet laten gebeuren.
En terwijl de angst haar vulde dook een lang weggedrukt gevoel terug. Het vijftienjarige meisje dat jaren geleden met veel moed overal op in ging, stak nu de kop op.
'En hoe komt u aan deze gegevens?' vroeg ze op kijkend. Haar stem was nu niet meer van dat van eerst, maar straalde nu meer van vertrouwen dat Raider er lichtelijk van schrok maar toen toch snel weer vermande.
'Wat denk u, dat het nooit opgevallen is? Uw naam komt wel heel vaak voor in onopgeloste zaken en uw reis naar uw werk, u heeft nooit betaald voor een vliegticket naar New York of Miami. Dus ik vroeg me af, hoe kan een jonge vrouw zoals u drie baantjes hebben in andere steden, maar nooit te hoeven betalen voor een vliegticket of zelfs maar te hebben gevlogen met een vliegtuig. Daarna heb ik uw in talloze nieuwsbladen gezien en op tv wanneer er weer een moord was in de grote steden en toen vroeg ik me af, hoe kan zo'n jonge vrouw als u zelf elke maand zo veel geld hebben om te reizen?'
'Het is inderdaad raar,' mompelde Angel sarcastisch terwijl ze haar woede onder controle probeerde te houden. Haar handen jeukte om de man voor haar op te blazen. En zo een einde te maken aan haar angst om ontdekt te worden, maar toch, ergens in haar hoofd hoorde ze Gandalf's wijze worden: ''Word nooit te haastig, Angel, als je je woede niet in kan houden kunnen er problemen komen die je je niet zou kunnen voorstellen. Blijf altijd kalm.''
Een zucht glipte haar lippen. 'zelf in mijn gedachte begrijp ik hem niet, dacht Angel bij zich zelf terwijl ze zich tot Raider wende.
'Ik ga niet in op uw eisen, heer Raider.' Sprak ze uiteindelijk en riep in stilte haar familie op buiten de grenzen van de aarde, ver achter de grenzen van Arda in de zalen van Mandos. 'Ik ben de dochter van Arathorn en erfgenamen tot de troon in Gondor. Hierbij spreek ik deze vloek over u uit. Als u ooit iemand verteld over mijn familie, de pers of zelfs tv reporters zult u de dood vinden. U bent hierbij gewaarschuwd.'
Raider werd met angst vervult en keek om zich heen terwijl boven hem de lucht zwart werd en de hemel met bliksemschichten verlichten. Angel's ogen werden helder groen en haar vleugels spreiden zich wijd. 'Ga nu heen en kom nooit meer hier terug.'
Raider wist niet was hij moest doen. 'Dit is nog niet over.' Riep hij terwijl hij zich omdraaide en verdween. Zijn plan was mislukt, maar toch was hij niet van plan op te geven. 'We komen elkaar weer tegen. Angel Maannevel!'
Reageer (2)
Oh hemel! ik raad Raider ten zeerste af zijn gezicht nog te laten zien
9 jaar geledenRaider vind ik echt een prachtige naam Goed geschreven!
9 jaar geleden