11.1: Herenigd
“Wie is die El?” Ik kijk op naar Harry die naast me met even grote passen en zijn handen beleef achter zijn rug loopt. Hij lijkt bezorgd, aan de typische frons op zijn voorhoofd te zien.
“De vrouw waar ik mee had moeten trouwen.” Deze keer draait Harry zijn hoofd om me aan te kijken terwijl ik juist het omgekeerde doe. Ik wil zijn gezicht niet zien, ik weet wat ik gedaan heb en ik schaam me daarvoor. Ik zucht en probeer opnieuw. “Het mooiste meisje uit het dorp, de liefste, de normaalste.” Even adem ik opnieuw diep in, alsof ik het nodig heb omdat ik een lange afstand heb gelopen. “We waren beste vrienden, het was dan ook logisch dat we ons verloofden – onze ouders lieten ons gelukkig kiezen, en mijn moeder heeft een goede reputatie in het dorp. Maar ik- ik heb geprobeerd. Ik heb echt geprobeerd van haar te houden, ze is zo’n mooie vrouw, maar ik voelde niks. Geen haat, geen liefde, niks behalve woede om een passie die er niet was.” Ik zucht wederom en trap een steentje weg met de tip van mijn bestofte schoen. Ik denk dat Harry genoeg weet voor nu.
“Hoe is haar verlaten verlopen?” Ik schud mijn hoofd neerslachtig een beetje en kijk hem deze keer wel aan. De heer zijn gezicht staat nieuwsgierig en vriendelijk, duidelijk enkel berust in informatie te weten komen, zonder mijn gevoelens te kwetsen.
“Zij snapte het, we hebben het echt geprobeerd. Ik-“ Mijn lip voelt droog en hard aan onder mijn tanden en de schijnende zon. “Ik weet dat het niet mag, maar we hebben een keer onze huwelijksnacht geoefend.” Ik slik, dat was nog het ergste van allemaal, ik heb haar zo teleurgesteld toen. “Wij hebben allemaal geen enkele kennis van hoe het moet, maar we gingen proberen. Ik-“ Mijn ademhaling hapert opnieuw als ik adem, maar versnelt al snel als Harry’s hand op mijn onderrug terecht komt. Ik kijk terug op, recht in zijn emerald groene ogen deze keer. Harry, hij is zo mooi, mooier dan alles wat ik ooit gezien heb. Beschaamd kijk ik terug voor me, we staan voor Eleanor haar huis. “Ik kreeg hem niet omhoog, oké?” Mijn brein weigert uit zelfwaarde Harry aan te kijken terwijl ik beleefd klop en dan uit gewoonte de deur verder openduw. Eleanor zit niet binnen, toch klopt mijn hart bang. Bang dat ik een andere man tegen kom waar ze dit huis mee deelt. Eentje die niet zo vriendelijk is als El zelf. “El?” Mijn stem klinkt hol als ik verder loop. Ik loop het huis terug uit via de enige deur- de voordeur, en loop naar de tuin. Daar zit ze, het mooiste meisje van het dorp. Haar lange kastanjebruine haren liggen los over haar schouders terwijl haar handen ploeterend de was schrobben. Ze- mijn lichaam weigert dienst te doen. Haar buik is dik. Nee, niet zo maar dik, maar echt bol. Is ze…?
“Lou?” Harry fluistert zachtjes terwijl ik merk hoe zijn grote lichaam voorbereid achter me gaat staan. Zijn blik belandt op dezelfde vrouw. “Oh.” Ik hoor hem slikken en even is het stil terwijl ik de tranen achter mijn ogen probeer weg te knipperen. Het doet pijn, veel pijn. Dat had van mij kunnen zijn, van ons. Een huis, een kindje, achterlijke idioot dat ik ook was! “Ga met haar praten Lou.” Ik reageer niet, mijn vuisten zijn gebald en mijn benen voelen aan als steen, totdat Harry er verandering in brengt. Hij geeft me een stevige duw waardoor ik voorover struikel en enkele passen wandel. Na een blik over mijn schouder merk ik dat hij echt wilt dat ik naar haar toe ga, dus doe ik het ook. Rustig in- en uit ademen. Komaan Louis.
“El?” Ik probeer het opnieuw, ze hoort me niet door de wind. Ik besluit naast haar neer te knielen en neem de was uit haar handen om zelf te schrobben in het water. Ik staar naar mijn handen, niet naar het meisje en haar bolle buik. “Laat mij je helpen.”
“Louis?! O lieve God, dank u heer! Lu je bent terug!” Ik glimlach lichtjes en hef mijn kin op om haar aan te kijken. Ze lacht, gelukkig, haar haren wapperen in de wind en haar ogen glinsteren gelukkig terwijl ze naar de hemel staart. Hoe heb ik haar ooit kunnen verlaten? Ze slaat haar twee armen om me heen, net zoals ik mijn inmiddels natte handen om haar schouders leg en haar stevig vast houd.
“Het spijt me nog steeds,” murmel ik in haar haren. Ze laat me los en schudt glimlachend haar hoofd.
“Ik ben nooit boos op je geweest.” Ik glimlach maar merk onbewust dat ik alleen maar naar haar buik kan kijken. Een kindje, een wonderbaarlijk mooi kindje.
“Ik- ik ben getrouwd.” Ik knik en bijt op de binnenkant van mijn wang terwijl ik terug omhoog kijk, haar aankijk. Dit is moeilijk voor me, heel moeilijk.
“En zwanger, gefeliciteerd.” Een wrange glimlach komt eruit en ik besluit ermee te stoppen. Een neppe glimlach is niets waard. Mijn adamsappel gaat moeilijk omhoog als ze knikt.
“Stiekem hoopte ik dat het jouw kindje was, maar dat is niet- niet mogelijk. Zowel door wat er gebeurt is als door de samenleving.” Ik glimlach en sluit mijn ogen even. Ongelofelijk veel gevoelens overspoelen me. “Wil je voelen?” Ik open mijn ogen terug, verbaasd.
“Mag dat?” Enthousiast knikt ze terwijl ze mijn hand al vast neemt en die op haar buik legt. Hoe lang ben ik weg geweest, drie maanden? Dan heeft die man haar wel snel zwanger gemaakt, te snel voor echte liefde. Ze heeft overigens ook wel heel snel een buikje gekregen, wat ik nogal erg schattig vind. Zo hoort het ook. Ik richt mijn blik terug op haar buik terwijl ze mijn hand verplaatst naar de zijkant van haar rib. Ik voel door mijn vingertoppen een kracht naar me toe. Een positieve kracht. Alsof ik het kindje kan voelen. Ik frons en beweeg zelfstandig mijn hand iets meer naar beneden terwijl haar ogen me aankijken, ja, ik ben er zeker van. Ik voel het kindje communiceren met me. “Har?” Mijn stem klinkt vragend als ik Eleanor even sussend aankijk en me weer omdraai naar het gestalte van de knapste man op aarde, naast me, in de zon. Hij heeft onopvallend zijn handen in zijn zakken gestoken en een zwarte hoed opgezet zodat er een donkere schaduw over zijn gezicht valt. “Is het normaal dat- dat-“ ik zucht even door mijn stuntelige vraag. “Het kindje communiceert met me.” Ik pols even Eleanor’s gezicht voordat ik terug naar Harry kijk die naast me neerknielt en zijn hand even op de mijne legt, op Eleanor’s buik.
“Communiceert? Ik voel en ruik dat ze zwanger is, maar hoe bedoel je?” Ik haal mijn schouders op en beweeg mijn vingers lichtjes over de verdikte streek.
“Ik-,” ik voel haar gewoon. “Ik voel het geslacht, wat voor karakter het heeft. Als ik er een kracht op uitoefen, reageert het terug.” Harry fronst nu duidelijk, o god, ik vrees dat ik toch nog specialer als hem ga worden.
“Je bent zeker dat dit niet jouw kindje is Lou?” Ik bijt even op mijn lip en kijk terug naar El.
“Je mag niet- wel, dat doen voor het huwelijk. Dat is ook niet gebeurt.” Harry’s ogen staren me intens aan waardoor ik me ineens erg zenuwachtig voel, bekeken. Ik kan er toch ook niet aan doen dat ik dat voel?
“En die kracht, ik hoop dat dat een kleine kracht is. Waarom zet je ook een kracht uit op een klein mensje?” Ik frons deze keer zelf.
“Dat ging automatisch.” Even staren we elkaar beide intens aan voordat Harry zich terug rechtzet en nadenkend het bos in staart.
“Alles is trouwens goed met je kindje, mevrouw.” Hij glimlacht even naar El waarna ze gelukkig terug glimlacht. Die vrolijkheid verdwijnt echter als ze terug naar mij kijkt.
“Wat ben jij Louis? Wat is die vriend van je?” Haar stem klinkt angstig en ik haal mijn hand terug van haar buik af.
“Ik ben een wicca El, en mijn vriend daar, hij is de keizer van dit land.” Ik merk dat ze haar adem even inhoudt en bewust naar het prachtige wezen naast haar staart. Harry negeert het. “Wil je weten wat ik zag?” Mijn stem klinkt vriendelijk, en maar goed ook, want nog een verrassing meer en ze kan het niet meer aan. Ze knikt toch, nog steeds bang naar Harry kijkend.
“Ik bijt mooie vrouwen als jou niet, maak je geen zorgen.” Harry heeft zijn hoofd naar ons toe gedraaid en zijn felgroene ogen staren haar aimabel aan. Ze buigt naar voren, naar de grond uit respect en ik merk dat Harry zichtbaar terug fronst. “Oh- dat, dat is echt niet nodig. Alsjeblief.” Harry begint te stotteren wat mij doet glimlachen, dat is schattig. Schattiger als het kindje in El haar buik. Ik neem de broek die ik eerder aan het wassen was terug vast en schrob zoals eerder verder. El richt haar blik daardoor terug op mij.
“Zeg het me maar, nu wil ik het weten ook Lu.” Ik glimlach even en denk terug na, contact zoekend met het kindje.
“Het is een vriendelijk en makkelijk kindje, zorgeloos. Het zal overal vreugde verspreiden, als het niet boos is tenminste. Veel temperament.”
“En?” Haar grote grijze ogen kijken me deze keer indringender aan. Het belangrijkste moet natuurlijk nog komen.
“Het is een meisje.” Ik grijns en merk dat Harry even een mondhoek omhoog trekt waarna hij terug naar ons tweeën kijkt, bezorgd.
“Een meisje? Meen je dat? Ik heb altijd al een meisje gewild!”
“Ik weet het.” Ik grijns en merk dat de temperatuur meteen een paar graden zakt. Een grote schaduw vangt de zon voor me op en als ik recht omhoog staar, kom ik een joekel van een man tegen. Jakobus. Is ze getrouwd met hem? De sterkste en rijkste man in het dorp, zonder enig geweten? Jezus, dat was misschien niet de slimste zet geweest, haar ouders zullen dat wel snel beslist hebben.
“Tomlinson.” De man knarstand en trekt me ruw met mijn arm omhoog waardoor Harry meteen dichterbij ons komt staan.
“Jakobus, wat is je probleem?” De man zijn adem stinkt en als hij met zijn ruwe vinger stevig in mijn borst prikt moet ik er alles aandoen hem niet even de vliegrit van zijn leven te geven.
“Het probleem is dat jij met mìjn vrouw praat. Mijn vrouw die mijn kindje draagt.” Ik trek niet onder de indruk van die woorden een enkele wenkbrauw omhoog. Toch vervloek ik het stiekem dat ik niet breder gebouwd ben, dat zou een pak moeite schelen.
“Dus? Die vrouw daar is nog steeds mijn beste vriendin die ik even kwam bezoeken.”
“Ik duld geen mannen in de buurt van mijn vrouw. Al helemaal niet als ze zo’n watje en zo vrouwelijk zijn als jou.”
“Jak.” Eleanor’s stem klinkt smekend, onderdanig. Is dit wat er van haar geworden is?
“Excuseer?!” Ik geef de man met mijn fysieke kracht een flinke duw, maar hij staat zo stevig in zijn schoenen dat er geen beweging in komt. Meteen krijg ik het benauwd als een grote hand me bij mijn kraag vastneemt en me een halve meter boven de grond doet bengelen. Vervloekt lichtgewicht dat ik ben. Ik spuug naar hem, niet willend om mijn magie te gebruiken. Net nadat zijn hand mijn kaak raakt voel ik hoe we uit elkaar worden getrokken door de enige echte Harry, hij kon niet nog trager reageren. Dat was goed raak. Ik kreun pijnlijk en grijp meteen naar mijn bonkende kaak. Het doet pijn om mijn mond open te doen, maar toe is nog erger. Meteen voel ik hoe het begint te zwellen en ik kijk even naar Harry die Jakobus in de lucht heeft hangen. “Heel erg bedankt Harry, maar volgende keer mag je toch net iets sneller zijn.” Ik grom en vloek even onder mijn adem waardoor Eleanor verstoord op kijkt naar me. Katholieken houden niet van scheldwoorden. Harry lijkt klaar te zijn met de lelijke man en zet hem terug neer. Oké, zo lelijk is Jakobus helemaal niet, maar zijn naam en karakter zijn dat wel. Harry stapt terug naar me toe en ik merk meteen dat hij bezorgd zijn ogen op mijn kaak richt. Schaapachtig haal ik mijn hand er van weg. “Wat heb je tegen hem gezegd?”
Er zijn nog geen reacties.