8
Deel 8
Na een paar uur waren ze al een heel stuk. Moeder stapte van haar paard af en liep naar een boom. We moeten maar eens iets eten zei ze toen. Ze trok een tak omlaag en plukte een appel. Wil je ook een vroeg ze aan Godelinda. Ze knikte. Moeder gooide een appel naar haar. Wel eerst afvegen he zei ze met een knipoog.Godelinda veegde de appel aan haar cape af. En beet er in. Hmm lekker sappig zei ze tevreden. Moeder lachte breed en nam ook een hap. Ze hadden de paarden vast gebonden aan een tak. Hoe zouden ze heten vroeg ze aan moeder. Moeder trok haar schouders op, geef ze maar namen zei ze toen. Godelinda dacht na. Ik weet er geen zei ze na een tijdje. Moeder keek haar aan. Je moet de eerste naam pakken die in je op komt oke zei ze. Godelinda dacht weer na. voor die van jou Enna, en voor die van mij Dagmar zei ze. Moeder kinkte dat klinkt goed zei ze. Godelinda lachte. Moeder waar gaan we nu heen, we kunnen toch niet altijd blijven zwerven of wel vroeg Godelinda met een ernstig gezicht. Moeder zuchte ik weet het niet meis ik weet het echt niet. Godelinda stond op en plukte nog 2 appels voor de paarden. Ze zullen ons volgen moeder ik weet het zeker, ze willen allen heksen vermoorden. Godelinda keek naar moeder. U bent toch geen heks of wel. Moeder keek geschrokken op. Godelinda keek kwaad. Wel dus, moeder hoe kun je, waarom. Er rolde een traan over moeders wang. Godelinda keek haar geschrokken aan. Sorry moeder zo bedoelde ik het niet zei ze meteen. Moeder keek op. Ik weet het ik heb alles fout gedaan. Maar wat moets ik dan doen, zei ze. Godelinda aaide Dagmar over haar neus. Moeder ik weet dat u deed wat u het beste leek zei ze toen. Moeder kwam naast haar staan. Ik miste vader gewoon heel erg. En ik moets jou opeens alleen opvoeden enzo. Moeder zuchte eens. Godelinda keek haar aan. we maken er gewoon het beste van zei ze toen. En in het bos wonen is ook niet alleen slecht zei ze. Moeder lachte en aaide Godelinda over haar hoofd. Je bent al zo groot aan het worden zei ze. Godelinda liep naar een beekje en waste haar handen. Moeder zou ik dit water kunnen drinken. Moeder knikte. we zijn in het bos alles is schoon en zuiver zei ze toen ze haar arme uit sprijden en een rondje draaide. Godelinda lachte. en we kunne gaan en staan waar we willen. Niemand houd ons tegen zei ze met een brede lach. Moeder knikte. maar zulle we eens verder gaan we hebben al genoeg tijd verloren zei ze. Godelinda knikte en maakte de paarden los. Ze gaf Enna aan moeder. kunt u me weer even een zetje geven vroeg Godelinda verlegen aan moeder. Moeder knikte en hielp Godelinda op haar paard. Moeder sprong soepel op haar eigen paard. Moeder reed weer voor op. Godelinda floot een deuntje. Ze was vrolijk ondangs wat ze allemaal mee had gemaakt. Ze hield van de natuur en alles. Ze leek best wel op moeder. Niet dat ze dat erg vond. Nee ze was er zelfs trost op. Haar moeder was sterk en had een eigen wil, en wist overal raad mee. Godelinda miste haar vader wel heel erg. Maar het was nu eenmaal zo. Moeder, riep ze opeens.Moeder keek achterom. wat meid vroeg ze. Godelinda slikte. denk je dat ze ons achter na komen. Moeder zuchte en keek weer naar voor. Moeder riep Godelinda weer. Waarom geeft u niet gewoon antwoord. Moeder liet haar paard stoppen. Ja ze komen ons achter na en nee ze zijn ons nog niet op het spoor zei ze. daarom moeten we door rijden en niet achterom kijken. Godelinda keek moeder verbaast aan. En nu gaan we verder en gaan eens wat door rijden zei moeder toen ze haar paard de sporen gaf. Enna schoot naar voren. Godelinda deed het zelvde met haar paard. Ze ging naast haar moeder rijden.
Er zijn nog geen reacties.