Foto bij 8.3: Peripetie

Uit gewoonte zit ik op de trap en wacht ik. Om mezelf bezig te houden oefen ik mijn magie af en toe, door het licht aan en uit te laten gaan, of door een plaatselijke wind door het huis te sturen. Het is me nog niet gelukt om er een warme luchtstroom van te maken, spijtig genoeg. Net als ik het licht weer even doof en terug tot leven wek hoor ik hoe een deur opengaat. Het licht spelletje intrigeert me. Hoe snel leven ontstaat en kan eindigen. Verschillende mannen in een zwaar muf kostuum die ik al eerder gezien heb wachten op elkaar in de gang, hun blik die af en toe nieuwsgierig richting mij waait. Het liefst zou ik ze met een sterke windstoot buitenzetten, zodat ze me niet langer zo aan kijken. Ik ben ook maar een simpele verveelde wicca. Als Harry ook buitenkomt, in iets simpelere kleding als de anderen, een los hemd en een strakke broek zoals altijd, worden er blikken uitgedeeld die ik niet begrijp. Ze spreken zonder woorden en op zijn gezicht ontstaat een typische diepe frons van het concentreren op alle verschillende stemmen. De drang om ze te onderbreken is er, maar ik houd mijn mond wijselijk dicht en mijn vingers ontspannen. Dan gebeurt het pas. Harry's blik maakt even connectie met de mijne en zo snel als het was is het al weer verdwenen. Zo ademloos snel ging het. Inderdaad, mijn woede is weg, net als mijn angst. Ik voel me verbazend sereen en kalm. Na dit korte moment merk ik enkel nog hoe die ene vluchtige blik me al de adem heeft benomen. Onvermijdelijk is het, die chemie tussen ons. Laten we hopen dat de conservatieve andere vampiers niets merken. Voordat ik het besef word ik erg afwezig en besef ik niet meer wat er rond me op aarde gebeurt. Mijn ademhaling maakt een sissend geluid als een vederlichte hand zich op mijn schouder plaatst. Snel draai ik me om en boren mijn ogen in die van Aurus waarna ik mijn ademhaling onbewust terug loslaat. Ik had er geen idee van dat ik het inhield.
"Je staart in het niets, maat."
Even knipper ik fel met mijn ogen om me terug te kunnen concentreren op wat de persoon naast me allemaal zegt.
"Ik weet het," fluister ik zacht terug. Aurus neemt plaats naast me, ongemakkelijk maar toch ontspannen. Iets drukt hem duidelijk op zijn hart.
"Het is Harry, niet? Je bent afwezig, geprikkeld, gevoelig, anders..." Even sluit ik vermoeid mijn ogen. Dat zijn niet bepaald de woorden die je wilt horen als het al niet allemaal van een leien dakje loopt.
"Niet alleen Harry,” mijn stem verzacht bij de klank van zijn naam, “ik heb te veel aan mijn hoofd. Dat ben ik nu eenmaal, ik vreet mezelf op in ridicule dingen. Maar als ik een slecht gevoel over iets heb, heb ik het meestal ook juist ook." Ik wou dat dat niet was, dan was ik veel zorgelozer geweest. Ik heb dit al sinds vroeger. Als ik het gevoel had dat een van mijn zusjes gevallen was of pijn had liep ik naar buiten en zag ze dan ook net pijnlijk voor me neer vallen. Niet echt aangenaam, laat me je dat vertellen. Ik dacht dat het gewoon in ons bloed zat, zoals bij tweelingen. Nu denk ik daar anders over. Ik ben het dan ook zat om elke keer anders te zijn op elk mogelijk vlak.
"Je weet dat je er niks aan kan veranderen, laat het rusten." Aurus' stem klinkt vriendelijk en begrijpelijk maar toch zet ik even mijn tanden stevig op elkaar.
"Ook dat past niet bij mijn persoonlijkheid, spijtig genoeg. Ik ben koppig en laat zo'n dingen niet zomaar rusten. Het spijt me maar ik heb mezelf ook niet gemaakt." Ik draai mijn hoofd terug richting Aurus die enkel licht zijn hoofd begrijpend schudt.
"Ik waardeer die koppigheid en moed van je, echt waar, ik hoop enkel niet dat het daardoor bergaf gaat. Doe jezelf dat niet aan. Een keer aan het rollen…" Mijn adamsappel gaat verscheurd en traag op en neer als ik slik en ik wrijf even in mijn ogen.
"Bedankt. Ik apprecieer je eerlijkheid, altijd." Ik geef hem een klein glimlachje voor ik Rune neuriënd de trap op zie komen waardoor Aurus meteen beleefd zich uit te voeten maakt. Ik wou dat die beleefdheid in mij zat, maar daar ben ik te revolutionair voor. Ik heb respect voor haar, maar ik vind dat iedereen gelijkwaardig is en die absurde regels dan ook nergens voor nodig zijn. Ze glimlacht even naar Aurus en vervangt hem door ook naast me te komen zitten.
“Is het vandaag zeg-wat-er-is-dag of is dit toeval?” De dame naast me grinnikt en veegt een pluk van haar rossige haar dat in een ingewikkelde positie ligt gevlochten uit haar gezicht.
“Als jij dat wilt, kunnen we dat er wel van maken, Louis.” Ik geef haar een duidelijke blik waardoor ze kan opmaken dat ik dat geen goed plan vind. Ze glimlacht enkel zelfverzekerd en staart even voor haar uit.
“Het is me allemaal wat dit jaar, sinds jouw komst.” Ik haal mijn schouders nuchter op.
“Bedankt Rune, ik voel me nog niet speciaal genoeg.” Ik grinnik kort om mezelf te doen ontspannen, het is waar, ze wrijft het er nog even lekker in.
“Jij ziet het als iets negatief, ik zie het als iets positief en ik ben er van overtuigd dat Harry dat ook denkt, hoe onmogelijk hij soms ook overkomt.”
“Dat is omdat jullie ook ‘speciaal’ zijn.” Rune maakt een nadenkend geluidje terwijl ik met mijn vingers pruts aan het hout onder me.
“Ik denk dat dat anders ligt. Wij zijn met meer hier in een huis, jij bent….tja, uniek.”
“Nog eens bedankt.” Ik geef haar een sarcastische blik, nu voel ik me terug iets minder goed, maar oké, niet veel aan te doen. Iedereen lijkt het leuk te vinden me af te zonderen.
"Sorry, het lijkt wel alsof ik vandaag enkel de verkeerde woorden kan vinden." Een plotselinge verdrietige uitdrukking verspreidt zich over haar gelaat en bezorgd draai ik mijn hoofd in haar richting.
"Hoezo?"
"Wel..." Even bijt ze op die ronde typische vrouwen lippen van haar. "Ik denk dat ik nogal de verkeerde woorden koos toen ik met Harry overlegde." Ik glimlach flauw, bemoedigend.
"Dat heb ik wel vaker," mijn stem klinkt hol en zacht waardoor ze toch even glimlacht.
"Dat heb ik begrepen ja." Ik glimlach oprechter en voel hoe ze me in een knuffel trekt. De persoon die beweerde dat vampiers fysiek contact haten, heeft er waarschijnlijk nooit echt ontmoet. In het begin ja, toen begreep ik die vaststelling wel, maar kijk nu. Ik maak een verstikt geluid als ik merk dat ze mijn hoofd uit gewoonte tussen haar boezem duwt. Een vies en afkerig gevoel neemt het over. Ik vind dat echt verschrikkelijk, borsten.
"Rune, alsjeblief, ik-" Snel laat Rune me los en ze lacht ongemakkelijk.
"Sorry- ik was even vergeten dat, nu ja, je hebt het me ook nooit echt gezegd. Maar klopt het?" Ze spreekt in raadsels maar toch begrijp ik haar wel. Opgelucht dat ze me los heeft gelaten veeg ik nog even over mijn wang om haar huidcellen eraf te vegen waarna ik mijn mond twijfelachtig open.
"Ik denk het," nuchter haal ik mijn schouders op, wat valt er over te zeggen?
"Vertel me meer. Dus...dat van daarnet is de hel voor je?" Oprecht geïnteresseerd kijkt ze me aan met die helle ogen van haar.
"Soort van. Ik- ik voel me gewoon niet aangetrokken tot...dat- en heb er ook een soort van afkeer voor ontwikkelt. Ik heb zo hard geprobeerd om het mooi en zacht en aantrekkelijk te vinden, maar-" Ik kijk terug op. Mijn stem klinkt hopeloos en gevoelig, ze wordt altijd hoger op zo’n momenten, iets wat ik haat. Het doet me fragiel lijken.
"Het is oké, we vinden er wel iets voor." Ik frons en beweeg even ongeriefelijk. Rune zit met gekruiste benen nog steeds even elegant en gemakkelijk op haar plaats.
"Hoezo? Dat is toch nergens voor nodig. Ik ben alleen, en die illusie van wat ik en Harry ook hebben is ook onmogelijk. Jullie snappen zo'n dingen blijkbaar echt niet." Gefrustreerd slaak ik een zucht en ik onderdruk de neiging om met mijn ogen te rollen.
"Je kan niet heel je leven celibatair leven schat."
"Celibatair? En noem me alsjeblieft geen schat." Het zorgt ervoor dat ik me goedkoop en waardeloos voel. Zeker als een rijke vrouw het zegt.
"Vrijgezel,” verklaart ze luchtig waarna ze me indringend aankijkt. Bijna zoals Harry dat kan. Alleen dat is het hem juist, niemand kijkt zo in je ziel als Harry.
"Ah." Ik zucht opnieuw en staar over de reling naar buiten.
"Louis, soms gebeuren er ook goede onverwachte dingen in het leven. Je bent zo verschrikkelijk jong en mooi en toch zo wanhopig en pessimistisch. Soms moet je gewoon loslaten en je laten vallen. Misschien vlieg je wel, misschien staat er wel iemand om je op te vangen. Je wanhopig vastklampen aan het laatste beetje realiteit is nutteloos."
"Zegt een 200 jarige vampier." Mijn rechterbovenlip kruipt even naar boven, als ze op het platteland zouden leven, zouden ze zien dat er geen andere optie is dan vasthouden, want niemand krijgt er wat hij verdient.

Staat Rune nu aan #TeamLarry's kant?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen